ECLI:NL:RBNHO:2020:5194
Rechtbank Noord-Holland
- Vereenvoudigde behandeling
- Rechtspraak.nl
Kennelijk niet-ontvankelijk beroep inzake belastingaanslag
In deze zaak heeft eiser, [X], beroep ingesteld tegen de uitspraak op bezwaar van de inspecteur van de Belastingdienst, kantoor Zwolle, die op 19 december 2019 is gedaan. Het beroep is ingediend op 4 februari 2020, maar de rechtbank heeft vastgesteld dat dit niet tijdig is gebeurd. De termijn voor het indienen van een beroepschrift bedraagt zes weken en eindigde op 30 januari 2020. Eiser heeft het beroepschrift met PostNL verstuurd, maar het poststempel toont aan dat het pas op 3 februari 2020 op de post is gedaan. Hierdoor is het beroepschrift te laat ontvangen door de rechtbank.
De rechtbank heeft eiser in een aangetekende brief van 19 mei 2020 verzocht om binnen vier weken te reageren op de termijnoverschrijding, maar eiser heeft hierop niet gereageerd. Daarnaast heeft eiser verzuimd om binnen de gestelde termijn een schriftelijke machtiging over te leggen, wat ook een reden is voor niet-ontvankelijkheid. De rechtbank heeft geconcludeerd dat er geen verschoonbare redenen zijn voor de termijnoverschrijding en dat het beroep daarom kennelijk niet-ontvankelijk is. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is gedaan door mr. M.C. van As, rechter, in aanwezigheid van M. van der Elst, griffier, op 17 juli 2020. Deze uitspraak is niet openbaar uitgesproken vanwege de coronamaatregelen, maar zal alsnog openbaar worden gemaakt zodra dat weer mogelijk is. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken verzet worden aangetekend.