ECLI:NL:RBNHO:2020:5085
Rechtbank Noord-Holland
- Proceskostenveroordeling
- Rechtspraak.nl
Proceskostenveroordeling in bestuursrechtelijke procedure inzake AIO aanvulling
Op 15 juli 2020 heeft de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in de zaak tussen eiseres, vertegenwoordigd door mr. P.E. Stam, en de Raad van bestuur van de Sociale Verzekeringsbank als verweerder. De zaak betreft een proceskostenveroordeling na een beroep dat eiseres had ingesteld tegen een besluit van verweerder. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen een beslissing van 23 september 2019 inzake haar AIO aanvulling, welke door verweerder op 28 november 2019 ongegrond was verklaard. Na een gewijzigde beslissing van verweerder op 9 april 2020, waarin het bezwaar alsnog gegrond werd verklaard, trok eiseres haar beroep in op 28 april 2020. Tegelijkertijd verzocht zij om een proceskostenvergoeding op basis van artikel 8:75a van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank stelde vast dat verweerder niet had gereageerd op het verzoek om een verweerschrift in te dienen en dat partijen niet om een zitting hadden gevraagd. Hierdoor werd het onderzoek gesloten.
De rechtbank overwoog dat de veroordeling in proceskosten is geregeld in de Awb en het Besluit proceskosten bestuursrecht. Aangezien eiseres was tegemoetgekomen door verweerder, kon zij verzoeken om vergoeding van de proceskosten. De rechtbank heeft het verzoek om proceskostenvergoeding toegewezen en de kosten vastgesteld op € 525,-, te vergoeden aan de rechtsbijstandverlener van eiseres. Daarnaast werd bepaald dat het door eiseres betaalde griffierecht van € 48,- ook door verweerder vergoed diende te worden. De uitspraak werd gedaan door rechter L.M. Kos, in aanwezigheid van griffier M. van der Elst, en is niet openbaar uitgesproken vanwege coronamaatregelen. Eiseres kan binnen zes weken na verzending van de uitspraak hoger beroep instellen bij de Centrale Raad van Beroep.