ECLI:NL:RBNHO:2020:5435

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
9 maart 2020
Publicatiedatum
20 juli 2020
Zaaknummer
19_925
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bestuursrechtelijke procedure inzake drinkwaterkwaliteit en bestuursdwang bij gebruik van Upfall showers in vakantiewoningen

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 9 maart 2020 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure tussen de besloten vennootschap Nieuw Leven B.V. en de minister van Infrastructuur en Waterstaat. De zaak betreft een last onder dwangsom die aan eiseres is opgelegd vanwege vermeende overtredingen van de Drinkwaterwet. Eiseres, die vakantiewoningen op Texel exploiteert, had zogenaamde 'Upfall showers' geïnstalleerd, waarvan de minister stelde dat deze niet voldeden aan de eisen van drinkwaterkwaliteit. De rechtbank heeft vastgesteld dat de minister ten onrechte had aangenomen dat het wellness-gedeelte van de Upfall shower onderdeel uitmaakte van het collectieve leidingnet en dat de last onder dwangsom niet terecht was opgelegd. De rechtbank oordeelde dat de Upfall shower als een ontvangtoestel moet worden aangemerkt, waarbij tot aan de aansluitbeveiliging drinkwaterkwaliteit aanwezig moet zijn. De rechtbank vernietigde het bestreden besluit en herstelde het primaire besluit, waarbij de minister werd veroordeeld tot vergoeding van griffierecht en proceskosten aan eiseres. De uitspraak benadrukt de noodzaak van duidelijke definities en de juiste toepassing van de Drinkwaterwet in relatie tot innovatieve waterbesparende systemen.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Zittingsplaats Alkmaar
Bestuursrecht
zaaknummer: HAA 19/925

uitspraak van de meervoudige kamer van 9 maart 2020 in de zaak tussen

de besloten vennootschap Nieuw Leven B.V., te Den Burg, eiseres

gemachtigde: mr. F.M.C. Boesberg, advocaat te Zwolle,
en

de minister van Infrastructuur en Waterstaat, verweerder

gemachtigde: mr. K.H. Klaver, teamleider Team bezwaar en beroep bij het ministerie.

Procesverloop

Bij besluit van 29 augustus 2018 (het primaire besluit) heeft verweerder aan eiseres een last onder dwangsom opgelegd. Hij gelast eiseres er binnen zes weken na 29 augustus 2018 zorg voor te dragen dat het collectief leidingnet in haar vakantiewoningen geen gevaar oplevert voor het leidingnet van het drinkwaterbedrijf of voor consumenten en andere afnemers. Zij dient daartoe “de technische situatie te herstellen door het circulerende gedeelte van de Upfall shower te ontkoppelen van het systeem” dan wel “een door de inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) goedgekeurd meetprogramma te overhandigen dat voldoet aan de tabellen van bijlage 3 bij de Drinkwaterregeling (Dwr)”.
Bij besluit van 17 januari 2019 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van eiseres ongegrond verklaard.
Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 9 januari 2020. Eiseres is vertegenwoordigd door de heer [naam 1] , directeur, bijgestaan door haar voornoemde gemachtigde en haar kantoorgenoot mr. L.J. Burgman. Voorts had eiseres ter zitting meegenomen de heer [naam 2] van de firma Beterbad B.V., de producent van de “Upfall shower”. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. R.P.H. Rozenbrand, ambtenaar op zijn departement, vergezeld door de heer [naam 3] , inspecteur bij ILT.

