ECLI:NL:RBNHO:2020:4266

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
10 juni 2020
Publicatiedatum
10 juni 2020
Zaaknummer
7961466 / CV EXPL 19-11580
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Compensatie voor vertraging van vlucht door uitzetten van dronken passagiers

In deze zaak heeft de passagier een vordering ingesteld tegen Easyjet vanwege een vertraging van meer dan drie uur van vlucht EZY6167 van Bristol naar Amsterdam op 10 mei 2019. De passagier vorderde compensatie op basis van de Verordening (EG) nr. 261/2004, die regels vaststelt voor compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering, annulering of langdurige vertraging van vluchten. Easyjet betwistte de vordering en voerde aan dat de vertraging het gevolg was van buitengewone omstandigheden, namelijk het uitzetten van dronken passagiers op een eerdere vlucht met hetzelfde toestel.

De kantonrechter oordeelde dat Easyjet niet voldoende had aangetoond dat de vertraging van vlucht EZY6167 het directe gevolg was van de buitengewone omstandigheden. De rechter stelde vast dat de passagier recht had op compensatie van € 250,00, vermeerderd met wettelijke rente, en dat Easyjet ook de proceskosten moest vergoeden. De kantonrechter wees de vordering tot vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten af, omdat de passagier onvoldoende had aangetoond dat deze kosten gerechtvaardigd waren. Het vonnis werd uitgesproken door kantonrechter L.M. de Vries op 10 juni 2020.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 7961466 / CV EXPL 19-11580
Uitspraakdatum: 10 juni 2020
Vonnis in de zaak van:
[de passagier]
wonende te [woonplaats] , Verenigd Koninkrijk
eiser
hierna te noemen: de passagier
gemachtigde: mr. D.E. Lof
tegen
de rechtspersoon naar buitenlands recht
Easyjet Airline Company Limited
gevestigd te Luton, Verenigd Koninkrijk en mede kantoorhoudende te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer
gedaagde
hierna te noemen: Easyjet
gemachtigde: J. Kumar

1.Het procesverloop

1.1.
De passagier heeft bij dagvaarding van 16 juli 2019 een vordering tegen Easyjet ingesteld. Easyjet heeft schriftelijk geantwoord.
1.2.
De passagier heeft hierop schriftelijk gereageerd, waarna Easyjet een schriftelijke reactie heeft gegeven.

2.De feiten

2.1.
De passagier heeft met Easyjet een vervoersovereenkomst gesloten op grond waarvan Easyjet de passagier diende te vervoeren van Bristol, Verenigd Koninkrijk naar Amsterdam-Schiphol Airport op 10 mei 2019 met vluchtnummer EZY6167, hierna: de vlucht.
2.2.
De vlucht heeft meer dan drie uur vertraging opgelopen.
2.3.
De passagier heeft compensatie van Easyjet gevorderd in verband met voornoemde vertraging.
2.4.
Easyjet heeft geweigerd tot betaling over te gaan.

3.De vordering

3.1.
De passagier vordert dat Easyjet. bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis, veroordeeld zal worden tot betaling van:
- € 250,00, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 10 mei 2019 tot aan de dag der algehele voldoening;
- € 37,50 aan buitengerechtelijke incassokosten;
- de proceskosten, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 14 dagen na betekening van het vonnis..
3.2.
De passagier heeft aan de vordering ten grondslag gelegd de Verordening (EG) nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en tot intrekking van de verordening (EEG) nr. 295/91 (hierna: de Verordening) en de daarop betrekking hebbende rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: het Hof). De passagier stelt dat Easyjet vanwege de vertraging van de vlucht gehouden is de passagier te compenseren conform artikel 7 van de Verordening tot een bedrag van € 250,00.

4.Het verweer

4.1.
Easyjet doet een beroep op buitengewone omstandigheden in de zin van artikel 5 lid 3 van de Verordening. Easyjet voert aan dat de vertraging van vlucht EZY6167 het gevolg is van omstandigheden die zijn opgetreden op eerdere vluchten die met hetzelfde toestel (G-EZTC) uitgevoerd werden. Het toestel heeft voorafgaand aan de vlucht in kwestie vlucht EZY445 van Bristol naar Belfast (Verenigd Koninkrijk) en vlucht EZT446 van Belfast naar Bristol uitgevoerd. Easyjet voert aan dat vlucht EZY445 gepland stond om te vertrekken om 11:55 uur UTC. Echter, wegens de uitzetting van dronken passagiers op de vlucht moest het toestel terugkeren naar de stand en is daarna om 14:20 uur UTC vertrokken. Omdat als gevolg van het voorgaande de wettelijke diensturen van de bemanning zouden worden overschreden is de bemanning na aankomst op de luchthaven van Belfast vervangen. Vlucht EZY446 is vervolgens met een aankomstvertraging van bijna 3 uur uitgevoerd en om 17:26 uur UTC aangekomen te Bristol. Vervolgens heeft de vlucht in kwestie (EZY6167) vertraging opgelopen als gevolg van slotrestricties afkomstig van de luchtverkeersleiding en is met een aankomstvertraging van 3 uur en 16 minuten in Amsterdam geland om 19:51 uur UTC.
4.2.
Het afladen van storende passagiers alsmede de slotrestricties van de luchtverkeersleiding zijn omstandigheden waar Easyjet geen daadwerkelijke invloed op kan uitoefenen. Easyjet had geen redelijke maatregelen kunnen treffen ter voorkoming van de buitengewone omstandigheden.
4.3.
Tevens betwist Easyjet buitengerechtelijke incassokosten verschuldigd te zijn aan de passagier.

