ECLI:NL:RBNHO:2020:5410

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
24 juli 2020
Publicatiedatum
17 juli 2020
Zaaknummer
AWB - 20 _ 1640
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet tijdig betalen griffierecht

In deze zaak heeft eiseres, [X], op 5 maart 2020 digitaal beroep ingesteld bij de Rechtbank Noord-Holland, omdat er niet tijdig een uitspraak was gedaan op haar bezwaar van 23 juli 2019. De rechtbank heeft op 24 juli 2020 uitspraak gedaan in deze zaak, waarbij het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is verklaard. De rechtbank baseert deze beslissing op artikel 8:41 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), dat stelt dat iemand die beroep instelt griffierecht moet betalen. In dit geval was het griffierecht vastgesteld op € 48, en eiseres had tot vier weken na de mededeling van de griffier de tijd om dit bedrag te betalen.

De griffier heeft eiseres op 1 april 2020 per aangetekende brief in de gelegenheid gesteld om het griffierecht te betalen. Deze brief is op 8 april 2020 bezorgd, maar eiseres heeft het griffierecht niet tijdig betaald en heeft geen verontschuldiging voor dit verzuim gegeven. De rechtbank concludeert dat er geen reden is om het verzuim te verontschuldigen, waardoor het beroep niet-ontvankelijk is verklaard. De rechtbank heeft ook geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.

De uitspraak is gedaan door mr. M.C. van As, rechter, in aanwezigheid van N. Joacim, griffier. Vanwege de coronamaatregelen is de uitspraak niet op een openbare zitting gedaan, maar zal deze alsnog openbaar worden uitgesproken zodra dat weer mogelijk is. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken verzet worden gedaan bij de rechtbank.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Zittingsplaats Haarlem
Bestuursrecht
zaaknummer: HAA 20/1640

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 24 juli 2020 in de zaak tussen

[X] , te [Z] , eiseres,

en

de inspecteur van de Belastingdienst/Toeslagen, verweerder.

Procesverloop

Op 5 maart 2020 heeft eiseres bij de rechtbank digitaal beroep ingesteld in verband met het niet tijdig nemen van een uitspraak op haar bezwaar van 23 juli 2019.

Overwegingen

1. De rechtbank doet op grond van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak zonder zitting.
2. Iemand die beroep instelt, moet op grond van artikel 8:41, eerste lid, van de Awb griffierecht betalen. In een zaak als deze is het griffierecht op grond van artikel 8:41, tweede lid, van de Awb, gelezen in samenhang met de bij de Awb behorende Regeling verlaagd griffierecht € 48. Op grond van artikel 8:41, vijfde lid, van de Awb moet het griffierecht binnen vier weken na verzending van de mededeling van de griffier dat het verschuldigd is, zijn bijgeschreven op de rekening van de rechtbank of zijn betaald op de griffie van de rechtbank. Als het griffierecht niet of niet tijdig is betaald, is het beroep op grond van artikel 8:41, zesde lid, van de Awb niet-ontvankelijk. Dat is alleen anders als het niet of niet tijdig betalen van het griffierecht verontschuldigbaar is.
3. De griffier heeft bij aangetekend verzonden brief van 1 april 2020 eiseres in de gelegenheid gesteld het griffierecht te betalen binnen vier weken na dagtekening van die brief. Onderzoek in het Track&Trace-systeem van PostNL heeft uitgewezen dat deze brief op 8 april 2020 is bezorgd.
4. Eiseres heeft het griffierecht niet op tijd betaald. Eiseres heeft geen reden gegeven voor dit verzuim. Er is dus niet gebleken van een verontschuldiging voor dit verzuim.
5. Het beroep is daarom kennelijk niet-ontvankelijk.
6. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M.C. van As, rechter, in aanwezigheid van N. Joacim, griffier. Deze uitspraak is gedaan op 24 juli 2020. Als gevolg van maatregelen rondom het coronavirus is deze uitspraak niet uitgesproken op een openbare uitsprakenzitting. Zodra het openbaar uitspreken weer mogelijk is, wordt deze uitspraak, voor zover nodig, alsnog in het openbaar uitgesproken.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan verzet worden gedaan bij deze rechtbank. De indiener van het verzetschrift kan daarbij vragen in de gelegenheid te worden gesteld over het verzet te worden gehoord. De werking van deze uitspraak wordt opgeschort totdat de termijn voor het instellen van verzet is verstreken of, indien verzet wordt ingesteld, op dat verzet is beslist.