Overwegingen

1. Het toepasselijke wettelijke kader is opgenomen in de bijlage bij deze uitspraak. De bijlage maakt onderdeel uit van de uitspraak.
2. Eiseres heeft haar vakantiewoningen op Texel voorzien van zogenaamde “Upfall showers”. Bij een Upfall shower is enerzijds een conventionele handdouche direct aangesloten op een mengkraan voor warm- en koudwater en tevens een wellness-gedeelte aangebracht dat onder meer bestaat uit een zogenoemde regendouche. Het wellness-gedeelte is waterbesparend in die zin dat het water in het wellness-systeem circuleert en dus meermalen wordt hergebruikt. Door het hergebruik is het water dat uit het wellness-systeem op de gebruiker stroomt, ondanks daarin aangebrachte zuiveringsvoorzieningen, niet van drinkwaterkwaliteit.
3. Standpunt verweerder
3.1
Verweerder stelt zich op het standpunt dat eiseres er onvoldoende voor heeft gezorgd dat haar collectief leidingnet geen gevaar oplevert voor consumenten en andere afnemers, waarmee sprake is van een overtreding van artikel 30 van de Drinkwaterwet (Dww). Volgens verweerder moet het douchewater dat uit het wellness-systeem stroomt op grond van artikel 27 van het Drinkwaterbesluit (Dwb) altijd van drinkwaterkwaliteit zijn en dient het te voldoen aan de normen van bijlage A Dwb. De recirculatiedouches zijn volgens verweerder onderdeel van het collectieve leidingnet van eiseres en vallen daarom onder de Dww en de Dwr. Dat betekent dat water aan het tappunt van drinkwaterkwaliteit moet zijn en moet voldoen aan de wettelijke eisen die hiervoor gelden. Volgens verweerder voldoet eiseres met het in gebruik hebben van meerdere Upfall showers hier niet aan en leidt dit tot verhoogde gezondheidsrisico’s voor de gasten van eiseres. Verweerder heeft zich hierbij op het standpunt gesteld dat de douchekop van de regendouche van de Upfall shower als tappunt heeft te gelden en dat het water bestemd om te douchen van drinkwaterkwaliteit moet zijn.
4. Gronden van beroep
4.1
Eiseres heeft als meest verstrekkend aangevoerd dat verweerder bij het opleggen van de last onder dwangsom ten onrechte tot uitgangspunt heeft genomen dat de douchekop van de regendouche het tappunt in de zin van Dww en Drinkwaterbesluit (Dwb) is. Volgens eiseres moet de atmosferische onderbreking daarvóór, op het punt waar het wellness-gedeelte van de Upfall shower is aangesloten op haar collectieve leidingnet, worden aangemerkt als tappunt in de in van artikel 1, eerste lid, Dwb. Volgens eiseres betekent dit dat artikel 30 Dww en artikel 13 Dwb juncto bijlage A Dwb en bijlage 3 Dwr niet van toepassing zijn op het water dat uit de regendouche komt. Verweerder stelt zich daarom, aldus eiseres, ten onrechte op het standpunt dat het wellness-gedeelte van de Upfall shower onder het toezicht van verweerder en de ILT valt.
5. Beoordeling
5.1
De vraag moet worden beantwoord of verweerder bevoegd is tot het toepassen van bestuursdwang. Voor het antwoord is beslissend of verweerder terecht de eis heeft gesteld dat het water dat uit de douchekop van de regendouche van de Upfall shower stroomt op grond van de drinkwaterwetgeving van drinkwaterkwaliteit moet zijn. Dat het water uit deze douchekop door de recirculatie niet aan deze eis voldoet, is tussen partijen immers niet in geschil.
5.2
Ter beantwoording van de hiervoor geformuleerde vraag heeft als uitgangspunt te gelden, zoals ook in artikel 6, eerste lid, aanhef en onder a, van de Drinkwaterrichtlijn is neergelegd, dat op het punt waar het water uit de kranen komt die normaliter worden gebruikt voor menselijke consumptie, zoals uitgewerkt in de toepasselijke nationale wet- en regelgeving, het zogenaamde tappunt, van drinkwaterkwaliteit moet zijn. Dat geldt ook als een douchekop als het tappunt moet worden aangemerkt, zoals het geval is bij de conventionele handdouche. Partijen verschillen echter van mening wat bij het wellness-systeem van de Upfall shower onder ‘het tappunt’ moet worden verstaan.
