ECLI:NL:RBNHO:2020:4725

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
3 juli 2020
Publicatiedatum
29 juni 2020
Zaaknummer
AWB - 20 _ 966
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen navorderingsaanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen niet-ontvankelijk verklaard

In deze zaak heeft eiser, [X], beroep ingesteld tegen de uitspraak op bezwaar van de inspecteur van de Belastingdienst, kantoor Heerlen, inzake de navorderingsaanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen over het jaar 2008. Het beroep is ingesteld bij brief van 7 januari 2020, tegen de uitspraak op bezwaar van 29 november 2019. De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting.

De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser geen beroepsgronden heeft vermeld in het beroepschrift, zoals vereist volgens artikel 6:5, eerste lid, aanhef en onder d, van de Awb. Eiser is bij aangetekende brief van 27 februari 2020 verzocht om dit verzuim binnen vier weken te herstellen. De rechtbank heeft geconstateerd dat deze brief op 28 februari 2020 is bezorgd, maar eiser heeft niet gereageerd en geen gronden ingediend binnen de gestelde termijn.

Aangezien eiser geen reden heeft gegeven voor het verzuim en er geen verontschuldiging is gebleken, heeft de rechtbank het beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank heeft ook geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. M.C. van As op 3 juli 2020, en is niet openbaar uitgesproken vanwege de coronamaatregelen. Partijen zijn op de hoogte gesteld van de uitspraak en hebben de mogelijkheid om binnen zes weken verzet aan te tekenen.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Zittingsplaats Haarlem
Bestuursrecht
zaaknummer: HAA 20/966

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 3 juli 2020 in de zaak tussen

[X] , te [Z] , eiser(es)

gemachtigde: mr. D.J. Dresden,
en

de inspecteur van de Belastingdienst, kantoor Heerlen, verweerder.

Procesverloop

Eiser(es) heeft bij brief van 7 januari 2020 beroep ingesteld tegen de uitspraak op bezwaar van verweerder van 29 november 2019 inzake de navorderingsaanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen over het jaar 2008 met aanslagnummer [#] .

Overwegingen

1. De rechtbank doet op grond van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak zonder zitting.
2. Iemand die beroep instelt, moet op grond van artikel 6:5, eerste lid, aanhef en onder d, van de Awb in het beroepschrift de gronden van het beroep vermelden. Dat houdt in: zeggen op welke specifieke punten hij of zij het niet eens is met het bestreden besluit. Als dat niet gebeurt, kan de rechtbank na een herstelmogelijkheid het beroep op grond van artikel 6:6 van de Awb niet-ontvankelijk verklaren.
3. Eiser(es) heeft geen beroepsgronden vermeld in het beroepschrift. De rechtbank heeft eiser(es) bij aangetekende brief van 27 februari 2020 verzocht om binnen vier weken dit verzuim te herstellen. Nader onderzoek in het Track & Trace-systeem van PostNL heeft uitgewezen dat deze brief op 28 februari 2020 is bezorgd en dat voor ontvangst is getekend. Eiser(es) heeft niet gereageerd.
4. Eiser(es) heeft binnen de gestelde termijn geen gronden ingediend. Eiser(es) heeft geen reden gegeven voor dit verzuim. Er is dus niet gebleken van een verontschuldiging voor dit verzuim.
5. Het beroep is daarom kennelijk niet-ontvankelijk.
6. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M.C. van As, rechter, in aanwezigheid van M. van der Elst, griffier. Deze uitspraak is gedaan op 3 juli 2020. Als gevolg van maatregelen rondom het coronavirus is deze uitspraak niet uitgesproken op een openbare uitsprakenzitting. Zodra het openbaar uitspreken weer mogelijk is, wordt deze uitspraak, voor zover nodig, alsnog in het openbaar uitgesproken.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan verzet worden gedaan bij deze rechtbank. De indiener van het verzetschrift kan daarbij vragen in de gelegenheid te worden gesteld over het verzet te worden gehoord. De werking van deze uitspraak wordt opgeschort totdat de termijn voor het instellen van verzet is verstreken of, indien verzet wordt ingesteld, op dat verzet is beslist.