ECLI:NL:RBNHO:2020:4277
Rechtbank Noord-Holland
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening tot opleggen van een bouwstop wegens vrees voor schade aan woning
Op 26 mei 2020 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Holland, zittingsplaats Haarlem, uitspraak gedaan in een zaak waarin verzoekers een voorlopige voorziening vroegen om een bouwstop op te leggen. Dit verzoek was gebaseerd op de vrees dat de realisatie van een appartementencomplex met zes starterswoningen schade zou toebrengen aan hun woning. De vergunninghouder had eerder een omgevingsvergunning verkregen voor de bouw, maar verzoekers stelden dat de bouw hen aanzienlijke schade zou toebrengen. De voorzieningenrechter heeft het verzoek afgewezen, omdat verzoekers niet voldoende onderbouwd hadden dat er daadwerkelijk gevaar voor schade bestond. De voorzieningenrechter oordeelde dat de door verzoekers overgelegde documenten, waaronder een meetrapport, niet voldoende bewijs boden voor hun vrees. De bouwinspecteur had bovendien verklaard dat de bouw geen schade zou toebrengen aan de woning van verzoekers. De voorzieningenrechter concludeerde dat er geen aanleiding was om een voorlopige voorziening te treffen, en dat er ook geen proceskostenveroordeling aan de orde was. De uitspraak werd gedaan door mr. R.H.M. Bruin, in aanwezigheid van griffier mr. E. Degen.