ECLI:NL:RBNHO:2020:535
Rechtbank Noord-Holland
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Oneerlijk beding in algemene voorwaarden van Ryanair betreffende compensatieclaims
In deze zaak heeft de kantonrechter op 22 januari 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen een passagier en Ryanair DAC over de toepassing van artikel 15.2 van de algemene voorwaarden van Ryanair. De passagier, vertegenwoordigd door mr. D.E. Lof, had een verzoek ingediend tegen Ryanair, vertegenwoordigd door mr. A.C.J. Houwers, met betrekking tot een compensatieclaim. De kantonrechter had eerder al een tussenbeschikking gewezen waarin werd vastgesteld dat er een vermoeden bestond dat het betreffende beding als oneerlijk moest worden aangemerkt volgens richtlijn 93/13/EG. Ryanair had in haar verweer verwezen naar een uitspraak van het Engelse Hof van Appel, maar de kantonrechter oordeelde dat deze uitspraak niet relevant was voor de beoordeling van de oneerlijkheid van het beding. De kantonrechter concludeerde dat het beding de rechten van de consument verstoorde en dat Ryanair geen gerechtvaardigd belang had om de bijstand van een gemachtigde te beperken. De kantonrechter oordeelde dat artikel 15.2 van de algemene voorwaarden van Ryanair als oneerlijk moest worden aangemerkt en vernietigd diende te worden. Ryanair werd veroordeeld tot betaling van € 250,00 aan de passagier, vermeerderd met wettelijke rente, en tot betaling van de proceskosten. De beschikking is openbaar uitgesproken en er staat geen hoger beroep open.