5.De beoordeling

5.1.
De kantonrechter stelt ambtshalve vast dat de Nederlandse rechter in deze zaak bevoegd is om van de vordering kennis te nemen.
5.2.
Vast staat dat de passagier met een vertraging van meer dan drie uur is aangekomen op de eindbestemming. Gelet daarop is Easyjet gehouden de passagier te compenseren, tenzij Easyjet ingevolge artikel 5, lid 3 van de Verordening kan aantonen dat de vertraging het gevolg is geweest van buitengewone omstandigheden en dat de vertraging, ondanks het treffen van alle redelijke maatregelen niet voorkomen had kunnen worden.
5.3.
Uit het door Easyjet overgelegde vluchtrapport en “Cabin Safety Report” blijkt dat op vlucht EZY445 van Bristol naar Belfast sprake was van dronken passagiers en dat deze passagiers van boord zijn gehaald voordat vlucht EZY445 is aangevangen. Hierdoor is een vertrekvertraging van 93 minuten is ontstaan. De kantonrechter oordeelt dat de noodzaak tot het uitzetten van dronken passagiers een van buiten komende oorzaak betreft waarop de luchtvaartmaatschappij geen invloed kan uitoefenen. Er is derhalve geen sprake van een gebeurtenis die inherent is aan de normale uitoefening van de activiteiten van een luchtvaartmaatschappij. Gesteld noch gebleken is dat sprake is geweest van een onredelijke afweging of dat lichtvaardig is besloten tot het van boord halen van de betreffende passagiers. Gelet op bovenstaande vormt dit een buitengewone omstandigheid die niet door Easyjet had kunnen worden voorkomen. Als gevolg van voornoemde buitengewone omstandigheid heeft vlucht EZY445 een vertrekvertraging van 93 minuten opgelopen.
5.4.
Uit het door Easyjet overgelegde vluchtrapport volgt dat vlucht EZY445 tevens een vertrekvertraging van 46 minuten heeft opgelopen als gevolg van de vertraging van de voorgaande vlucht (Delay Code 93). Niet gesteld noch gebleken is dat deze vertraging is ontstaan als gevolg van een buitengewone omstandigheid, waardoor deze vertraging voor rekening van Easyjet dient te komen.
5.5.
De vraag is vervolgens of de vertraging van vlucht EZY446 het gevolg is geweest van de buitengewone omstandigheid die zich heeft voorgedaan tijdens de uitvoering van vlucht EZY445. Vast staat dat vlucht EZY446 50 minuten is vertraagd wegens het moeten vervangen van de bemanning. De kantonrechter stelt voorop dat het uit de uren lopen van de bemanning in beginsel een operationeel probleem is. Easyjet heeft niet voldoende aangetoond de overschrijding van de wettelijke uren is veroorzaakt door de late binnenkomst van de voorgaande vlucht, of door de buitengewone omstandigheid. Hetzelfde geldt ten aanzien van de vertraging van 30 minuten die vlucht EZY6167 van Bristol naar Amsterdam (de vlucht in kwestie) heeft opgelopen als gevolg van restricties afkomstig van de luchtverkeersleiding. Ook hier oordeelt de kantonrechter dat Easyjet niet voldoende heeft aangetoond dat deze vertraging het gevolg is van de buitengewone omstandigheid die zich heeft voorgedaan tijdens de uitvoering van vlucht EZY445. Daarnaast heeft Easyjet niet voldoende aangetoond dat zij niet door haar eigen toedoen nieuwe slottijden kreeg toegewezen. Bovendien kan de kantonrechter de oorzaak van de nieuwe slottijden ook niet afleiden uit de door Easyjet overgelegde “ACARS Messages”.
5.6.
De kantonrechter concludeert dat niet is komen vast te staan dat de vertraging van de vlucht in kwestie EZY6167 het directe gevolg is van de buitengewone omstandigheid, te weten het uitzetten van de dronken passagiers, die zich tijdens de uitvoering van vlucht EZY445 heeft voorgedaan. De vordering tot betaling van de hoofdsom zal dan ook, gelet op de duur van de vertraging van de vlucht worden toegewezen
5.7.
De gevorderde wettelijke rente over de hoofdsom is als onvoldoende gemotiveerd weersproken toewijsbaar.
5.8.
De passagier heeft een bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten gevorderd. De vordering heeft geen betrekking op één van de situaties waarin het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten van toepassing is. Daarom zal de kantonrechter de vraag of buitengerechtelijke incassokosten verschuldigd zijn toetsen aan de eisen zoals deze zijn geformuleerd in het rapport Voorwerk II. Easyjet heeft deze vordering (gemotiveerd) betwist. De passagier heeft hiertegenover onvoldoende aangetoond en onderbouwd dat de verrichte werkzaamheden meer hebben omvat dan de verzending van een enkele (eventueel herhaalde) aanmaning, het enkel doen van een schikkingsvoorstel, het inwinnen van eenvoudige inlichtingen of het op gebruikelijke wijze samenstellen van het dossier. De vordering tot vergoeding van buitengerechtelijke kosten moet daarom worden afgewezen.
5.9.
De proceskosten komen voor rekening van Easyjet, omdat deze ongelijk krijgt.

6.De beslissing

De kantonrechter:
6.1.
veroordeelt Easyjet tot betaling aan de passagier van € 250,00 te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 10 mei 2019 tot aan de dag van voldoening van (de deelbetalingen van) dit bedrag;
6.2.
veroordeelt Easyjet tot betaling van de proceskosten die aan de kant van de passagier tot en met vandaag worden begroot op de bedragen zoals deze hieronder zijn gespecificeerd:
dagvaarding € 99,01;
griffierecht € 81,00;
salaris gemachtigde € 72,00
te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 14 dagen na betekening van het vonnis;
6.3.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
6.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. L.M. de Vries, kantonrechter en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter