ECLI:NL:RBNHO:2020:4720
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Kennelijk niet-ontvankelijk beroep inzake griffierecht en verzuimen in bestuursrechtelijke procedure
Op 3 juli 2020 heeft de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in de zaak tussen [X] B.V. en de inspecteur van de Belastingdienst, kantoor Apeldoorn. Eiseres, [X] B.V., heeft op 24 februari 2020 een beroepschrift ingediend tegen de beslissing op bezwaar van verweerder van 17 januari 2020. De rechtbank heeft het beroepschrift op grond van artikel 6:15 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) ter verdere behandeling ontvangen.
De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54 van de Awb uitspraak gedaan zonder zitting, omdat de vereisten van een behoorlijk proces geen behandeling ter zitting vereisten. Eiseres was verplicht griffierecht te betalen, maar heeft dit niet tijdig gedaan. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres niet heeft gereageerd op herhaalde verzoeken van de griffier om het griffierecht te betalen.
Daarnaast heeft eiseres verzuimd om binnen de gestelde termijn de benodigde documenten, zoals een schriftelijke machtiging en een uittreksel uit het handelsregister, over te leggen. De rechtbank heeft geconcludeerd dat er geen verontschuldiging is voor het niet tijdig betalen van het griffierecht en het niet indienen van de gevraagde documenten.
Daarom heeft de rechtbank het beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard en is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. Deze uitspraak is gedaan door mr. M.C. van As, rechter, in aanwezigheid van M. van der Elst, griffier. De uitspraak is niet openbaar uitgesproken vanwege coronamaatregelen, maar zal alsnog openbaar worden gemaakt zodra dat mogelijk is.