ECLI:NL:RBNHO:2020:6055

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
29 juli 2020
Publicatiedatum
7 augustus 2020
Zaaknummer
8179458 \ CV EXPL 19-18093
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Verzet
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van luchtvaartmaatschappij in verzet tegen verstekvonnis wegens te late indiening

In deze zaak heeft de buitenlandse rechtspersoon Turkish Airlines, vertegenwoordigd door mr. G.J. Ziedses des Plantes, verzet aangetekend tegen een verstekvonnis dat op 14 augustus 2019 was uitgesproken. De passagiers, vertegenwoordigd door mr. D.E. Lof en mr. E.J. Hoekstra, hadden Turkish Airlines aangeklaagd wegens vertraging van vlucht TK1958 op 23 april 2019, waardoor zij hun aansluitende vlucht naar Islamabad misten. Turkish Airlines was niet verschenen op de zitting en werd bij verstek veroordeeld tot betaling van compensatie aan de passagiers. Turkish Airlines stelde in haar verzet dat het verstekvonnis niet tijdig aan haar was betekend, en dat zij daarom tijdig in verzet was gekomen. De passagiers betwistten dit en stelden dat het vonnis op 16 september 2019 was betekend, waardoor Turkish Airlines niet binnen de wettelijke termijn van vier weken in verzet was gekomen.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat Turkish Airlines niet tijdig verzet heeft aangetekend, aangezien de termijn van vier weken na betekening op 15 oktober 2019 was verstreken. De verzetdagvaarding was pas op 29 oktober 2019 betekend. De rechter verklaarde Turkish Airlines daarom niet-ontvankelijk in haar verzet. Daarnaast werd Turkish Airlines veroordeeld tot betaling van de proceskosten aan de passagiers, vastgesteld op € 360,00. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en is uitgesproken op de openbare terechtzitting.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Afdeling Privaatrecht
Sectie Kanton - locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 8179458 \ CV EXPL 19-18093
Uitspraakdatum: 29 juli 2020
Vonnis in de verzetzaak van:
de buitenlandse rechtspersoon
Turk Havayollari A.O.
gevestigd te Ankara, Turkije en mede kantoorhoudende te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer
opposant
verder te noemen: Turkish Airlines
gemachtigde: mr. G.J. Ziedses des Plantes
tegen

1.[passagier sub 1]

2. [passagier sub 2]
beiden wonende te [woonplaats]
geopposeerden
hierna te noemen: de passagiers
gemachtigde: mr. D.E. Lof en mr. E.J. Hoekstra

1.Het procesverloop

1.1.
De passagiers hebben bij inleidende dagvaarding van 20 juni 2019 een vordering tegen Turkish Airlines ingesteld. Turkish Airlines is niet verschenen, waarna Turkish Airlines bij verstekvonnis van 14 augustus 2019 is veroordeeld. Bij verzetdagvaarding van 29 oktober 2019 is Turkish Airlines in verzet gegaan tegen het verstekvonnis. De passagiers hebben schriftelijk geantwoord
1.2.
Turkish Airlines heeft, hoewel daartoe in de gelegenheid te zijn gesteld, hierop niet gereageerd.

2.De feiten

2.1.
De passagiers hebben met Turkish Airlines een vervoersovereenkomst gesloten op grond waarvan Turkish Airlines de passagiers op 23 april 2019 zou vervoeren van Amsterdam-Schiphol Airport naar Istanbul, Turkije met vlucht TK1958 en van Istanbul naar Islamabad met vlucht TK710, hierna: de vlucht.
2.2.
Vlucht TK1958 is vertraagd uitgevoerd. De passagiers hebben de aansluiting gemist en zijn met een vertraging van meer dan drie uur op hun eindbestemming aangekomen.
2.3.
De passagiers hebben compensatie van Turkish Airlines gevorderd in verband met voornoemde vertraging. Turkish Airlines heeft geweigerd tot betaling over te gaan, waarna de compensatie, vermeerderd met rente en kosten, in rechte hebben gevorderd.
2.4.
Deze vordering is bij verstekvonnis van 14 augustus 2019 toegewezen, waartegen Turkish Airlines in verzet is gegaan.

