ECLI:NL:RBNHO:2020:5168

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
29 april 2020
Publicatiedatum
10 juli 2020
Zaaknummer
7200901 \ CV EXPL 18-7906
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Compensatie bij instapweigering en stelplicht in luchtvaartzaken

In deze zaak heeft Airhelp Limited, een rechtspersoon uit Hong Kong, een vordering ingesteld tegen Easyjet Airline Company Limited wegens compensatie na instapweigering van een passagier. De vordering is gebaseerd op de Verordening (EG) 261/2004, die regels vaststelt voor compensatie en bijstand aan luchtreizigers. De passagier had een vlucht geboekt van Londen Luton naar Amsterdam Schiphol op 4 april 2017, maar werd bij aankomst op de luchthaven meegedeeld dat zijn boeking was geannuleerd. Airhelp vorderde compensatie van € 250,-, vermeerderd met rente en kosten, maar Easyjet betwistte de vordering en stelde dat de passagier onjuiste gegevens had opgegeven, wat leidde tot automatische annulering van de boeking. De kantonrechter oordeelde dat Airhelp niet aan haar stelplicht had voldaan door pas bij repliek de juiste feiten te presenteren, waardoor Easyjet niet adequaat kon reageren. De rechter wees de vordering van Airhelp af en veroordeelde haar tot betaling van de proceskosten. De uitspraak benadrukt het belang van het tijdig indienen van relevante feiten in juridische procedures.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 7200901 \ CV EXPL 18-7906
Uitspraakdatum: 29 april 2020
Vonnis in de zaak van:
Airhelp Limited, een rechtspersoon naar het recht van Hong Kong
gevestigd te Hong Kong
eiseres
hierna te noemen Airhelp
gemachtigde mr. H. Yildiz
tegen
De buitenlandse vennootschap
Easyjet Airline Company Limited
mede gevestigd te Schiphol
gedaagde
hierna te noemen Easyjet
gemachtigde mr. J.W.A. Lameijer

1.Het procesverloop

1.1.
Airhelp heeft bij dagvaarding van 27 augustus 2018 een vordering tegen Easyjet ingesteld. Easyjet heeft een incidentele conclusie strekkende tot zekerheidsstelling voor proceskosten ex artikel 224 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) genomen. Airhelp heeft hierop schriftelijk gereageerd. De kantonrechter heeft bij vonnis in het incident van 26 juni 2019 de incidentele vordering van Easyjet toegewezen en Airhelp bevolen om zekerheid te stellen.
1.2.
Bij brief van 22 juli 2019 heeft Easyjet de kantonrechter geïnformeerd dat Airhelp zekerheid heeft gesteld voor de proceskosten. Easyjet heeft vervolgens schriftelijk geantwoord in de hoofdzaak. Airhelp heeft hierop schriftelijk gereageerd, waarna Easyjet een schriftelijke reactie heeft gegeven.

2.De feiten

2.1.
[de passagier] , hierna: de passagier, heeft met Easyjet een vervoersovereenkomst gesloten op grond waarvan Easyjet de passagier diende te vervoeren van Londen Luton Airport naar Amsterdam Schiphol Airport op 4 april 2017, hierna: de vlucht.
2.2.
De vlucht is volgens het vluchtschema uitgevoerd. De geplande aankomsttijd was 08.15 uur, de vlucht is gearriveerd om 08.03 uur.
2.3.
Airhelp heeft compensatie van Easyjet gevorderd bij brief van 21 juli 2017, onder verwijzing naar Verordening (EG) 261/2004. Easyjet heeft per e-mail van 22 december 2017 op deze brief gereageerd en aangegeven dat de vlucht niet verstoord was, zodat er geen recht bestaat op compensatie.