5.3
Verweerder stelt zich op het standpunt dat de douchekop van de regendouche als tappunt moet worden aangemerkt omdat daar het water beschikbaar komt voor de consument. Volgens verweerder maakt het gehele Upfall-showersysteem deel uit van het collectief leidingnet van eiseres en is de atmosferische onderbreking vanwege het gesloten karakter daarvan ten opzichte van de buitenwereld een normaal onderdeel van het gesloten leidingsysteem. Het vervult daarbinnen slechts de rol van een (effectieve) terugstroombeveiliging. Verweerder bestrijdt dat de Upfall shower een ontvangtoestel is zoals een whirlpool, een ligbad, een wasmachine of koffieautomaat, waar het water bij gebruik niet (meer) van drinkwaterkwaliteit hoeft te zijn, nu met een douchekop rechtstreeks water kan worden gesproeid of verneveld. Volgens verweerder is de Upfall shower vergelijkbaar met een aan een kraan verbonden gewone douchekop.
Verweerder zoekt aansluiting bij artikel 35 Dwb waarin ten aanzien van legionella preventie in het vierde lid is bepaald dat als tappunten worden aangemerkt de tappunten met een douche of andere appendage waarmee water kan worden gesproeid of verneveld. Omdat legionella-preventie deel uitmaakt van het grotere geheel van microbiologische verontreiniging, ligt het niet voor de hand dat beperktere eisen zouden gelden voor de delen van het collectieve leidingnet waarin overige microbiologische verontreiniging moet worden voorkomen. Verweerder wijst ook op artikel 6 Drinkwaterrichtlijn waarin onder de titel “Plaats waar aan de kwaliteitseisen moet worden voldaan” is bepaald dat water dat via een distributienet wordt geleverd aan de vastgestelde parameterwaarden moet worden voldaan op het punt binnen een perceel of een gebouw waar het uit de kranen komt die normaliter worden gebruikt voor menselijke consumptie. Verweerder maakt tot slot uit de Memorie van Toelichting bij de Dww, die de Drinkwaterrichtlijn volgt, op dat het begrip tappunt ruim mag worden uitgelegd om te voorkomen dat aanzienlijke en belangrijke delen van de leidingnetten worden uitgesloten van de bescherming door de regels.
5.4
Eiseres stelt zich op het standpunt dat het wellness-systeem, inclusief de regendouche, van de Upfall shower een zogenoemd ontvangtoestel is als bedoeld in artikel 3.1 van Werkblad 3.8 en NEN 1006. Voor een ontvangtoestel geldt dat tot aan de aansluitbeveiliging in of aan een toestel drinkwaterkwaliteit aanwezig moet zijn. Tussen het wellness-gedeelte van de Upfall Shower en de waterleidingen van het collectief leidingnet bevindt zich een atmosferische onderbreking welke ervoor zorgt dat het water vanaf dat punt niet kan terugstromen in het collectieve leidingnet. Volgens eiseres is dat het aansluitpunt van het wellness-gedeelte op het collectieve leidingnet en is dat het tappunt waar drinkwaterkwaliteit nog wel aanwezig moet zijn. Aan deze eis wordt voldaan, aldus eiseres.
5.5
