ECLI:NL:RBNHO:2020:5165

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
13 mei 2020
Publicatiedatum
10 juli 2020
Zaaknummer
8095576 \ CV FORM 19-15217
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Compensatie voor geannuleerde vlucht door staking personeel van Ryanair

In deze zaak hebben twee passagiers Ryanair DAC aangeklaagd wegens de annulering van hun vlucht van Amsterdam naar Malaga op 28 september 2018. De passagiers hebben een verzoek ingediend tot betaling van € 800,00, vermeerderd met wettelijke rente, op basis van de Verordening (EG) nr. 261/2004, die compensatie regelt voor luchtreizigers bij annuleringen. Ryanair betwistte de verschuldigdheid van de compensatie en voerde aan dat de annulering het gevolg was van een staking van personeel, wat volgens hen een buitengewone omstandigheid vormde. De kantonrechter heeft echter vastgesteld dat Ryanair niet voldoende bewijs heeft geleverd om aan te tonen dat de annulering daadwerkelijk het gevolg was van de staking. De overgelegde verklaring ontbrak essentiële informatie en was niet gedateerd of ondertekend. Hierdoor kon de kantonrechter niet concluderen dat de annulering door de staking was veroorzaakt. De kantonrechter heeft daarom het verzoek van de passagiers tot betaling van de hoofdsom toegewezen, evenals de wettelijke rente. Daarnaast heeft de kantonrechter geoordeeld dat Ryanair de proceskosten moet dragen, omdat de algemene voorwaarden van Ryanair, die een vergoeding voor proceskosten eisten, als oneerlijk zijn aangemerkt. De beschikking is uitgesproken door mr. S.N. Schipper, kantonrechter, en er staat geen hoger beroep open tegen deze beschikking.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 8095576 \ CV FORM 19-15217
Uitspraakdatum: 13 mei 2020
Beschikking in de zaak van:
[passagier 1],
[passagier 2],
beiden wonende te [woonplaats]
verzoekende partij
verder gezamenlijk te noemen: de passagiers
gemachtigde: mr. D.E. Lof
tegen
Ryanair DAC,
gevestigd te Dublin (Ierland)
verwerende partij
verder te noemen: Ryanair
gemachtigde: mr. A.C.J. Houwers

1.Het procesverloop

Dit verloop blijkt uit:
  • het vorderingsformulier (formulier A), ingekomen ter griffie op 27 september 2019;
  • het verweerschrift, ingekomen ter griffie op 3 december 2019;
  • de conclusie van repliek, ingekomen ter griffie op 24 januari 2020;
  • de conclusie van dupliek, ingekomen ter griffie op 28 februari 2020.

2.De feiten

2.1.
De passagiers hebben met Ryanair een vervoersovereenkomst gesloten op grond waarvan Ryanair de passagiers diende te vervoeren van Amsterdam naar Malaga (Spanje) op 28 september 2018, hierna: de vlucht.
2.2.
De vlucht is geannuleerd.

