ECLI:NL:RBNHO:2020:4631
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag WIA-uitkering wegens onvoldoende arbeidsongeschiktheid na auto-ongeval
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 29 juni 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. M.M. Bonsen-Lemmers, en de Raad van Bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (verweerder), vertegenwoordigd door R. Hopster. Eiseres had een aanvraag ingediend voor een WIA-uitkering, die was afgewezen door verweerder. Eiseres had eerder, na een ernstig auto-ongeval in 2006, een WIA-beoordeling ondergaan en was toen als minder dan 35% arbeidsongeschikt beoordeeld. Na een nieuwe aanvraag in 2018, waarin zij aangaf toegenomen klachten te hebben, werd opnieuw een herbeoordeling uitgevoerd. De verzekeringsarts concludeerde dat er geen toegenomen beperkingen waren ten opzichte van de eerdere beoordeling, en verweerder verklaarde het bezwaar van eiseres ongegrond. Tijdens de zitting op 4 juni 2020 heeft eiseres haar standpunt toegelicht, waarbij zij stelde dat haar klachten ernstiger waren dan door verweerder werd aangenomen. De rechtbank oordeelde dat de medische rapportages zorgvuldig waren en dat de verzekeringsartsen voldoende informatie hadden om tot hun conclusies te komen. De rechtbank volgde de conclusie dat eiseres op de datum in geding, 1 februari 2017, minder dan 35% arbeidsongeschikt was en verklaarde het beroep ongegrond. De uitspraak werd niet in een openbare zitting gedaan vanwege coronamaatregelen, maar zal alsnog openbaar worden uitgesproken zodra dat mogelijk is.