ECLI:NL:RBNHO:2020:4242

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
22 juni 2020
Publicatiedatum
9 juni 2020
Zaaknummer
8182333 AO VERZ 19-154
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Arbeidsrecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontslag op staande voet wegens onrechtmatige toe-eigening van waterflesje

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 22 juni 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen een werknemer, aangeduid als [werknemer], en zijn werkgever, KLM Catering Services Schiphol B.V. (KCS). De werknemer was op 10 oktober 2019 op staande voet ontslagen omdat hij een flesje water van het merk Thonon had overgegoten in zijn persoonlijke dopper, wat door KCS werd aangemerkt als onrechtmatige toe-eigening. De werknemer had sinds 1994 bij KCS gewerkt en was zich niet bewust van de strenge regels omtrent het gebruik van de dopper en het verbod op het nuttigen van waterflesjes van KCS. KCS voerde aan dat het ontslag gerechtvaardigd was op basis van hun Gedragscode, die al jarenlang van kracht was en waarin stond dat onrechtmatige toe-eigening tot ontslag op staande voet kon leiden. De kantonrechter oordeelde dat het ontslag op staande voet rechtsgeldig was, omdat de werknemer bekend had moeten zijn met de regels en het beleid van KCS. De kantonrechter wees het verzoek van de werknemer om het ontslag te vernietigen en om wedertewerkstelling af. Tevens werd de werknemer veroordeeld in de proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 8182333 \ AO VERZ 19-154
Uitspraakdatum: 22 juni 2020
Beschikking in de zaak van:
[werknemer],
wonende te [woonplaats]
verzoekende partij
verder te noemen: [werknemer]
gemachtigde: mr. E. van Es
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
KLM Catering Services Schiphol B.V.,
gevestigd te Schiphol
verwerende partij
verder te noemen: KCS
gemachtigde: mr. R.A.C.G. Martens

1.Het procesverloop

1.1.
[werknemer] heeft op 20 november 2019 een verzoekschrift ingediend.
KCS heeft daarop gereageerd bij verweerschrift.
1.2.
Op 25 mei 2020 heeft een zitting plaatsgevonden. Partijen hebben daar hun standpunten toegelicht en vragen beantwoord. De griffier heeft daarvan aantekeningen gemaakt. Partijen hebben ook pleitaantekeningen overgelegd. Vóór de zitting heeft KCS bij e-mail van 22 mei 2020 nog stukken toegezonden.

