Bijlage
Richtlijn 98/83/EG van de Raad van 3 november 1998 betreffende de kwaliteit van voor menselijke consumptie bestemd water (Drinkwaterrichtlijn)
Artikel 6 Plaats waaraan de kwaliteitseisen moet worden voldaan
1. Aan de overeenkomstig artikel 6 vastgestelde parameterwaarden moet worden voldaan:
a. a) voor water dat via een distributienet wordt geleverd, op het punt binnen een perceel of gebouw waar het uit de kranen komt die normaliter worden gebruikt voor menselijke consumptie; of
Artikel 1
In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
collectief leidingnet: samenstel van leidingen, fittingen en toestellen dat tijdelijk, doch niet ten behoeve van bevoorrading, dan wel permanent, is aangesloten op het distributienet van een drinkwaterbedrijf of collectieve watervoorziening, en door middel waarvan drinkwater of warm tapwater ter beschikking wordt gesteld aan consumenten of andere afnemers;
collectieve watervoorziening:
a. landgebonden voorziening, niet zijnde een drinkwaterbedrijf, voor de productie of distributie van water dat met behulp van een leiding of distributienet aan consumenten of andere afnemers als drinkwater of warm tapwater ter beschikking wordt gesteld;
b. voorziening voor de productie of distributie van water op een binnen het Nederlandse territoir gelegen mijnbouwinstallatie als bedoeld in artikel 1, onderdeel o, van de Mijnbouwwet, welk water als drinkwater of warm tapwater aan consumenten binnen die mijnbouwinstallatie ter beschikking wordt gesteld;
drinkwater: water bestemd of mede bestemd om te drinken, te koken of voedsel te bereiden dan wel voor andere huishoudelijke doeleinden, met uitzondering van warm tapwater, dat door middel van leidingen ter beschikking wordt gesteld aan consumenten of andere afnemers;
warm tapwater: water bestemd of mede bestemd om te drinken, te koken of voedsel te bereiden dan wel voor andere huishoudelijke doeleinden, dat wordt verwarmd voordat het voor die toepassingen ter beschikking wordt gesteld.
Artikel 30
De eigenaar van een collectief leidingnet draagt er zorg voor dat het ontwerp en de staat van dat collectieve leidingnet alsmede de toestellen en leidingen die daarvan deel uitmaken en die middellijk of onmiddellijk zijn aangesloten op het leidingnet van een drinkwaterbedrijf of collectieve watervoorziening, dan wel op een ander collectief leidingnet, geen gevaar kunnen opleveren voor verontreiniging van dat andere leidingnet en van het door middel van de bedoelde toestellen en leidingen aan consumenten of andere afnemers ter beschikking gestelde drinkwater.
1. Onze Minister is bevoegd tot toepassing van bestuursdwang ter handhaving van deze wet en de daarop berustende bepalingen.
1. In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
tappunt: plaats waar het drinkwater, huishoudwater of warm tapwater beschikbaar komt voor gebruik.
1. De eigenaar van een drinkwaterbedrijf draagt er zorg voor dat het drinkwater op het leveringspunt en op het tappunt voldoet aan de eisen die daaraan worden gesteld in de tabellen I, II, IIIa, IIIb, IIIc en IV van bijlage A, behorende bij dit besluit.
1. Indien het drinkwater niet voldoet aan een in tabel IIIa, IIIb, IIIc of IV van bijlage A, behorende bij dit besluit, gestelde eis, informeert de eigenaar terstond en volledig de toezichthouder hierover en verricht hij terstond onderzoek naar de oorzaak en de mogelijke nadelige gevolgen voor de volksgezondheid.
2 In gevallen als bedoeld in het eerste lid neemt de eigenaar terstond de in het belang van de volksgezondheid noodzakelijke en passende herstelmaatregelen waardoor het drinkwater alsnog voldoet aan de daaraan gestelde eisen, tenzij de toezichthouder van oordeel is dat de normoverschrijding geen nadelige gevolgen heeft voor de gezondheid van de consumenten en voor de aan hen toebehorende goederen.
3 In gevallen als bedoeld in het eerste lid informeert de eigenaar de consumenten en andere afnemers over het niet voldoen aan de daar bedoelde eis of eisen en adviseert hij hen omtrent de maatregelen die zij kunnen nemen om nadelige gevolgen voor de gezondheid te voorkomen, tenzij de toezichthouder van oordeel is dat de normoverschrijding geen nadelige gevolgen heeft voor de gezondheid van de consumenten en voor de aan hen toebehorende goederen.
1. Warm tapwater wordt bereid uit drinkwater dat voldoet aan de kwaliteitseisen, bedoeld in artikel 13, eerste lid.
1. De artikelen 12, 13, eerste lid, 14, 19, voor zover het betreft de in een collectief leidingnet toe te passen materialen, 21 tot en met 25, 26, eerste lid, en 44 en de daarop berustende bepalingen zijn van overeenkomstige toepassing op de eigenaar van een collectief leidingnet.
