ECLI:NL:RBNHO:2020:5145

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
30 juni 2020
Publicatiedatum
10 juli 2020
Zaaknummer
8609443 EJ VERZ 20-192
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot verlenging van de termijn voor neerlegging van rekening en verantwoording in erfrechtelijke procedure

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar, op 30 juni 2020 een beschikking gegeven in het kader van een verzoek tot verlenging van de termijn voor de neerlegging van de rekening en verantwoording en uitdelingslijst, zoals bedoeld in artikel 4:218 van het Burgerlijk Wetboek. Het verzoek is ingediend door mr. B.A.P. Sijben, die als vereffenaar is benoemd voor de nalatenschap van een erflater. De procedure is gestart met een verzoekschrift dat op 29 juni 2020 ter griffie is ontvangen. Gezien de aard van het verzoek is besloten om af te zien van een behandeling ter terechtzitting.

De feiten van de zaak zijn als volgt: op 30 augustus 2017 is mr. B.A.P. Sijben benoemd tot vereffenaar van de nalatenschap van de erflater. In een eerdere beschikking van 11 september 2019 was de termijn voor de nederlegging van de rekening en verantwoording verlengd tot 1 juli 2020. De vereffenaar heeft nu verzocht om een verdere verlenging van deze termijn tot 31 december 2021, omdat de mediation die eerder was gestart, is beëindigd zonder oplossing. Dit heeft gevolgen voor de verdere afwikkeling van de nalatenschap, aangezien er nog een procedure bij de rechtbank Den Haag loopt.

De kantonrechter heeft het verzoek om verlenging van de termijn toewijsbaar geacht en heeft de termijn voor de nederlegging van de rekening en verantwoording en uitdelingslijst verlengd tot 31 december 2021. Deze beschikking is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier, I.E. Voorberg.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknr./rolnr.: 8609443 EJ VERZ 20-192
Uitspraakdatum: 30 juni 2020
Beschikking van de kantonrechter ex artikel 4:218 BW
op het verzoek van
mr. B.A.P. SIJBEN,
kantoorhoudende te Helmond,
verzoeker,
inzake
de nalatenschap van [naam],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] en overleden op [datum overlijden] te
[plaats overlijden] , laatstelijk gewoond hebbende te [plaats] .

1.De procedure

Het verzoekschrift is op 29 juni 2020 ter griffie ontvangen.
Gelet op de aard van het verzoek is afgezien van een behandeling ter terechtzitting.

2.De feiten

2.1.
Bij beschikking van 30 augustus 2017 van de Rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem, is mr. B.A.P. Sijben benoemd tot vereffenaar van de nalatenschap van [naam] , hierna erflater.
2.2.
Bij beschikking van 11 september 2019 is de termijn voor nederlegging van de rekening en verantwoording verlengd tot 1 juli 2020.

3.Het verzoek

Het verzoek strekt ertoe dat de kantonrechter de termijn voor het neerleggen van de rekening
en verantwoording en uitdelingslijst nogmaals verlengt. De vereffenaar legt aan zijn verzoek ten grondslag dat de – in het vorige verzoek tot verlenging genoemde – mediation beëindigd is en niet tot een oplossing heeft geleid. Dit betekent dat de procedure bij de rechtbank Den Haag in principe zal worden voortgezet. De vereffenaar vermoedt dat partijen in die procedure nog een akte mogen nemen en de rechtbank daarna een datum voor vonnis zal bepalen. De uitkomst van die procedure is van belang voor de verdere afwikkeling van de nalatenschap van erflater. Nu het vonnis moet worden afgewacht en wellicht daartegen nog appel wordt ingesteld, wordt verzocht om verlenging van de termijn tot 31 december 2021.

4.De beoordeling

4.1
Het verzoek met betrekking tot verlenging van de termijn acht de kantonrechter toewijsbaar.

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
verlengt de termijn voor de nederlegging van de rekening en verantwoording en uitdelingslijst van tot 31 december 2021.
Deze beschikking is gewezen door mr. P.J. Jansen, kantonrechter en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van I.E. Voorberg, griffier.
De griffier De kantonrechter