Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Het procesverloop
2.De feiten
3.De vordering
- € 250,00, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 19 juli 2018 tot aan de dag der algehele voldoening;
- € 37,50 aan buitengerechtelijke incassokosten;
- de proceskosten, te vermeerderen met wettelijke rente.
4.Verweer
5.De beoordeling
de vlucht vanuit Amsterdam vertraagd was en de aansluitende vlucht naar Graz niet meer bereikt kon worden” en dat “
na een eindeloze wachttijd bij de servicedesk van de AUA, we eindelijk te horen kregen dat ze ons per minibus naar Graz zouden brengen.” Het had op de weg van Airhelp gelegen deze verklaring reeds bij dagvaarding te overleggen. Dit laat echter onverlet dat door Austrian niet wordt betwist dat er minibusjes zijn ingezet. Immers, Austrian voert aan dat de passagier heeft nagelaten te vermelden hoe laat zij met de minibus in Graz is aangekomen. Dit kan bezwaarlijk als een betwisting gelden. De kantonrechter overweegt, dat in een geval als het onderhavige het aan een luchtvaartmaatschappij is om aan te tonen dat de passagier met een vertraging van minder dan drie uur op haar eindbestemming is aangekomen. Een luchtvaartmaatschappij kan, in tegenstelling tot de passagier, over gegevens beschikken waaruit dit zou kunnen blijken.
6.De beslissing
griffierecht € 121,00;
salaris gemachtigde € 72,00;