Gelet op de toelichting van partijen in de stukken en ter zitting, is het systeem als volgt opgebouwd en is de werking als hierna weergegeven. De Upfall shower bestaat, naast de “gewone” handdouche, die rechtstreeks op een mengkraan is aangesloten, uit een wellness-systeem met een regendouche. Zodra het wellness-systeem wordt ingeschakeld komt er (na een opwarmtijd van een UV-lamp die is gericht op het in de systeem circulerende water en een spoelcyclus van het gehele systeem van een minuut) water uit de regendouche. Dit water komt vervolgens terecht in een opvangreservoir. Zodra dit reservoir is gevuld, wordt het water omhoog gepompt in de richting van de regendouche. Daarna gaat het water eerst door een microfilter, waar stofdeeltjes en bijvoorbeeld haren uit het water worden gefilterd. Vervolgens stroomt het water langs de UV desinfectielamp, zodat bacteriën en micro-organismen worden gedood. Daarna valt het water via de kop van de regendouche weer naar beneden en weer in het reservoir. Op deze manier wordt het douchewater gecirculeerd. Af en toe wordt een kleine hoeveelheid warm tapwater toegevoegd aan het circulerende water, om ervoor te zorgen dat het water uit de regendouche een constante temperatuur houdt. Via een overloop wordt dan een zelfde hoeveelheid gebruikt water afgevoerd. Hierdoor is het douchewater na ongeveer drie minuten geheel ververst. De aansluiting op het collectief leidingnet is als volgt. Op een thermostaatkraan zijn aangesloten een koudwaterleiding en een warmwaterleiding. Vanaf de thermostaatkraan wordt het water op de ingestelde temperatuur door middel van een t-splitsing in twee richtingen geleid. De ene aftakking gaat – zonder onderbreking – naar de handdouche, de andere aftakking gaat via een magneetventiel (waarmee de toestroom van water door het wellness-systeem na in werkingstelling wordt gereguleerd) naar een zogenaamde atmosferische onderbreking, waarna het water in het wellness-systeem stroomt. Bij de Upfall shower zit vóór het punt waar de warmwaterleiding is aangesloten op de thermostaatkraan nog een T-splitsing. De aftakking die hiermee is gerealiseerd loopt door een tweede magneetventiel dat door het wellness-systeem wordt aangestuurd, via de al genoemde atmosferische onderbreking ook naar het wellness-systeem. Via deze leiding wordt tijdens het gebruik van het wellness-systeem het extra warme water toegevoegd aan het circulerende water. De afgetakte warmwaterleiding en de waterleiding vanaf de thermostaatkraan komen derhalve samen op een punt voordat beide stromen het wellness-systeem van de Upfall shower bereiken, namelijk op het punt van de atmosferische onderbreking. Deze onderbreking brengt mee dat het water niet kan terugstromen naar het collectieve leidingnet.
5.7
Uit de definitie van tappunt in het Dwb volgt dat het tappunt de plaats is waar het drinkwater, huishoudwater of warm tapwater beschikbaar komt voor gebruik. Dat is de plaats waar het uit de kraan komt in de zin van artikel 6, eerst lid, aanhef en onder a, van de Drinkwaterrichtlijn. Bij de Upfall Shower is sprake is van een extra wellness-voorziening naast de gebruikelijke standaard handdouche, waarbij de consument bewust een keuze kan maken om het systeem met de recirculerende en waterbesparende regendouche al dan niet in te schakelen. Op het moment dat de consument besluit het wellness-systeem te gebruiken en hij het wellness-systeem aanzet, vult het wellness-systeem zich vanaf het punt van de atmosferische onderbreking met water. Op dat moment is sprake van het beschikbaar komen van water voor gebruik, waarbij het water het collectieve leidingnet verlaat om te stromen in het wellness-systeem. Dat punt merkt de rechtbank dan ook als tappunt aan. Het wellness-systeem is op dat tappunt aangesloten op de waterleiding en kan ingevolge artikel 1.3.1.29 van de definitiebepalingen in de NEN 1006 als zodanig worden aangemerkt als een ontvangtoestel, te weten een apparaat dat wordt aangesloten op de leidingwaterinstallatie. Tot aan dat tappunt bij de aansluitbeveiliging in of aan het