ECLI:NL:RBNHO:2020:505
Rechtbank Noord-Holland
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Oneerlijk beding in algemene voorwaarden van Ryanair betreffende passagiersclaims
In deze zaak heeft de kantonrechter op 22 januari 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen een passagier en Ryanair DAC over de algemene voorwaarden van de luchtvaartmaatschappij. De passagier had een verzoek ingediend met betrekking tot compensatie voor een vlucht. In een eerdere tussenbeschikking was al geoordeeld over de gevorderde compensatie en wettelijke rente. De kantonrechter heeft zich in deze beschikking gericht op artikel 15.2 van de algemene voorwaarden van Ryanair, dat volgens de passagier een oneerlijk beding bevatte. Ryanair had betoogd dat dit beding niet oneerlijk was en verwees naar een uitspraak van het Engelse Hof van Appel ter onderbouwing van haar standpunt. De kantonrechter oordeelde echter dat de Engelse uitspraak niet relevant was voor de beoordeling van de oneerlijkheid van het beding in de context van het Nederlands recht.
De kantonrechter stelde vast dat het beding de rechten van de consument verstoorde door het recht op bijstand door een gemachtigde te beperken. Dit was in strijd met de richtlijn betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten. De rechter oordeelde dat Ryanair geen gerechtvaardigd belang had om de bijstand van een gemachtigde te ontzeggen en dat de voorwaarden die Ryanair hanteerde, de toegang tot rechtsmiddelen voor consumenten belemmerden. Daarom werd artikel 15.2 van de algemene voorwaarden van Ryanair als oneerlijk aangemerkt en vernietigd.
De kantonrechter heeft Ryanair veroordeeld tot betaling van € 250,00 aan de passagier, vermeerderd met wettelijke rente, en tot betaling van de proceskosten. De beschikking is openbaar uitgesproken en er staat geen hoger beroep open tegen deze uitspraak.