ECLI:NL:RBNHO:2020:5185

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
9 juli 2020
Publicatiedatum
13 juli 2020
Zaaknummer
8574289 EJ VERZ 20-174
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bepaling termijn voor schuldeisers om vorderingen in te dienen bij vereffenaar in erfrechtelijke zaak

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar, op 9 juli 2020 een beschikking gegeven in het kader van het erfrecht. De vereffenaar, benoemd in een eerdere beschikking van 21 oktober 2019, heeft op 3 juni 2020 een verzoek ingediend om een termijn vast te stellen waarbinnen schuldeisers hun vorderingen bij haar moeten indienen. Dit verzoek is gedaan op basis van artikel 4:214 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek (BW).

Gezien de aard van het verzoek heeft de kantonrechter besloten om af te zien van een behandeling ter terechtzitting en heeft hij de beschikking zonder zitting vastgesteld. De kantonrechter heeft vastgesteld dat er geen feiten of omstandigheden zijn die zich tegen de inwilliging van het verzoek verzetten.

De kantonrechter heeft geoordeeld dat een termijn van ongeveer drie maanden voor schuldeisers voldoende is om hun vorderingen in te dienen. Daarom is de datum vastgesteld waarop de schuldeisers hun vorderingen bij de vereffenaar moeten indienen, namelijk vóór 1 november 2020. De beschikking is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
Locatie Alkmaar
Zaaknr./repnr.: 8574289 EJ VERZ 20-174
Uitspraakdatum: 9 juli 2020
Beschikking van de kantonrechter in de zaak van:
[naam 1] ,
kantoorhoudende te Haarlem,
verzoekster,
verder te noemen: de vereffenaar,
inzake
de nalatenschap van [naam 2],
geboren op [naam 2] te [geboorteplaats] en overleden op 31 januari 2016 te Nong Prue, Thailand, laatstelijk gewoond hebbende te [woonplaats] ,
verder te noemen: erflater.

1.Het procesverloop

1.1.
De vereffenaar heeft een verzoek ingediend, ter griffie ingekomen op 3 juni 2020, strekkende tot bepaling van een termijn ex artikel 4:214 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek (BW).
1.2.
Gelet op de aard van het verzoek is afgezien van een behandeling ter terechtzitting. Vervolgens is beschikking bepaald.

2.De beoordeling

2.1.
Bij beschikking van 21 oktober 2019 van deze rechtbank, locatie Haarlem, is verzoekster benoemd tot vereffenaar van de nalatenschap erflater en is de vereffenaar opgedragen de benoeming bekend te maken in de (elektronische versie van de) Staatscourant.
2.2.
De vereffenaar verzoekt de kantonrechter om een datum vast te stellen waarvoor de schuldeisers van de nalatenschap hun vorderingen bij haar moeten indienen.
2.3.
Nu niet is gebleken van feiten of omstandigheden die zich tegen inwilliging van het verzoek verzetten, zal de kantonrechter, mede gelet op het bepaalde in artikel 4:214 BW, het verzoek toewijzen als hieronder bepaald.
2.4.
De kantonrechter gaat ervan uit dat de oproeping van de schuldeisers van de nalatenschap onverwijld na ontvangst van deze beschikking zal geschieden en is van oordeel dat een termijn van ongeveer 3 maanden voor schuldeisers voldoende is om hun vorderingen bij de vereffenaar in te dienen. De kantonrechter zal de datum waarvoor de schuldeisers hun vorderingen moeten indienen bij de vereffenaar daarom op 1 november 2020 bepalen.

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
bepaalt dat de vereffenaar de schuldeisers van de nalatenschap op zal roepen hun vorderingen bij haar in te dienen vóór 1 november 2020.
Deze beschikking is gegeven door mr. M.C. van Rijn en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.