Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Tenlastelegging
2.Voorvragen
3.Bewijs
4.Kwalificatie en strafbaarheid van het feit
5.Strafbaarheid van verdachte
6.Motivering van de sanctie
7.Toepasselijke wettelijke voorschriften
8.Beslissing
VIER (4) JAREN.
Wij, [verbalisanten] , zagen dat een van de koffers welke waren meegenomen door voornoemde douane collegae, dezelfde kleur, materiaal en kenmerken had als de koffer welke eerder door ons was gecontroleerd en aan [verdachte] toebehoorde. Ik, [verbalisant] , heb de koffer gepakt en zag dat er aan de koffer een label was bevestigd met de volgende kenmerken:
NME: [verdachte] , PNR7453L0 02/31, lp/KH, A69E20, 29 feb PBM
Na opening van de koffer zagen wij, verbalisanten, dat er dekens in de koffer aanwezig waren. Na het verwijderen van deze dekens zagen wij, verbalisanten, 3 grote pakketten welke in plastic waren verpakt. Ik, [verbalisant] , heb met mijn fretboortje een opening in 1 van de pakketten gemaakt. Bij het terugtrekken zag ik dat er een witte substantie aan bleef kleven welke mij qua kleur en samenstelling deed denken aan cocaïne.