ECLI:NL:RBNHO:2020:5159

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
2 juli 2020
Publicatiedatum
10 juli 2020
Zaaknummer
8423286 \ VV EXPL 20-57
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Arbeidsrecht
Procedures
  • Verstek
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verstek in kort geding over loonvordering na beëindiging dienstverband

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 2 juli 2020 uitspraak gedaan in een kort geding tussen [werknemer] en InterExped B.V. [werknemer] heeft InterExped op 8 juni 2020 gedagvaard, waarna de mondelinge behandeling op 18 juni 2020 heeft plaatsgevonden. InterExped is niet verschenen, ondanks een behoorlijke oproeping, waardoor verstek is verleend. [werknemer] vorderde een voorlopige voorziening tot betaling van een bedrag van € 3.097,59 bruto, bestaande uit achterstallig salaris en een eindafrekening. Hij heeft zijn vordering onderbouwd met het feit dat hij op 18 maart 2019 in dienst is getreden en zijn arbeidsovereenkomst per 31 december 2019 heeft opgezegd. Ondanks herhaalde verzoeken heeft InterExped nagelaten om het verschuldigde salaris te betalen.

Tijdens de zitting heeft [werknemer] het spoedeisende belang van zijn vordering toegelicht, waarbij hij aangaf dat hij leningen bij familie en kennissen moet terugbetalen en een schuld bij de belastingdienst heeft. De kantonrechter heeft geoordeeld dat [werknemer] het spoedeisende belang aannemelijk heeft gemaakt en dat de vorderingen niet onrechtmatig of ongegrond zijn. De kantonrechter heeft de vorderingen van [werknemer] toegewezen en InterExped veroordeeld tot betaling van het gevorderde bedrag, vermeerderd met wettelijke verhogingen en rente. Tevens zijn de proceskosten voor rekening van InterExped gesteld, omdat deze partij ongelijk heeft gekregen. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, met uitzondering van de overige gevorderde voorzieningen die zijn afgewezen.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 8423286 \ VV EXPL 20-57
Uitspraakdatum: 2 juli 2020
Vonnis van de kantonrechter in kort geding in de zaak van:
[werknemer]
wonende te [woonplaats]
eiser
verder te noemen: [werknemer]
gemachtigde: mr. Kroezen
tegen
InterExped B.V.
gevestigd te Schiphol
gedaagde
verder te noemen: InterExped
niet verschenen

1.Het procesverloop

1.1.
[werknemer] heeft InterExped op 8 juni 2020 gedagvaard.
1.2.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 18 juni 2020. InterExped is, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet verschenen. Tegen InterExped is verstek verleend.
1.3.
De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat [werknemer] ter toelichting van zijn standpunt, mede aan de hand van pleitaantekeningen, naar voren heeft gebracht.

2.De beoordeling

2.1.
[werknemer] vordert dat de kantonrechter bij wijze van voorlopige voorziening InterExped veroordeelt tot betaling van een bedrag van € 3097,59 bruto, bestaande uit achterstallig salaris over de periode december 2019 (€ 2.017,60 bruto) en de eindafrekening (€ 1.079,99 bruto). Daarnaast vordert [werknemer] dat de kantonrechter InterExped bij wijze van voorlopige voorziening veroordeelt tot betaling van de wettelijke verhoging en de wettelijke rente, en om InterExped te veroordelen in de kosten van dit geding.
2.2.
Hij legt aan de vordering ten grondslag – kort weergegeven – dat hij op 18 maart 2019 in dienst is getreden bij InterExped en zijn arbeidsovereenkomst per 31 december 2019 heeft opgezegd. Ondanks dat hij InterExped heeft aangesproken en gesommeerd om het salaris over periode 13 (2 tot en met 29 december 2019) en de eindafrekening te betalen, is InterExped niet tot betaling overgegaan.
2.3.
Ter zitting heeft [werknemer] toegelicht dat het spoedeisende belang bij deze vordering is gelegen in het moeten terugbetalen van leningen bij onder andere familie en kennissen en zijn schuld bij de belastingdienst die moet worden betaald. [werknemer] heeft verder toegelicht momenteel een financieel gat te hebben wat hij had verwacht te dichten met het gevorderde salaris.
2.4.
De kantonrechter zal de vorderingen toewijzen, nu [werknemer] het spoedeisende belang bij die vorderingen aannemelijk heeft gemaakt en de vorderingen de kantonrechter niet onrechtmatig of ongegrond voorkomen.
2.5.
De proceskosten komen voor rekening van InterExped, omdat zij ongelijk krijgt.

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
veroordeelt InterExped tot betaling aan [werknemer] van € 3.097,59 bruto te vermeerderen met de wettelijke verhoging ex artikel 7:625 BW en de wettelijke rente over dat bedrag vanaf de data van opeisbaarheid van de betreffende loontermijnen tot aan de dag van de gehele betaling;
3.2.
veroordeelt InterExped tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van [werknemer] tot en met vandaag vaststelt op:
dagvaarding € 106,47
griffierecht € 236,00
salaris gemachtigde € 480,00 ;
3.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
3.4.
wijst de gevorderde voorziening voor het overige af.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.I.V. Scherpenhuijsen Rom en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter