Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Tenlastelegging
2.Voorvragen
3.Beoordeling van het bewijs
[medeverdachte 1]heeft geslagen. Daarbij komt dat de medeverdachten [medeverdachte 2] en [medeverdachte 2] ten aanzien van het geweld en met name degene die het geweld heeft uitgeoefend wisselende dan wel terughoudende verklaringen hebben afgelegd. De achtergrond daarvan blijkt te zijn de angst voor de consequenties van een voor de verdachte belastende verklaring. Ook verdachte heeft wisselende verklaringen afgelegd met betrekking tot zijn aanwezigheid bij en in de woning van aangever. Pas op de terechtzitting heeft verdachte verklaard dat hij in de woning van aangever aanwezig was, terwijl hij bij de rechter-commissaris heeft verklaard dat hij buiten in zijn auto is blijven zitten. Uiteindelijk heeft medeverdachte [medeverdachte 3] in zijn derde verklaring bij de politie op 12 februari 2020 verklaard dat de “Poolse man” in de woning van aangever de aangever tegen zijn gezicht of borst sloeg.
terwijl deze diefstal werd voorafgegaan van geweld tegen [slachtoffer], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, welk geweld hierin bestond dat verdachte en/of zijn mededaders,
- die [slachtoffer] hebben getrapt op de voet, en
- die [slachtoffer] hebben gestompt op/tegen het gezicht.
4.Kwalificatie en strafbaarheid van het feit
5.Strafbaarheid van verdachte
6.Motivering van de sanctie
7.Vordering benadeelde partij en schadevergoedingsmaatregel
8.Toepasselijke wettelijke voorschriften
9.Beslissing
15 (vijftien) maanden, met bevel dat van deze straf een gedeelte, groot
5 (vijf) maanden,
nietten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond dat verdachte voor het einde van de op twee jaren bepaalde proeftijd zich aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
[slachtoffer]geleden schade tot een bedrag van
€ 1.020,- (éénduizend twintig euro), bestaande uit € 20,- als vergoeding voor de materiële en € 1.000,- als vergoeding voor de immateriële schade, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 11 januari 2020 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [slachtoffer], voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
€ 1.020,- (éénduizend twintig euro)bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 20 dagen gijzeling en bepaalt dat het te betalen bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 11 januari 2020 tot aan de dag der algehele voldoening. De toepassing van de gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op.
Ik kreeg een vuistslag op mijn rechter oog, deze is nu gezwollen en blauw. Ik heb vier personen gezien bij mij in de woning. Ik herkende twee personen die erbij aanwezig waren. Ik noem deze personen persoon 1 en persoon 2. De andere twee onbekenden noem ik persoon 3 en 4. Persoon 3 begon vermoedelijk in het Russisch tegen mij te praten. Ik duwde hem van me af. Toen trapte hij op mijn voet en gaf mij een vuistslag. Ik begon te schreeuwen tegen ze en zei: “ doe normaal je kan je geld ook gewoon zo krijgen dan maak ik het over “. Toen hoorde ik [medeverdachte 1] zeggen: “ nee ik wil het contant”. Toen zei [medeverdachte 1]: “dan nemen we spullen mee”.
Hierop zijn een laptop, oplader van de laptop, muis, toetsenbord, 2 telefoons, geld
wat op tafel lag, ongeveer 20 euro, meegenomen.
Persoon 1 en persoon 3 zijn degenen die het meeste met mij bezig zijn geweest, zij hadden de leiding. Ik heb een schuld van 30 euro openstaan bij lan.
Er is sprake van letsel passend bij een stompe geweldsinwerking (voet en gelaat) zoals bijvoorbeeld door vuistslag/trap met voet/schoen.
Aan het aangezicht, ter hoogte van het rechteroog is een blauw/paars/gele verkleuring van de huid zichtbaar in een gebied van ongeveer 5cm x 3.5 cm.
Aan de linkervoet, ter hoogte van de tenen (behalve de kleine teen), is blauwpaarse verkleuring van de huid zichtbaar.