ECLI:NL:RBNHO:2020:5156

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
17 juni 2020
Publicatiedatum
10 juli 2020
Zaaknummer
7112478 \ CV EXPL 18-6596
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Compensatie voor langdurige vertraging van een vlucht door bijzondere omstandigheden

In deze zaak hebben passagiers van Turkish Airlines een vordering ingesteld wegens langdurige vertraging van hun vlucht van Amsterdam naar Khartoum via Istanbul. De passagiers hebben meer dan 24 uur vertraging op hun eindbestemming ervaren. Turkish Airlines heeft aangevoerd dat de vertraging het gevolg was van bijzondere omstandigheden, maar de kantonrechter oordeelt dat de luchtvaartmaatschappij niet voldoende heeft aangetoond dat de vertraging niet te wijten was aan haar eigen handelen. De passagiers hebben hun eindbestemming met meer dan 24 uur vertraging bereikt, wat hen recht geeft op compensatie volgens de Europese Verordening. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de vertrekvertraging van 25 minuten veroorzaakt is door door de luchtverkeersleiding toegewezen CTOT's, wat als een bijzondere omstandigheid wordt beschouwd. Turkish Airlines heeft niet kunnen aantonen dat de passagiers hun aansluitende vlucht naar Khartoum hadden kunnen halen zonder de vertrekvertraging. De kantonrechter heeft de vordering van de passagiers toegewezen en Turkish Airlines veroordeeld tot betaling van € 1.800,- aan compensatie, € 270,- aan buitengerechtelijke kosten en de proceskosten. De wettelijke rente over deze bedragen is eveneens toegewezen.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 7112478 \ CV EXPL 18-6596
Uitspraakdatum: 17 juni 2020
Vonnis in de zaak van:
[passagier sub 1] ,pro se en in de hoedanigheid van wettelijke vertegenwoordiger van haar minderjarige kinderen
[passagier sub 2]en
[passagier sub 3]
allen wonende te [woonplaats]
eisers
hierna gezamenlijk te noemen de passagiers
gemachtigde H. Visser (Green Claim B.V.)
tegen
de rechtspersoon naar het recht van Turkije
Turk Havayollari A.O.
gevestigd te Ankara (Turkije)
gedaagde
hierna te noemen Turkish Airlines
gemachtigde mr. R. Faasen

1.Het verdere procesverloop

1.1.
Bij tussenvonnis van 11 september 2019 zijn de passagiers in de gelegenheid gesteld om het verzoekschrift ten aanzien waarvan de machtiging van de kantonrechter van 11 maart 2018 is afgegeven, over te leggen. Dat hebben de passagiers bij akte van 16 september 2019 gedaan. Turkish Airlines is in de gelegenheid gesteld om bij antwoordakte te reageren, waarop zij bij brief van 5 november 2019 te kennen heeft gegeven daarvan af te zien.