3.Het verzoek en het verweer

3.1.
De passagiers verzoeken Ryanair te veroordelen tot betaling van:
- € 800,00, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 28 september 2018 tot aan de dag der algehele voldoening;
- de proceskosten.
3.2.
De passagiers baseren het verzoek op de Verordening (EG) nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en tot intrekking van de verordening (EEG) nr. 295/91 (hierna: de Verordening) en de daarop betrekking hebbende rechtspraak van het Europese Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: het Hof).
3.3.
De passagiers stellen dat Ryanair vanwege de annulering van de vlucht gehouden is compensatie te betalen conform artikel 7 van de Verordening tot een bedrag van € 400,- per passagier. Daarnaast maken de passagiers aanspraak op betaling door Ryanair van de wettelijke rente.
3.4.
Ryanair betwist de verschuldigdheid van het verzochte. Op het verweer wordt - voor zover relevant - bij de beoordeling van het geschil ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
De kantonrechter stelt ambtshalve vast dat de Nederlandse rechter in deze zaak bevoegd is om van het verzoek kennis te nemen.
4.2.
Vast staat dat de vlucht van de passagiers is geannuleerd. In beginsel moeten de passagiers, gelet op de Verordening, voor die annulering worden gecompenseerd, tenzij Ryanair aantoont dat de annulering het gevolg is van buitengewone omstandigheden die ondanks het treffen van alle redelijke maatregelen niet voorkomen konden worden.
4.3.
Ryanair voert aan dat de annulering van de vlucht het gevolg was van een bijzondere omstandigheid, die niet inherent is aan de dagelijkse activiteiten van Ryanair. De bijzondere omstandigheid is gelegen in een staking van (een deel van) het personeel van Ryanair op de dag van de vlucht. Ryanair heeft geen controle heeft gehad over de oorsprong van de staking. Het ging in dit geval om stakingen die enkel door de vakbond, en niet door Ryanair geïnitieerd waren, op een moment dat Ryanair diverse vakbonden had erkend en reeds in onderhandeling was over een collectieve arbeidsovereenkomst. Ryanair heeft zich derhalve ingespannen om de staking te vermijden. Door de omvang van de staking was het niet mogelijk om alle vluchten door te laten gaan, waaronder de vlucht van de passagiers.
4.4.
De passagiers hebben betwist dat sprake was van een staking en/of van een situatie waarbij een staking genoemde gevolgen heeft gehad voor de vlucht van de passagiers. Ter onderbouwing van de aangevoerde bijzondere omstandigheid verwijst Ryanair naar een verklaring. Naar het oordeel van de kantonrechter ontbreekt in die overgelegde verklaring echter essentiële informatie om tot de conclusie te kunnen komen dat de annulering het gevolg was van een staking. De verklaring is niet gedateerd of ondertekend en uit de verklaring blijkt niet door wie deze is opgesteld. Bovendien bevat de verklaring naast een vluchtnummer geen informatie over de vlucht waar de verklaring betrekking op heeft, zoals de datum van de vlucht.
4.5.
Nu niet kan worden vastgesteld dat de annulering het gevolg was van de staking en Ryanair voor het overige geen verweer heeft gevoerd, zal het verzoek tot betaling van de hoofdsom, gelet op de annulering van de vlucht, worden toegewezen.
4.6.
De verzochte wettelijke rente over de hoofdsom is als onvoldoende gemotiveerd weersproken toewijsbaar.
4.7.
Ryanair heeft, onder verwijzing naar artikel 15.2 van haar algemene voorwaarden, verzocht om veroordeling van de passagiers in de proceskosten, nu de passagiers voorafgaand aan de onderhavige procedure geen contact hebben opgenomen met Ryanair. De kantonrechter overweegt dat bij beschikkingen van 22 januari 2020 (7573474/ CV FORM 19-2569 en 7526665 CV FORM 19-1756) is geoordeeld dat artikel 15.2 van de algemene voorwaarden van Ryanair als een oneerlijk beding moet worden aangemerkt. Artikel 15.2 van de algemene voorwaarden van Ryanair is door de kantonrechter vernietigd en dient dan ook buiten toepassing te blijven. Derhalve komen de proceskosten voor rekening van Ryanair omdat deze ongelijk krijgt.
4.8.
Op verzoek van de passagiers zal een certificaat als bedoeld in artikel 20 lid 2 van de Verordening (EG) nr. 861/2007 tot vaststelling van een Europese procedure voor geringe vorderingen aan deze beschikking worden gehecht.

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
veroordeelt Ryanair tot betaling aan de passagiers van € 800,00, te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf 28 september 2018 tot aan de dag van de algehele voldoening;
5.2.
veroordeelt Ryanair tot betaling van de proceskosten die aan de kant van de passagiers tot en met vandaag worden begroot op € 231,00 aan griffierecht en € 240,00 aan salaris gemachtigde.
Deze beschikking is gewezen door mr. S.N. Schipper, kantonrechter, en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze beschikking staat geen hoger beroep open