Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
uitspraak van de meervoudige kamer van 31 juli 2020 in de zaken tussen
[eiseres 1] ,
gedeputeerde staten van Noord-Holland, verweerder
Procesverloop
22.000 per jaar. Die tendens is landelijk sedert de kredietcrisis van 2008 waargenomen en die staat dus los van wijziging van de planologische regels. De woz-waardedaling tussen 1 januari 2012 en 1 januari 2013 van
19.000 is daarmee in lijn en duidt er niet op dat de wijziging van het planologische regime op 16 oktober 2012 een grotere waardevermindering teweeg heeft gebracht dan de € 7.000,-- schade die Gloudemans heeft begroot. Als van die woz-waarden zou kunnen worden uitgegaan, dus ergens tussen € 411.000 en € 392.000, om daar de waarde vlak voor de peildatum mee te bepalen, dan zou ook de hiervoor genoemde drempel van 2% bovendien hoger uitvallen. Zodat ook dan geen aanspraak op schadevergoeding zou bestaan.
Onder planschade verstaan we schade die het gevolg is van rechtmatige planologische wijzigingen. Voorbeeld: door het Inpassingsplan Westfrisiaweg wordt u geconfronteerd met meer geluidhinder dan voorheen of verandert het uitzicht vanuit uw woning”.
.