1. Dit hoofdstuk is van toepassing op de eigenaar van een collectieve watervoorziening of collectief leidingnet waarop direct of indirect tappunten als bedoeld in het vierde lid zijn aangesloten, voor zover die tappunten aanwezig zijn:
a. in instellingen als bedoeld in artikel 1.2, onderdeel 1, van het Uitvoeringsbesluit WTZi, met uitzondering van zelfstandige behandelcentra;
b. in zorginstellingen die behoren tot een bij ministeriële regeling aangewezen categorie;
c. in een gebouw, een gedeelte van een gebouw of een samenhangend geheel van gebouwen of gedeelten daarvan:
1°. met een logiesfunctie als bedoeld in artikel 1.1, tweede lid, van het Bouwbesluit 2012, met uitzondering van recreatiewoningen, huisjes op volkstuincomplexen en gebouwen waar uitsluitend wordt overnacht door personen die ter plaatse werkzaam zijn;
2°. met een woonfunctie als bedoeld in artikel 1.1, tweede lid, van het Bouwbesluit 2012, waar bedrijfsmatig nachtverblijf wordt verleend aan meer dan vijf personen;
d. in een opvangcentrum als bedoeld in artikel 1 van de Wet Centraal Orgaan opvang asielzoekers;
e. in een gebouw, een gedeelte van een gebouw of een samenhangend geheel van gebouwen of gedeelten daarvan met een celfunctie als bedoeld in artikel 1.1, tweede lid, van het Bouwbesluit 2012;
f. in een badinrichting als bedoeld in artikel 1 van de Wet hygiëne en veiligheid badinrichtingen en zwemgelegenheden, voor zover ten minste één bassin een wateroppervlakte van twee m2 of meer heeft en dieper is dan 0,50 meter;
g. op een terrein of plaats, geheel of gedeeltelijk ingericht, en blijkens die inrichting bestemd, om daarop gelegenheid te geven tot het plaatsen of geplaatst houden van op de grond staande bouwwerken ten behoeve van recreatief nachtverblijf;
h. in een haven met de daarbij behorende grond waar overwegend gelegenheid wordt gegeven voor het aanleggen, afmeren of afgemeerd houden van pleziervaartuigen;
i. in een truckstop, benzinestation, wegrestaurant of andere locatie die verband houdt met het wegvervoer, waar douchefaciliteiten aanwezig zijn, bestemd voor openbaar gebruik.
2 De artikelen 36, 41, 42 en 43 zijn van overeenkomstige toepassing op de eigenaar van een drinkwaterbedrijf, voor zover deze drinkwater aan derden ter beschikking stelt, met dien verstande dat voor de toepassing van artikel 43 geldt dat:
a. het onderzoek naar de aanwezigheid van legionellabacteriën na de laatste zuiveringsstap ten minste iedere zes maanden wordt uitgevoerd, en
b. het drinkwater in het distributiegebied van het drinkwaterbedrijf onderzocht wordt met een bij ministeriële regeling vast te stellen frequentie.
3 Hoofdstuk 4 is van overeenkomstige toepassing op de eigenaar van een drinkwaterbedrijf, voor zover deze huishoudwater aan derden ter beschikking stelt.
4 Als de tappunten, bedoeld in de aanhef van het eerste lid, worden aangemerkt:
a. tappunten met een douche of andere appendage waarmee water kan worden gesproeid of verneveld;
b. tappunten die al dan niet tijdelijk gebruikt worden voor het aansluiten van een douche, andere appendage of toestel waarmee water kan worden gesproeid of verneveld;
c. tappunten waarvan de eigenaar redelijkerwijze kan weten of vermoeden dat deze al dan niet tijdelijk gebruikt worden voor het aansluiten van een douche, andere appendage of toestel waarmee water kan worden gesproeid of verneveld;
d. alle tappunten in een instelling als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, voor zover het een afdeling hematologie of oncologie is, dan wel daar transplantaties worden uitgevoerd of daar patiënten met chronische longaandoeningen of stoornissen van het immuunsysteem verblijven.
Voor en na het toestel moet drinkwaterkwaliteit aanwezig zijn. Voorbeelden zijn o.a. reduceertoestellen en sanitaire kranen.
Tot aan de aansluitbeveiliging in of aan een toestel moet drinkwaterkwaliteit aanwezig zijn. Voorbeelden zijn o.a. koffieautomaten, vaatwasmachines en doseerapparaten.
Artikel 1.3.1.29
Voor de toepassing van deze norm gelden de volgende termen en definities.
Toestel: apparaat dat wordt geplaatst in of aangesloten op de leidingwaterinstallatie
Opmerking 1 bij de term: Toestel kan zowel een drinkwatertoestel als een ontvangtoestel zijn. Een
drinkwatertoestel is een onderdeel van de leidingwaterinstallatie waarbij zowel voor als na het toestel
drinkwaterkwaliteit aanwezig is. Een ontvangtoestel is aangesloten op de leidingwaterinstallatie waarbij tot aan de aansluitbeveiliging in of aan het toestel drinkwaterkwaliteit aanwezig is.