Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Als derde-partij hebben aan het geding deelgenomen:
Stichting Noordwest Ziekenhuisgroep,
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Alkmaar
Rechtbank Noord-Holland
Op 23 januari 2020 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in de zaak tussen Stichting Red de Hout en de gedeputeerde Staten van Noord-Holland. Het verzoekster, Stichting Red de Hout, heeft bezwaar gemaakt tegen een ontheffing die is verleend aan de Stichting Noordwest Ziekenhuisgroep voor het verstoren van vleermuizen in het kader van de nieuwbouw van het Noordwest ziekenhuis in Alkmaar. De ontheffing is verleend op basis van artikel 3.8 van de Wet natuurbescherming, omdat de nieuwbouw wordt gezien als een dringende reden van groot openbaar belang. Verzoekster heeft verzocht om een voorlopige voorziening om het besluit te schorsen totdat op het bezwaar is beslist. De voorzieningenrechter heeft het verzoek afgewezen, omdat verzoekster onvoldoende heeft aangetoond dat de ontheffing in bezwaar geen stand zal houden. De voorzieningenrechter oordeelde dat zowel verzoekster als het college van burgemeester en wethouders belanghebbenden zijn in de zin van de Algemene wet bestuursrecht. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de ontheffing noodzakelijk is voor de nieuwbouw en dat er geen alternatieve oplossingen zijn die de verstoring van de vleermuizen kunnen voorkomen. De voorzieningenrechter heeft ook geoordeeld dat de gunstige staat van instandhouding van de vleermuizen niet in gevaar komt door de kap van de bomen, mits mitigerende maatregelen worden genomen. De uitspraak concludeert dat er geen aanleiding is voor het treffen van een voorlopige voorziening en dat het verzoek wordt afgewezen.