toestel moet drinkwaterkwaliteit aanwezig zijn. De Upfall shower voldoet hieraan, nu vaststaat dat het water tot aan de atmosferische onderbreking nog van drinkwaterkwaliteit is. Dat de Upfall Shower iets anders is dan de in die NEN-norm genoemde voorbeelden zoals een op het collectief leidingnet direct aangesloten koffie- of wasautomaat, doet hieraan niet af. Ditzelfde geldt voor de stelling van verweerder dat een Upfall shower vergelijkbaar is met een kraan of douche, waaruit normaliter drinkwater stroomt. Het wellness-systeem in de Upfall shower is immers geen gewone douche. Dat is de handdouche die naast de regendouche aanwezig is, wel. De Upfall shower is een wellness-systeem waarbij de consument bewust kan kiezen of hij daarvan gebruik maakt of niet. Bovendien geeft eiseres in haar vakantieverblijven op meerdere manieren uitleg over de werking van het wellness-systeem, waarbij zij de gebruiker informeert over het feit dat het water uit de kop van de regendouche, hoewel het systeem telkens na gebruik wordt schoongemaakt en ook tijdens het gebruik het douchewater door het filteren en desinfecteren nog in kwaliteit wordt verbeterd, zo niet van drinkwaterkwaliteit is. Het wellness-systeem van de Upfall shower is in wezen vergelijkbaar met een whirlpoolsysteem waarbij het bad op de waterleiding is aangesloten doormiddel van een vul-overloop of met een ligbad, waarin ook uit het collectief leidingnet gestroomd water van drinkkwaliteit meermalen of langere tijd wordt gebruikt en aldus niet langer van drinkwaterkwaliteit is. Immers, ook zo’n whirlpool is aangesloten op het collectieve leidingnet, waarbij water continu rondgepompt wordt. En ook bij een whirlpool is sprake van een extra luxe voorziening, waarbij de consument zelf kan kiezen om die wel of niet te gebruiken. Tussen partijen is niet in geschil dat een whirlpoolsysteem niet tot een collectief leidingnet behoort, zodat het ILT op whirlpoolbaden geen toezicht houdt en verweerder ten aanzien van dergelijke systemen geen handhavende bevoegdheid op grond van de drinkwaterwetgeving heeft.
5.8
Verweerder heeft dan ook ten onrechte tot uitgangspunt genomen dat het wellness-gedeelte van de Upfall shower onderdeel van het collectief leidingnet is en onder zijn toezicht valt, zodat hij niet bevoegd was de last onder dwangsom aan eiseres op te leggen. Aan het door verweerder in beroep nog ingenomen subsidiaire standpunt dat de Upfall shower als collectieve watervoorziening als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Drinkwaterwet moet worden aangemerkt en hij daarom vergelijkbare kwaliteitseisen mag opleggen, gaat de rechtbank voorbij omdat die stelling niet aan het bestreden besluit is ten grondslag gelegd. Hetgeen eiseres overigens nog heeft aangevoerd, voor zover zij die gronden nog heeft gehandhaafd, hoeft geen bespreking.
5.9
Het beroep is gegrond en de rechtbank zal het bestreden besluit vernietigen. De rechtbank ziet aanleiding zelf in de zaak te voorzien, in die zin dat ook het primaire besluit wordt herroepen en te bepalen dat de uitspraak in de plaats treedt van het vernietigde besluit.
5.1
Omdat de rechtbank het beroep gegrond verklaart, bepaalt de rechtbank dat verweerder aan eiseres het door haar betaalde griffierecht vergoedt.
5.11
De rechtbank veroordeelt verweerder in de door eiseres gemaakte proceskosten. Deze kosten stelt de rechtbank op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op € 1.575,- (1 punt voor het indienen van het bezwaarschrift, 1 punt voor het indienen van het beroepschrift, 1 punt voor het verschijnen ter zitting, met een waarde per punt van € 525,- en een wegingsfactor 1).