2.De verdere beoordeling

2.1.
De kantonrechter stelt vast dat aan passagier sub 1 een machtiging is verleend om in de onderhavige procedure namens passagier sub 2 en passagier sub 3 op te treden.
2.2.
Vaststaat dat de passagiers hun eindbestemming hebben bereikt met meer dan 24 uur vertraging. Gelet op de Verordening dient Turkish Airlines de passagiers voor deze vertraging te compenseren, tenzij Turkish Airlines kan aantonen dat de vertraging het gevolg was van bijzondere omstandigheden en zij alle redelijke maatregelen heeft getroffen om de vertraging te voorkomen.
2.3.
De passagiers zijn van Amsterdam via Istanbul naar Khartoum gevlogen. Op Istanbul had de vlucht een aankomstvertraging van ongeveer 1 uur, waardoor de passagiers de vlucht naar Khartoum hebben gemist. De passagiers zijn omgeboekt naar een andere vlucht. De aankomstvertraging op de eindbestemming bedroeg meer dan 24 uur. De totale vertraging van de vlucht van Amsterdam naar Istanbul van 1 uur en 1 minuut bestond uit zowel een vertrekvertraging van 25 minuten als “de overige vertraging”. Turkish Airlines heeft niet toegelicht wat de oorzaak is geweest van de overige vertraging, zodat de kantonrechter begrijpt dat Turkish Airlines ten aanzien van die overige vertraging geen beroep doet op bijzondere omstandigheden.
2.4.
De passagiers stellen dat Turkish Airlines ten aanzien van de vertrekvertraging geen beroep kan doen op bijzondere omstandigheden, omdat die vertraging niet kan worden aangemerkt als langdurige vertraging in de zin van de Verordening. De passagiers stellen dat de duur en hoeveelheid van het aantal SLOT/CTOT-berichten de langdurige vertraging niet hebben beïnvloed, maar dat de langdurige vertraging is ontstaan door het missen van de aansluitende vlucht. De kantonrechter volgt de stellingen van de passagiers niet. De kantonrechter overweegt dat de vertraging op de eindbestemming in beginsel leidend is, zodat vertraging van de vlucht kan worden aangemerkt als langdurig.
2.5.
Daarmee komt de kantonrechter toe aan de vraag of Turkish Airlines heeft aangetoond dat de langdurige vertraging het gevolg was van bijzondere omstandigheden. Zoals hiervoor overwogen heeft Turkish Airlines ten aanzien van de vertrekvertraging van 25 minuten, dus een deel van de totale vertraging van (ongeveer) 1 uur, aangevoerd dat sprake was van bijzondere omstandigheden. Turkish Airlines verwijst ter onderbouwing naar de SLOT-berichten die gegeven zijn ten aanzien van de onderhavige vlucht. De passagiers betwisten de juistheid de SLOT-berichten, zonder die betwisting te onderbouwen. Het is de kantonrechter echter niet gebleken dat de door Turkish Airlines overgelegde SLOT-berichten onjuist zijn.
2.6.
Om 11.28 uur kreeg Turkish Airlines een SLOT bericht binnen van EUROCONTROL waarin de vertrektijd van de vlucht werd gewijzigd van 12.10 uur naar 12.36 uur, met als vertragingscode 84, hetgeen staat voor
ATFM due to WEATHER AT DESTINATION. Om 11.36 uur werd een CTOT toegewezen van idem 12.37 uur, met als vertragingscode 82, hetgeen staat voor
ATFM due to ATC STAFF/EQUIPMENT EN-ROUTE. Om 11.36 uur en 12.10 uur kreeg Turkish Airlines nieuwe CTOT’s toegewezen van respectievelijk 12.38 uur en 12.48 uur met beide als vertragingscode 83, hetgeen staat voor
ATFM due to RESTRICTION AT DESTINATION AIRPORT. De passagiers stellen dat Turkish Airlines slechts verwijst naar SLOT-restricties als gevolg van slechte weersomstandigheden, terwijl de slechte weersomstandigheden enkel de reden zijn geweest voor de eerste CTOT. Volgens de passagiers had het op de weg van Turkish Airlines gelegen om ook de overige CTOT’s en hun oorzaken verder toe te lichten.
2.7.
De vertrekvertraging is het gevolg van door de luchtverkeersleiding toegewezen CTOT’s, hetgeen naar het oordeel van de kantonrechter een bijzondere omstandigheid oplevert in de zin van de considerans van de Verordening. De kantonrechter overweegt dat naast de vertragingscode 84, ook opgelegde CTOT’s met vertragingscodes 82 en 83 een bijzondere omstandigheid opleveren, omdat het in alle gevallen gaat om besluiten van de luchtverkeersleiding waarop Turkish Airlines geen invloed heeft en waaraan zij nietvoorbij mag gaan. Bovendien is de vlucht rond de tijd van de eerste toegewezen CTOT, met vertragingscode 84, vertrokken. De conclusie is dat de vertrekvertraging van 25 minuten veroorzaakt is door een bijzondere omstandigheid in de zin van de considerans van de Verordening.
2.8.
