ECLI:NL:RBNHO:2020:4982
Rechtbank Noord-Holland
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Geheimhouding van documenten in belastingzaken en de toepassing van artikel 8:29 Awb
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Noord-Holland op 2 juni 2020, zijn twee belastingzaken gelijktijdig behandeld, met zaaknummers HAA 19/4944 en HAA 19/4966. Eiser, vertegenwoordigd door gemachtigde J.A. Klaver, heeft een beroep gedaan op artikel 8:29 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in verband met de geheimhouding van bepaalde documenten. De rechtbank heeft in overleg met partijen besloten om geen 8:29-beslissing te nemen, maar te verwijzen naar eerdere beslissingen die al zijn genomen over de geheimhouding van deze documenten. De rechtbank heeft opgemerkt dat de belangenafweging in deze zaken niet anders is dan in eerdere beslissingen, en dat de gemachtigde van eiser heeft ingestemd met het afzien van de 8:29-procedure.
De rechtbank heeft verder aangegeven dat als verweerder in een andere zaak een beroep doet op artikel 8:29 van de Awb voor een ander stuk, er wel een 8:29-beslissing zal worden genomen. De rechtbank heeft het onderzoek ter zitting geschorst en bepaald dat de inhoudelijke behandeling van de zaken op een later tijdstip zal worden voortgezet. De rechter heeft benadrukt dat hij geen kennis zal nemen van ongeanonimiseerde stukken en dat de partijen in deze zaak per brief geïnformeerd zullen worden over de gemaakte afspraken met betrekking tot de geheimhouding.
De rechtbank heeft ook de aanwezigheid van de gemachtigde van eiser en de vertegenwoordigers van de Belastingdienst genoteerd, en heeft de procedure voor de indiening van geanonimiseerde stukken uiteengezet. De rechtbank heeft de partijen erop gewezen dat de geheimhouding van de documenten gerechtvaardigd is op basis van eerdere beslissingen van de geheimhoudingskamer.