ECLI:NL:RBNHO:2020:6073
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om kwijtschelding studieschuld op basis van hardheidsclausule in het bestuursrecht
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 17 juli 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en een eiser die verzocht om kwijtschelding van zijn studieschuld. De eiser, die volledig en duurzaam arbeidsongeschikt is en een Wajong-uitkering ontvangt, had zijn verzoek om kwijtschelding van de studieschuld gebaseerd op de hardheidsclausule van de Wet Studiefinanciering 2000 (Wsf 2000).
De rechtbank heeft vastgesteld dat de Minister het verzoek van eiser op 25 september 2018 had afgewezen en dat dit besluit in het bestreden besluit van 12 februari 2019 werd gehandhaafd. Tijdens de zitting op 7 juli 2020, die via Skype plaatsvond, heeft de rechtbank de argumenten van beide partijen gehoord. Eiser erkende dat hij niet voldeed aan de criteria voor kwijtschelding op medische gronden, maar stelde dat de hardheidsclausule toch toegepast moest worden vanwege zijn ernstige situatie.
De rechtbank overwoog dat de Minister in redelijkheid had kunnen besluiten om de studieschuld niet kwijt te schelden, aangezien eiser niet voldeed aan de beleidscriteria. De rechtbank concludeerde dat, hoewel de situatie van eiser ernstig was, dit niet voldoende was om de hardheidsclausule toe te passen. Het beroep van eiser werd ongegrond verklaard, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak werd niet in een openbare zitting gedaan vanwege coronamaatregelen, maar zal alsnog openbaar worden gemaakt zodra dat mogelijk is.