ECLI:NL:RBNHO:2020:4952
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag bijzondere bijstand voor tandheelkundige kosten op grond van de Participatiewet
Op 9 juli 2020 heeft de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in de zaak tussen een eiser en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Schagen. De eiser had op 17 april 2019 bijzondere bijstand aangevraagd voor tandheelkundige hulp ter waarde van € 229,-. Het college heeft deze aanvraag op 29 mei 2019 afgewezen, en het bezwaar van de eiser werd op 30 juli 2019 ongegrond verklaard. De eiser heeft hiertegen beroep ingesteld.
De rechtbank heeft geoordeeld dat het college terecht heeft gesteld dat er een voorliggende voorziening is, namelijk de Zorgverzekeringswet (Zvw), die de kosten van de tandheelkundige hulp dekt. De rechtbank heeft vastgesteld dat de eiser niet heeft aangetoond dat er sprake was van dringende redenen die een afwijking van de regels van de Participatiewet rechtvaardigden. De eiser stelde dat zijn situatie levensbedreigend was en dat hij onder behandeling was bij de GGZ, maar de rechtbank oordeelde dat deze omstandigheden niet voldoende waren om bijzondere bijstand toe te kennen.
Daarnaast heeft de rechtbank de klachten van de eiser over schending van zijn privacy niet in de beroepsprocedure behandeld, omdat deze in een aparte klachtenprocedure bij de gemeente aanhangig gemaakt moesten worden. De rechtbank heeft uiteindelijk het beroep ongegrond verklaard en geen proceskostenveroordeling uitgesproken. De uitspraak is gedaan door mr. L.M. Kos, in aanwezigheid van griffier I.M. Wijnker-Duiven, en is niet openbaar uitgesproken vanwege coronamaatregelen.