Beslissing

De rechtbank:
  • verklaart het beroep gegrond;
  • vernietigt het bestreden besluit;
  • herroept het primaire besluit en bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van het vernietigde bestreden besluit;
  • draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 345,- aan eiseres te vergoeden;
  • veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 1.575,-.
Deze uitspraak is gedaan door mr. drs. J.H.A.C. Everaerts, voorzitter, en mr. R.H.M. Bruin en
mr. L. Boonstra, leden,in aanwezigheid van mr. P.C. van der Vlugt, griffier
.De uitspraak is in het openbaar gedaan op 9 maart 2020.
griffier voorzitter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

Bijlage

Richtlijn 98/83/EG van de Raad van 3 november 1998 betreffende de kwaliteit van voor menselijke consumptie bestemd water (Drinkwaterrichtlijn)
Artikel 6 Plaats waaraan de kwaliteitseisen moet worden voldaan
1. Aan de overeenkomstig artikel 6 vastgestelde parameterwaarden moet worden voldaan:
a. a) voor water dat via een distributienet wordt geleverd, op het punt binnen een perceel of gebouw waar het uit de kranen komt die normaliter worden gebruikt voor menselijke consumptie; of
Drinkwaterwet
Artikel 1
In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
collectief leidingnet: samenstel van leidingen, fittingen en toestellen dat tijdelijk, doch niet ten behoeve van bevoorrading, dan wel permanent, is aangesloten op het distributienet van een drinkwaterbedrijf of collectieve watervoorziening, en door middel waarvan drinkwater of warm tapwater ter beschikking wordt gesteld aan consumenten of andere afnemers;
collectieve watervoorziening:
a. landgebonden voorziening, niet zijnde een drinkwaterbedrijf, voor de productie of distributie van water dat met behulp van een leiding of distributienet aan consumenten of andere afnemers als drinkwater of warm tapwater ter beschikking wordt gesteld;
b. voorziening voor de productie of distributie van water op een binnen het Nederlandse territoir gelegen mijnbouwinstallatie als bedoeld in artikel 1, onderdeel o, van de Mijnbouwwet, welk water als drinkwater of warm tapwater aan consumenten binnen die mijnbouwinstallatie ter beschikking wordt gesteld;
drinkwater: water bestemd of mede bestemd om te drinken, te koken of voedsel te bereiden dan wel voor andere huishoudelijke doeleinden, met uitzondering van warm tapwater, dat door middel van leidingen ter beschikking wordt gesteld aan consumenten of andere afnemers;
warm tapwater: water bestemd of mede bestemd om te drinken, te koken of voedsel te bereiden dan wel voor andere huishoudelijke doeleinden, dat wordt verwarmd voordat het voor die toepassingen ter beschikking wordt gesteld.
Artikel 30
De eigenaar van een collectief leidingnet draagt er zorg voor dat het ontwerp en de staat van dat collectieve leidingnet alsmede de toestellen en leidingen die daarvan deel uitmaken en die middellijk of onmiddellijk zijn aangesloten op het leidingnet van een drinkwaterbedrijf of collectieve watervoorziening, dan wel op een ander collectief leidingnet, geen gevaar kunnen opleveren voor verontreiniging van dat andere leidingnet en van het door middel van de bedoelde toestellen en leidingen aan consumenten of andere afnemers ter beschikking gestelde drinkwater.
Artikel 50
1. Onze Minister is bevoegd tot toepassing van bestuursdwang ter handhaving van deze wet en de daarop berustende bepalingen.
Drinkwaterbesluit
Artikel 1
1. In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
tappunt: plaats waar het drinkwater, huishoudwater of warm tapwater beschikbaar komt voor gebruik.
Artikel 13
1. De eigenaar van een drinkwaterbedrijf draagt er zorg voor dat het drinkwater op het leveringspunt en op het tappunt voldoet aan de eisen die daaraan worden gesteld in de tabellen I, II, IIIa, IIIb, IIIc en IV van bijlage A, behorende bij dit besluit.
Artikel 25
1. Indien het drinkwater niet voldoet aan een in tabel IIIa, IIIb, IIIc of IV van bijlage A, behorende bij dit besluit, gestelde eis, informeert de eigenaar terstond en volledig de toezichthouder hierover en verricht hij terstond onderzoek naar de oorzaak en de mogelijke nadelige gevolgen voor de volksgezondheid.
2 In gevallen als bedoeld in het eerste lid neemt de eigenaar terstond de in het belang van de volksgezondheid noodzakelijke en passende herstelmaatregelen waardoor het drinkwater alsnog voldoet aan de daaraan gestelde eisen, tenzij de toezichthouder van oordeel is dat de normoverschrijding geen nadelige gevolgen heeft voor de gezondheid van de consumenten en voor de aan hen toebehorende goederen.
3 In gevallen als bedoeld in het eerste lid informeert de eigenaar de consumenten en andere afnemers over het niet voldoen aan de daar bedoelde eis of eisen en adviseert hij hen omtrent de maatregelen die zij kunnen nemen om nadelige gevolgen voor de gezondheid te voorkomen, tenzij de toezichthouder van oordeel is dat de normoverschrijding geen nadelige gevolgen heeft voor de gezondheid van de consumenten en voor de aan hen toebehorende goederen.