De passagiers stellen dat Turkish Airlines onvoldoende (redelijke) maatregelen heeft genomen om de vertraging te voorkomen. De passagiers stellen dat de luchtvaartmaatschappij verplicht is om een vervangende vlucht aan te bieden en andere maatregelen had kunnen of moeten nemen om de vertraging te beperken. Turkish Airlines heeft aangevoerd dat zij de passagiers direct op de eerstvolgende beschikbare vlucht naar haar eindbestemming heeft geboekt en dat deze boeking door de passagiers is geaccepteerd, hetgeen niet, althans onvoldoende door de passagiers is betwist. Bovendien voert Turkish Airlines terecht aan dat niet van haar kon worden verwacht een vervangende vlucht aan te bieden voor de vlucht tussen Amsterdam en Istanbul, gezien de duur en aard van de vertrekvertraging. De kantonrechter oordeelt dan ook dat de vertrekvertraging het gevolg is van buitengewone omstandigheden die ondanks het treffen van alle redelijke maatregelen niet voorkomen konden worden. Echter, nu de totale vertraging in Istanbul niet uitsluitend het gevolg was van de vertrekvertraging, moet naar het oordeel van de kantonrechter worden vastgesteld of de vertraging op de eindbestemming niet langdurig zou zijn geweest als de bijzondere omstandigheid en de vertraging die daardoor is veroorzaakt, zich niet hadden voorgedaan. Kort gezegd dient te worden vastgesteld of de passagiers hun vlucht naar Khartoum hadden gehaald als zij uitsluitend te maken hadden gehad met de vertraging die niet het gevolg was van de bijzondere omstandigheid.
2.9.
Turkish Airlines heeft in dat kader aangevoerd dat de passagiers de aansluitende vlucht naar Khartoum hadden gehaald indien de vertrekvertraging niet had plaatsgevonden. In dat geval hadden de passagiers 36 minuten vertraging gehad en daarmee, aldus Turkish Airlines, ruim voldoende tijd, namelijk 54 minuten, om de vlucht naar Khartoum te halen. De passagier hebben dit betwisten stellen dat de overstaptijd bij een vertraging van 36 minuten slechts 45 minuten zou belopen hetgeen de kantonrechter op basis van de overgelegde informatie juist voorkomt. De passagiers stellen dat de minimale overstaptijd op Istanbul 60 minuten beloopt, zodat zij de vlucht naar Khartoum ook niet hadden kunnen halen als de vertrekvertraging niet had plaatsgevonden. Gelet op het voorgaande had het op de weg van Turkish Airlines gelegen om te onderbouwen waarom de overstap tijd wel voldoende was geweest als de vertrekvertraging niet had plaatsgevonden, en waarom die overstaptijd (ruim) voldoende zou zijn. Gelet op het voorgaande kan hetgeen Turkish Airlines heeft aangevoerd niet afdoen aan het oordeel dat zij verplicht is de passagiers te compenseren vanwege een langdurige vertraging van de vlucht.
2.10.
Nu Turkish Airlines voor het overige geen verweer heeft gevoerd, zal de vordering tot betaling van de hoofdsom, gelet op de duur van de vertraging van de vlucht worden toegewezen.
2.11.
De gevorderde wettelijke rente over de hoofdsom is als onvoldoende gemotiveerd weersproken toewijsbaar.
2.12.
De passagiers hebben een bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten gevorderd. Turkish Airlines heeft deze vordering en de hoogte daarvan gemotiveerd betwist. De vordering heeft geen betrekking op één van de situaties waarin het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit) van toepassing is. Daarom zal de kantonrechter de vraag of buitengerechtelijke incassokosten verschuldigd zijn toetsen aan de eisen zoals deze zijn geformuleerd in het rapport Voorwerk II. Voldoende aannemelijk is gemaakt dat de passagiers buitengerechtelijke werkzaamheden hebben laten verrichten en dat hiervoor kosten zijn gemaakt. De omvang van de buitengerechtelijke incassokosten moet worden getoetst aan de tarieven zoals vervat in het Besluit in plaats van aan de tarieven van het rapport Voorwerk II; de tarieven neergelegd in het Besluit worden geacht redelijk te zijn. Het gevorderde bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten is hoger dan het in het Besluit bepaalde tarief. De kantonrechter zal de vordering of het gevorderde bedrag dan ook toewijzen tot het wettelijke tarief, te weten € 270,-, en voor het overige afwijzen. De wettelijke rente over de buitengerechtelijke kosten is eveneens toewijsbaar, met dien verstande dat deze wordt toegewezen vanaf de datum van betekening van de dagvaarding, nu niet is gesteld of gebleken op welke datum deze kosten verschuldigd zijn geworden.
2.13.
De proceskosten komen voor rekening van Turkish Airlines, omdat deze ongelijk krijgt.
2.14.
Ook de nakosten kunnen worden toegewezen, voor zover deze kosten daadwerkelijk door Turkish Airlines worden gemaakt.

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
veroordeelt Turkish Airlines tot betaling aan de passagiers van € 1.800,-, te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf 20 april 2017, tot aan de dag van voldoening van (de deelbetalingen van) dit bedrag;
3.2.
veroordeelt Turkish Airlines tot betaling aan de passagiers van € 270,- aan buitengerechtelijke kosten, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 27 juli 2018, tot aan de dag van voldoening van (de deelbetalingen van) dit bedrag;
3.3.
veroordeelt Turkish Airlines tot betaling van de proceskosten die aan de kant van de passagiers tot en met vandaag worden begroot op de bedragen zoals deze hieronder zijn gespecificeerd:
dagvaarding € 103,81;
griffierecht € 226,00;
salaris gemachtigde € 720,00;
3.4.
veroordeelt Turkish Airlines tot betaling van de nakosten, voor zover deze daadwerkelijk door de passagiers worden gemaakt, te vermeerderen met de wettelijke rente met ingang van de datum gelegen 14 dagen na betekening van dit vonnis;
3.5.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
3.6.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. C.E. van Oosten-van Smaalen, kantonrechter en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter