ECLI:NL:RBNHO:2020:5394
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Kennelijk niet-ontvankelijk beroep inzake aanslag OZB gebruiker niet woning
Op 24 juli 2020 heeft de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in de zaak tussen eiseres [X], gevestigd te [Z], en de heffingsambtenaar van Cocensus, verweerder. Eiseres heeft op 21 januari 2020 beroep ingesteld tegen de uitspraak op bewaar van verweerder van 11 december 2019, betreffende de aanslag onroerendezaakbelasting (OZB) voor het jaar 2019 voor de onroerende zaak [a]. De rechtbank heeft op grond van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres het griffierecht van € 354,- niet tijdig heeft betaald, ondanks herhaalde verzoeken van de griffier om dit te doen. Eiseres heeft geen verontschuldiging gegeven voor het verzuim. Daarnaast heeft eiseres ook niet tijdig de gronden van het beroep ingediend, ondanks een waarschuwing van de rechtbank. Gelet op deze omstandigheden heeft de rechtbank geoordeeld dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is.
De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling en heeft de uitspraak gedaan in aanwezigheid van griffier N. Joacim. Deze uitspraak is gedaan als gevolg van de coronamaatregelen niet op een openbare zitting, maar zal alsnog openbaar worden uitgesproken zodra dat weer mogelijk is. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken verzet worden gedaan bij de rechtbank.