3.De vordering

3.1.
Airhelp vordert dat Easyjet bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis veroordeeld zal worden tot betaling van:
- € 250,-, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 4 april 2017 tot aan de dag der algehele voldoening;
- € 40,- aan buitengerechtelijke incassokosten;
- de proceskosten.
3.2.
Airhelp heeft aan de vordering ten grondslag gelegd de Verordening (EG) nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en tot intrekking van de verordening (EEG) nr. 295/91 (hierna: de Verordening) en de daarop betrekking hebbende rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: het Hof).
3.3.
Bij dagvaarding heeft Airhelp compensatie gevorderd in verband met een verstoring van de vlucht van de passagier, Airhelp stelt in haar dagvaarding dat Easyjet zich beroept op buitengewone omstandigheden die zij onvoldoende heeft onderbouwd. Eerst bij conclusie van repliek beroept Airhelp zich op compensatie in verband met instapweigering. Bij aankomst op de luchthaven van vertrek, nadat de passagier reeds online had ingecheckt, is aan de passagier medegedeeld dat zijn boeking geannuleerd was. De passagier heeft vervolgens zelf opnieuw een ticket geboekt voor deze vlucht. Enkele dagen na de vlucht heeft de passagier de kosten van zijn oorspronkelijke ticket gerestitueerd gekregen. Airhelp stelt dat voorgaande niet afdoet aan het recht van de passagier op compensatie wegens instapweigering.
3.4.
Airhelp stelt dat Easyjet op grond van voorgaande gehouden is te compenseren conform artikel 7 van de Verordening tot een bedrag van € 250,-.

4.Het verweer

4.1.
Easyjet betwist de vordering. Zij voert allereerst aan dat Airhelp in strijd heeft gehandeld met de stelplicht, door eerst bij repliek het juiste feitencomplex kenbaar te maken. Daarnaast voert Easyjet aan dat de oorspronkelijke boeking van de passagier geen bevestigde boeking was en dat deze is geannuleerd omdat de passagier incorrecte gegevens bij zijn boeking heeft opgegeven. In dat geval annuleert het systeem van Easyjet automatisch de boeking. Er is dan ook geen sprake van een (onterechte) instapweigering op grond waarvan Easyjet compensatie verschuldigd is. Easyjet heeft hierover contact opgenomen met Airhelp, maar daarop geen reactie ontvangen. Bovendien heeft de passagier geen financieel of vertragingsnadeel ondervonden.

5.De beoordeling

5.1.
De kantonrechter stelt ambtshalve vast dat de Nederlandse rechter in deze zaak bevoegd is om van de vordering kennis te nemen.
5.2.
De kantonrechter stelt vast dat Airhelp bij dagvaarding niet aan haar stelplicht heeft voldaan. Het had op de weg van Airhelp gelegen de juiste grondslag van haar vordering in een zo vroeg mogelijk stadium van deze procedure kenbaar te maken. Airhelp heeft de juiste grondslag eerst kenbaar gemaakt bij conclusie van repliek, zodat Easyjet bij dupliek eerst inhoudelijk op de vordering heeft kunnen reageren.
5.3.
Airhelp vordert compensatie vanwege instapweigering. Easyjet heeft gemotiveerd betwist dat sprake was van (onterechte) instapweigering op grond waarvan zij aan de passagier compensatie verschuldigd is. Easyjet heeft daartoe aangevoerd dat de passagier zelf onjuiste gegevens bij de oorspronkelijke boeking heeft verstrekt, als gevolg waarvan het systeem van Easyjet de oorspronkelijke boeking zelf heeft geannuleerd.
5.4.
Dat Airhelp niet meer op het verweer van Easyjet heeft kunnen reageren, dient gezien het niet voldoen aan haar stelplicht, voor haar rekening en risico te komen. Gelet op voorgaande zal de kantonrechter de vordering van Airhelp afwijzen.
5.5.
De proceskosten komen voor rekening van Airhelp, omdat deze ongelijk krijgt. De gevorderde rente is toewijsbaar met ingang van de datum gelegen 14 dagen na betekening van dit vonnis.
5.6.
Ook de nakosten kunnen worden toegewezen, voor zover deze kosten daadwerkelijk door Easyjet worden gemaakt. De gevorderde rente over de nakosten is toewijsbaar met ingang van de datum gelegen 14 dagen na betekening van dit vonnis.

6.De beslissing

De kantonrechter:
6.1.
wijst de vordering af;
6.2.
veroordeelt Airhelp tot betaling van de proceskosten, die tot en met vandaag voor Easyjet worden vastgesteld op een bedrag van € 144,00 aan salaris van de gemachtigde van Easyjet, te vermeerderen met de wettelijke rente met ingang van de datum gelegen 14 dagen na betekening van dit vonnis;
6.3.
veroordeelt Airhelp tot betaling van de nakosten, voor zover deze daadwerkelijk door Easyjet worden gemaakt, te vermeerderen met de wettelijke rente met ingang van de datum gelegen 14 dagen na betekening van di vonnis.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.N. Schipper, kantonrechter en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter