Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 30 juni 2020 op het verzet van
[X] , te [Z] , opposant.
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
A.C. Karels, griffier. Deze uitspraak is gedaan op 30 juni 2020.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 30 juni 2020 uitspraak gedaan op het verzet van opposant [X] tegen de eerdere uitspraak van 28 oktober 2019, waarin zijn beroepen tegen de aanslagen inkomstenbelasting en zorgverzekeringswet niet-ontvankelijk werden verklaard. De rechtbank had zich onbevoegd verklaard voor het verzoek om uitstel van betaling. Opposant had beroep ingesteld tegen de uitspraak op bezwaar van 29 juli 2019, maar zijn beroepen werden niet-ontvankelijk verklaard omdat hij niet binnen de gestelde termijn de gronden had overgelegd en het beroepschrift niet ondertekend was.
Tijdens de zitting op 26 juni 2020 is opposant niet verschenen, ondanks dat hij in de gelegenheid was gesteld om gehoord te worden. De rechtbank heeft het verzoek om uitstel van de zitting afgewezen, waarbij zij het belang van een doelmatige procesgang heeft afgewogen tegen de belangen van opposant. De rechtbank heeft geconcludeerd dat het eindoordeel over de niet-ontvankelijkheid van de beroepen buiten redelijke twijfel staat, waardoor zij zonder zitting uitspraak kon doen op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht.
De rechtbank heeft in haar overwegingen benadrukt dat opposant, ondanks eerdere gelegenheid, geen nieuwe argumenten heeft aangevoerd die de eerdere beslissing zouden kunnen weerleggen. Het verzet is ongegrond verklaard, wat betekent dat de eerdere uitspraak in stand blijft. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door rechter S.K.A. Efstratiades, in aanwezigheid van griffier A.C. Karels, en is niet openbaar uitgesproken vanwege coronamaatregelen. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken beroep in cassatie worden ingesteld bij de Hoge Raad der Nederlanden.