ECLI:NL:RBNHO:2020:5196
Rechtbank Noord-Holland
- Vereenvoudigde behandeling
- Rechtspraak.nl
Kennelijk niet-ontvankelijk beroep inzake aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekering
In deze zaak heeft eiseres op 14 januari 2020 digitaal beroep ingesteld tegen de uitspraak op bezwaar van de inspecteur van de Belastingdienst, kantoor Amsterdam, van 26 november 2019. Deze uitspraak betrof een aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekering over het jaar 2018. De rechtbank heeft op 17 juli 2020 uitspraak gedaan zonder zitting, op grond van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), omdat de vereisten van een behoorlijk proces geen behandeling ter zitting vereisten.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres het griffierecht van € 48 niet tijdig heeft betaald, ondanks herhaalde verzoeken van de griffier. De griffier heeft eiseres op 7 maart 2020 en 5 april 2020 in de gelegenheid gesteld om het griffierecht te betalen, maar eiseres heeft hierop niet gereageerd. De rechtbank concludeert dat er geen verontschuldiging is voor het niet tijdig betalen van het griffierecht, wat leidt tot niet-ontvankelijkheid van het beroep.
Daarnaast heeft de rechtbank vastgesteld dat het beroepschrift te laat is ingediend. De termijn voor het indienen van een beroepschrift eindigde op 7 januari 2020, maar eiseres heeft het beroepschrift pas op 14 januari 2020 ingediend. Ook hier heeft eiseres geen goede verontschuldiging gegeven voor de te late indiening.
De rechtbank heeft daarom het beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. Deze uitspraak is gedaan door mr. M.C. van As, rechter, in aanwezigheid van M. van der Elst, griffier, en is op 17 juli 2020 gedaan.