ECLI:NL:RBNHO:2020:6085
Rechtbank Noord-Holland
- Voorlopige voorziening
- J.M. Janse van Mantgem
- Rechtspraak.nl
Schorsing van sluiting woning op basis van artikel 13b van de Opiumwet
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 10 augustus 2020 uitspraak gedaan over een verzoek om voorlopige voorziening van een verzoekster die in een woning aan [locatie 1] te [woonplaats] woont. De burgemeester van Hoorn had op 7 juli 2020 besloten om de woning te sluiten voor de periode van 23 juli 2020 tot en met 23 september 2020, op basis van de aanwezigheid van een hennepplantage in de woning. Verzoekster heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit en verzocht om een voorlopige voorziening.
Tijdens de zitting op 3 augustus 2020 heeft de voorzieningenrechter de argumenten van verzoekster en de burgemeester gehoord. Verzoekster betoogde dat er geen 111 maar slechts 86 hennepplanten aanwezig waren en dat de sluiting van de woning onevenredig zou zijn. De voorzieningenrechter oordeelde dat verzoekster niet aannemelijk had gemaakt dat er minder hennepplanten waren aangetroffen dan gerapporteerd. Bovendien werd opgemerkt dat verzoekster haar woning aan derden ter beschikking had gesteld voor de hennepplantage, wat haar persoonlijke verwijtbaarheid vergrootte.
De voorzieningenrechter erkende echter ook de impact van de sluiting op het gezin van verzoekster, met name op haar zoon [naam 3], die in een crisisopvang verblijft. De rechter concludeerde dat de sluiting van de woning de hulpverlening aan het gezin zou frustreren en dat het belang van verzoekster in dit geval zwaarder woog dan het belang van de burgemeester bij sluiting van de woning. Daarom werd het verzoek om voorlopige voorziening toegewezen, werd het besluit tot sluiting geschorst en werd de burgemeester veroordeeld in de proceskosten van verzoekster.