ECLI:NL:RBNHO:2020:4423
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Kennelijk niet-ontvankelijk beroep wegens niet tijdig betalen griffierecht
Op 16 juni 2020 heeft de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in de zaak tussen eiseres en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen. Eiseres had op 5 februari 2020 beroep ingesteld tegen een beslissing op bezwaar van verweerder van 7 januari 2020. De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting.
De rechtbank overweegt dat iemand die beroep instelt, op grond van artikel 8:41, eerste lid, van de Awb griffierecht moet betalen. In deze zaak bedraagt het griffierecht € 48,-. Eiseres is door de griffier in de gelegenheid gesteld om het griffierecht te betalen, maar heeft hier niet op gereageerd. De griffier heeft eiseres bij aangetekende brief op 20 maart 2020 nogmaals in de gelegenheid gesteld om het griffierecht te betalen, maar ook hierop heeft eiseres niet gereageerd.
Aangezien eiseres het griffierecht niet op tijd heeft betaald en geen verontschuldiging voor dit verzuim heeft gegeven, heeft de rechtbank geoordeeld dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. L.M. Kos, rechter, in aanwezigheid van M. van der Elst, griffier. Deze uitspraak is niet in het openbaar uitgesproken vanwege de coronamaatregelen, maar zal alsnog openbaar worden gemaakt zodra dat weer mogelijk is.