ECLI:NL:RBNHO:2020:4995
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Navorderingsaanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen in strijd met correctiebeleid
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 10 juli 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, [X], en de inspecteur van de Belastingdienst. Eiseres had een navorderingsaanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (IB/PVV) ontvangen voor het jaar 2012, berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 8.776 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 980. Na een hoorgesprek op 4 mei 2018 werd de navorderingsaanslag op 10 augustus 2018 verminderd tot een belastbaar inkomen van € 8.933. Eiseres heeft hiertegen beroep ingesteld, dat op 4 september 2018 door de rechtbank is ontvangen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de navorderingsaanslag is opgelegd in strijd met het correctiebeleid, wat heeft geleid tot de vernietiging van de navorderingsaanslag en de beschikking belastingrente. Eiseres heeft ook verzocht om een immateriële schadevergoeding vanwege de overschrijding van de redelijke termijn van twee jaar. De rechtbank heeft geoordeeld dat de redelijke termijn met 11 maanden is overschreden, wat resulteert in een schadevergoeding van € 1.000, waarvan € 454,54 door verweerder en € 545,45 door de Staat moet worden betaald.
De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard, de uitspraak op bezwaar vernietigd, en verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 1.572. De uitspraak is gedaan door mr. B. van Walderveen, in aanwezigheid van mr. M.C. Anema, griffier. De beslissing is niet op een openbare zitting uitgesproken vanwege coronamaatregelen, maar zal alsnog openbaar worden gemaakt zodra dat mogelijk is.