Artikel 27
1. Warm tapwater wordt bereid uit drinkwater dat voldoet aan de kwaliteitseisen, bedoeld in artikel 13, eerste lid.
Artikel 33
1. De artikelen 12, 13, eerste lid, 14, 19, voor zover het betreft de in een collectief leidingnet toe te passen materialen, 21 tot en met 25, 26, eerste lid, en 44 en de daarop berustende bepalingen zijn van overeenkomstige toepassing op de eigenaar van een collectief leidingnet.
Artikel 35
1. Dit hoofdstuk is van toepassing op de eigenaar van een collectieve watervoorziening of collectief leidingnet waarop direct of indirect tappunten als bedoeld in het vierde lid zijn aangesloten, voor zover die tappunten aanwezig zijn:
a. in instellingen als bedoeld in artikel 1.2, onderdeel 1, van het Uitvoeringsbesluit WTZi, met uitzondering van zelfstandige behandelcentra;
b. in zorginstellingen die behoren tot een bij ministeriële regeling aangewezen categorie;
c. in een gebouw, een gedeelte van een gebouw of een samenhangend geheel van gebouwen of gedeelten daarvan:
1°. met een logiesfunctie als bedoeld in artikel 1.1, tweede lid, van het Bouwbesluit 2012, met uitzondering van recreatiewoningen, huisjes op volkstuincomplexen en gebouwen waar uitsluitend wordt overnacht door personen die ter plaatse werkzaam zijn;
2°. met een woonfunctie als bedoeld in artikel 1.1, tweede lid, van het Bouwbesluit 2012, waar bedrijfsmatig nachtverblijf wordt verleend aan meer dan vijf personen;
d. in een opvangcentrum als bedoeld in artikel 1 van de Wet Centraal Orgaan opvang asielzoekers;
e. in een gebouw, een gedeelte van een gebouw of een samenhangend geheel van gebouwen of gedeelten daarvan met een celfunctie als bedoeld in artikel 1.1, tweede lid, van het Bouwbesluit 2012;
f. in een badinrichting als bedoeld in artikel 1 van de Wet hygiëne en veiligheid badinrichtingen en zwemgelegenheden, voor zover ten minste één bassin een wateroppervlakte van twee m2 of meer heeft en dieper is dan 0,50 meter;
g. op een terrein of plaats, geheel of gedeeltelijk ingericht, en blijkens die inrichting bestemd, om daarop gelegenheid te geven tot het plaatsen of geplaatst houden van op de grond staande bouwwerken ten behoeve van recreatief nachtverblijf;
h. in een haven met de daarbij behorende grond waar overwegend gelegenheid wordt gegeven voor het aanleggen, afmeren of afgemeerd houden van pleziervaartuigen;
i. in een truckstop, benzinestation, wegrestaurant of andere locatie die verband houdt met het wegvervoer, waar douchefaciliteiten aanwezig zijn, bestemd voor openbaar gebruik.
2 De artikelen 36, 41, 42 en 43 zijn van overeenkomstige toepassing op de eigenaar van een drinkwaterbedrijf, voor zover deze drinkwater aan derden ter beschikking stelt, met dien verstande dat voor de toepassing van artikel 43 geldt dat:
a. het onderzoek naar de aanwezigheid van legionellabacteriën na de laatste zuiveringsstap ten minste iedere zes maanden wordt uitgevoerd, en
b. het drinkwater in het distributiegebied van het drinkwaterbedrijf onderzocht wordt met een bij ministeriële regeling vast te stellen frequentie.
3 Hoofdstuk 4 is van overeenkomstige toepassing op de eigenaar van een drinkwaterbedrijf, voor zover deze huishoudwater aan derden ter beschikking stelt.
4 Als de tappunten, bedoeld in de aanhef van het eerste lid, worden aangemerkt:
a. tappunten met een douche of andere appendage waarmee water kan worden gesproeid of verneveld;
b. tappunten die al dan niet tijdelijk gebruikt worden voor het aansluiten van een douche, andere appendage of toestel waarmee water kan worden gesproeid of verneveld;
c. tappunten waarvan de eigenaar redelijkerwijze kan weten of vermoeden dat deze al dan niet tijdelijk gebruikt worden voor het aansluiten van een douche, andere appendage of toestel waarmee water kan worden gesproeid of verneveld;
d. alle tappunten in een instelling als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, voor zover het een afdeling hematologie of oncologie is, dan wel daar transplantaties worden uitgevoerd of daar patiënten met chronische longaandoeningen of stoornissen van het immuunsysteem verblijven.
Waterwerkblad 3.8
Artikel 3.1
 Drinkwatertoestellen
Voor en na het toestel moet drinkwaterkwaliteit aanwezig zijn. Voorbeelden zijn o.a. reduceertoestellen en sanitaire kranen.
• Ontvangtoestellen
Tot aan de aansluitbeveiliging in of aan een toestel moet drinkwaterkwaliteit aanwezig zijn. Voorbeelden zijn o.a. koffieautomaten, vaatwasmachines en doseerapparaten.
NEN 1006
Artikel 1.3.1.29
Voor de toepassing van deze norm gelden de volgende termen en definities.
Toestel: apparaat dat wordt geplaatst in of aangesloten op de leidingwaterinstallatie
Opmerking 1 bij de term: Toestel kan zowel een drinkwatertoestel als een ontvangtoestel zijn. Een
drinkwatertoestel is een onderdeel van de leidingwaterinstallatie waarbij zowel voor als na het toestel
drinkwaterkwaliteit aanwezig is. Een ontvangtoestel is aangesloten op de leidingwaterinstallatie waarbij tot aan de aansluitbeveiliging in of aan het toestel drinkwaterkwaliteit aanwezig is.