3.De vordering

3.1.
Turkish Airlines vordert in de verzetdagvaarding, primair, dat de kantonrechter Turkish Airlines ontheft van de veroordeling, tegen haar uitgesproken bij verstekvonnis, en de passagiers alsnog niet-ontvankelijk verklaart althans de vorderingen van de passagiers afwijst. Subsidiair vordert Turkish Airlines afwijzing van de vorderingen van de passagiers. Meer subsidiair vordert Turkish Airlines te verklaren voor recht dat Turkish Airlines bevoegd was haar eventuele verplichtingen op te schorten, dit alles met veroordeling van de passagiers in de kosten van de verzetprocedure en met veroordeling van de passagiers tot restitutie van hetgeen Turkish Airlines al heeft voldaan naar aanleiding van het verstekvonnis.
3.2.
Turkish Airlines heeft gesteld dat het verstekvonnis niet aan haar betekend is, zodat zij als gedaagde in verzet kan komen op grond van artikel 143 lid 2 Rechtsvordering. De verzetdagvaarding is daarmee tijdig uitgebracht.
3.3.
Voorts stelt Turkish Airlines dat de passagiers hun veronderstelde vorderingsrecht door het ondertekenen van een akte van cessie (het assignmentformulier) hebben overgedragen aan claimbureau Airhelp. De passagiers zijn daardoor niet langer bevoegd om zelf over het gepretendeerde vorderingsrecht te beschikken en dienen derhalve niet-ontvankelijk te worden verklaard.
3.4.
Subsidiair stelt Turkish Airlines dat de passagiers de door hen opgeworpen stellingen niet behoorlijk hebben onderbouwd. Bij de inleidende dagvaarding zijn producties overgelegd zonder enige toelichting. Nu de passagiers niet hebben voldaan aan de op hen rustende stelplicht en bewijslast, dienen de vorderingen van de passagiers worden afgewezen.
3.5.
Meer subsidiair stelt Turkish Airlines dat Airhelp verwarring heeft gezaaid over de vraag aan wie Turkish Airlines bevrijdend kan betalen. Turkish Airlines doet een beroep op artikel 6:37 BW waaruit volgt dat een schuldenaar bevoegd is om nakoming van enige verbintenis op te schorten, indien gerede twijfel bestaat aan wie betaling moet geschieden.
3.6.
Tevens stelt Turkish Airlines dat zij geen wettelijke rente of buitengerechtelijke kosten verschuldigd is aan de passagiers.

4.Het verweer

4.1.
De passagiers hebben aangevoerd dat het vonnis wel is betekend aan Turkish Airlines, namelijk op 16 september 2019. Nu de verzetdagvaarding is betekend op 29 oktober 2019 is Turkish Airlines niet tijdig in verzet gekomen. De passagiers verzoeken daarom, Turkish Airlines niet-ontvankelijk te verklaren in deze verzetprocedure.
4.2.
Voorts voeren de passagiers aan dat zij zelf optreden als eisende procespartij. Tussen de passagiers en Airhelp is geen ‘cessie ter incasso’ met privatieve werking overeengekomen, waarbij de passagiers als volmachtgevers het betreffende recht niet meer zelf kunnen uitoefenen. De passagiers zijn dus gerechtigd om op eigen naam de procedure te voeren, nu het vorderingsrecht nog steeds bij hen berust.
4.3.
De passagiers voeren aan dat Turkish Airlines bevrijdend kan betalen aan de gemachtigde van de passagiers. Voor verklaring van recht voor het opschorten van de betalingsverplichting is geen aanleiding of noodzaak. Indien aan de gemachtigde wordt betaald, wordt bevrijdend betaald door Turkish Airlines.
4.4.
Ten aanzien van de stelplicht voeren de passagiers aan dat vlucht TK1958 met een vertraging van 1 uur en 14 minuten om 20:14 uur lokale tijd is aangekomen in Istanbul. De aansluitende vlucht TK710 stond gepland om te vertrekken om 20:25 uur lokale tijd. Omdat de luchthaven van Istanbul een minimale overstaptijd van 60 minuten hanteert, konden de passagiers de aansluitende vlucht niet meer halen.

5.De beoordeling

5.1.
De kantonrechter stelt ambtshalve vast dat zij bevoegd is van onderhavig geschil kennis te nemen.
5.2.
De passagiers hebben bij conclusie van antwoord in oppositie aangevoerd dat het verstekvonnis op 16 september 2019 is betekend aan Turkish Airlines. Daartoe hebben de passagiers Het exploit van betekening van het verstekvonnis van 14 augustus 2019 overgelegd. De kantonrechter is van oordeel dat Turkish Airlines niet tijdig verzet heeft aangetekend nu de vier weken na 16 september 2019 zijn verstreken op 15 oktober 2019. De verzetdagvaarding is pas betekend op 29 oktober 2019. De kantonrechter verklaart Turkish Airlines daarom niet-ontvankelijk.
5.3.
Als de in het ongelijk gestelde partij zal Turkish Airlines in de kosten van de procedure worden veroordeeld.

6.De beslissing

De kantonrechter:
6.1.
verklaart Turkish Airlines niet-ontvankelijk;
6.2.
veroordeelt Turkish Airlines tot betaling van de proceskosten, die tot en met vandaag voor de passagiers worden vastgesteld op een bedrag van € 360,00 aan salaris van de gemachtigde van de passagiers;
6.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. C.E. van Oosten-van Smaalen, kantonrechter, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter