ECLI:NL:RBNHO:2020:5383

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
24 juli 2020
Publicatiedatum
17 juli 2020
Zaaknummer
AWB - 20 _ 1428
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen naheffingsaanslag omzetbelasting niet-ontvankelijk verklaard wegens verzuimen in beroepschrift

Op 24 juli 2020 heeft de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in de zaak tussen eiseres [X] en de inspecteur van de Belastingdienst, kantoor Amsterdam. Eiseres had op 6 februari 2020 beroep ingesteld tegen de uitspraak op bezwaar van de inspecteur van 27 december 2019, die betrekking had op een naheffingsaanslag omzetbelasting over het tijdvak januari 2019 tot en met maart 2019. De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting, omdat de vereisten van een behoorlijk proces geen behandeling ter zitting vereisten.

De rechtbank constateerde dat eiseres bij haar beroepschrift geen uittreksel uit het handelsregister had overgelegd, wat vereist is om te kunnen aantonen wie als bevoegd bestuurder gerechtigd is beroep in te stellen. Eiseres had ook geen kopie van de statuten overgelegd. De rechtbank had eiseres bij aangetekende brief van 26 mei 2020 verzocht om deze verzuimen binnen vier weken te herstellen, maar eiseres heeft niet gereageerd en de verzuimen niet hersteld.

Aangezien eiseres geen reden heeft gegeven voor de verzuimen en er geen verontschuldiging is gebleken, heeft de rechtbank het beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank heeft ook geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. M.C. van As, rechter, in aanwezigheid van M. van der Elst, griffier. Deze uitspraak is niet op een openbare zitting uitgesproken vanwege de coronamaatregelen, maar zal alsnog openbaar worden uitgesproken zodra dat weer mogelijk is.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Zittingsplaats Haarlem
Bestuursrecht
zaaknummer: HAA 20/1428

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 24 juli 2020 in de zaak tussen

[X] , eiseres

(gemachtigde: [A] ),
en

de inspecteur van de Belastingdienst, kantoor Amsterdam, verweerder.

Procesverloop

Eiseres heeft bij brief van 6 februari 2020 beroep ingesteld tegen de uitspraak op bezwaar van verweerder van 27 december 2019 inzake de naheffingsaanslag omzetbelasting over het tijdvak januari 2019 tot en met maart 2019 met aanslagnummer [#] .

Overwegingen

1. De rechtbank doet op grond van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak zonder zitting. Dit beroep zien mede op de opgelegde boete. De rechtbank is van oordeel dat de vereisten van een behoorlijk proces niet nopen tot een behandeling ter zitting.
2. Iemand die beroep instelt, moet bij zijn beroepschrift zo mogelijk een uittreksel uit het handelsregister indienen waaruit blijkt wie als bevoegd bestuurder gerechtigd is beroep in te stellen. Als dat niet gebeurt, kan de rechtbank na een herstel mogelijkheid het beroep op grond van artikel 6:6 van de Awb niet-ontvankelijk verklaren.
3. Eiseres heeft bij haar beroepschrift geen uittreksel uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel overgelegd. Eiseres heeft evenmin een kopie van de statuten overgelegd.
De rechtbank heeft eiseres bij aangetekende brief van 26 mei 2020 verzocht om binnen
4 weken deze verzuimen te herstellen. Nader onderzoek heeft uitgewezen dat deze brief op 27 mei 2020 is bezorgd op het kantooradres van gemachtigde. Eiseres heeft niet gereageerd. Eiseres heeft de verzuimen niet binnen de door de rechtbank gestelde termijn hersteld.
4. Eiseres heeft geen reden gegeven voor deze verzuimen. Er is dus niet gebleken van een verontschuldiging voor deze verzuimen.
5. Het beroep is daarom kennelijk niet-ontvankelijk.
6. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M.C. van As, rechter, in aanwezigheid van M. van der Elst, griffier. Deze uitspraak is gedaan op 24 juli 2020. Als gevolg van maatregelen rondom het coronavirus is deze uitspraak niet uitgesproken op een openbare uitsprakenzitting. Zodra het openbaar uitspreken weer mogelijk is, wordt deze uitspraak, voor zover nodig, alsnog in het openbaar uitgesproken.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan verzet worden gedaan bij deze rechtbank. De indiener van het verzetschrift kan daarbij vragen in de gelegenheid te worden gesteld over het verzet te worden gehoord. De werking van deze uitspraak wordt opgeschort totdat de termijn voor het instellen van verzet is verstreken of, indien verzet wordt ingesteld, op dat verzet is beslist.