2.De feiten

2.1.
KCS is een bedrijf dat cateringactiviteiten verzorgt ten behoeve van verschillende luchtvaartmaatschappijen op Schiphol.
2.2.
[werknemer] , geboren [in 1967] , is sinds 15 oktober 1994 bij KCS in dienst.
2.3.
De functie van [werknemer] is medewerker Operations ICA Flow Non Food (voorheen genaamd productiemedewerker A). In die functie houdt hij zich bezig met – kort gezegd – het afhandelen van vertrekkende en terugkomende cateringtrolleys. De plaats van tewerkstelling is Schiphol.
2.4.
Het salaris van [werknemer] is (blijkens de bij het verzoekschrift overgelegde salarisstrook van september 2019) € 2.094,25 per maand, exclusief onregelmatigheidstoeslag, vakantietoeslag en andere emolumenten.
2.5.
In artikel 7 van de arbeidsovereenkomst is vermeld:
‘De werknemer verbindt zich (..) zich te zullen houden aan alle door zijn meerderen te geven voorschriften.’
2.6.
In een (als productie 7 bij het verweerschrift overgelegde) brief van 17 augustus 2015 van KCS, geadresseerd aan [werknemer] , is vermeld:
‘Beste collega,
Begin 2013 ontving je de nieuwe versie van de Gedragscode met onze kernwaarden en huisregels. Eén van de belangrijkste huisregels is het verbod om ‘onrechtmatig toe te eigenen’: dus het niet mogen meenemen van eigendommen van KCS en/of haar klanten buiten het werk om en zonder toestemming van je leidinggevende.
(…)
Onrechtmatige toe-eigening leidt tot ontslag op staande voet
Zonder toestemming treedt KCS hard en consequent op: de medewerker wordt namelijk op staande voet ontslagen. Dit beleid bestaat al bijna 20 jaar, sinds de introductie van de Gedragscode in 1996. (…)
Een eventuele “lage” waarde van een toegeëigende zaak doet er niet toe. Het wegvallen van vertrouwen in elkaar is dé reden waarom KCS op staande voet ontslaat. (…)
Óók bij producten die worden weggegooid, moet je vooraf en altijd toestemming vragen aan je leidinggevende! (…)
Onzeboodschapis vooral geen onnodige risico’s te nemen (…)
Voorop staat namelijk het blindelingse vertrouwen dat we op dit punt in elkaar willen blijven hebben en daarom vinden we het van belang dit alles nog eens via deze brief te laten weten.
(…)’
2.7.
In een bericht van 22 augustus 2019 van KCS aan haar medewerkers is vermeld:
‘Beste collega’s,
(…)
Dopper en watertappunten
Na zorgvuldig en constructief overleg met de Ondernemingsraad, heeft KCS besloten medewerkers met een KCS-dienstverband en uitzendkrachten op rooster éénmalig in het bezit te stellen van een zogenaamde “Dopper”. Peildatum voor de verstrekking is 1 september 2019. De Dopper krijg je voor 1 september 2019 uitgereikt via de afdeling.
De Dopper kun je op de geïnstalleerde tappunten op de afdeling vullen met water en daar waar dat is toegestaan gebruiken als je tijdens je werk dorst hebt. (…)
Wat betekent dit verder?
Vanaf 1 september 2019 is het niet meer toegestaan om waterflesjes van en op de afdeling te drinken. Ook flesjes die terugkomen van een vlucht, andere drinkflessen, bidons, etc. zijn niet meer toegestaan. Gebruik vanaf 1 september 2019 dus alleen een Dopper!
(…) Het gebruik van de Dopper komt terug in punt 3 van de Toelichting Gedragscode.
De Gedragscode en de Toelichting Gedragscode staan in de Werkwijzer, die je kunt bereiken via EHRM en dan via de button ‘Werkwijzer’.
2.8.
In een aan het personeel uitgereikte nieuwsbrief van 30 augustus 2019 van KCS is vermeld:
‘Terugblik aug en vooruitblik op september 2019 (…)
(…)
Dag waterflesje, welkom Dopper!
(…) Met deze Dopper kan de wegwerpfles van KCS weg en gebruiken we kraanwater uit een herbruikbare fles! (…)
De regels voor het gebruik van de Dopper en wat te doen als je deze kwijt bent of niet hebt gekregen zijn KCS breed gecommuniceerd en terug te vinden in punt 3 van de gedragscode in de werkwijzer van KLM (EHRM via de button ‘werkwijzer’ (…).’
2.9.
In de Gedragscode van KCS is vermeld:
‘(…)
6.Onrechtmatige toe-eigening
Onrechtmatige toe-eigening is verboden, net als fraude.
Let op: onder ‘onrechtmatige toe-eigening’ wordt onder andere verstaan:
1. (…)
2. het binnen KCS eten, drinken of proeven van andermans producten zonder duidelijke toestemming van een Director van KCS.
De maatregelen zijn zeer streng, namelijk ontslag op staande voet [PERSONEELSCONTROLE, OVERTREDING EN MAATREGELEN EN DE TOELICHTING GEDRAGSCODE: ‘Waarom ontslag op staande voet bij onrechtmatige toe-eigening wegens eten, drinken of proeven?’] (…)
Mag je afwijken van de Gedragscode?
(…)
Gewenste of verwachte gedragingen zijn niet voor 100% op papier te beschrijven.
(…)
Juridisch
Deze Gedragscode is onderdeel van ieders arbeidsovereenkomst, (…)’
2.10.
In de toelichting op de Gedragscode is vermeld:
‘(…)
1. Onrechtmatig toe-eigenen andermans etenswaar of drank: waarom ontslag op staande voet?
(…)
Dit gebeurt ook als iemand iets heel kleins nuttigt, (…)
De maatregel van ontslag op staande voet is nogal wat. Zeker als het dienstverband misschien al meer dan 10 of 20 jaar heeft geduurd, of als je privésituatie moeilijk is. Het zijn vaak pijnlijke gevallen die zich de afgelopen jaren vaker voordeden. (…)
KCS maakt voor een ontslag op staande voet geen onderscheid tussen een ernstige (pallets wijn) of een heel kleine vorm (bonbon, blikje, een paar noten, paracetamol) van toe-eigening. Simpelweg, omdat geen goede of heldere grens kan worden getrokken tussen ernstig en heel klein. Bij kleine vormen van onrechtmatige toe-eigening gaat het niet meer om de verloren financiële waarde van een product. Het gaat hierbij om het bewaren van een prettige en veilige werkomgeving voor iedere andere medewerker en het blinde vertrouwen dat KCS wil en mag hebben in elke collega. Veiligheid, onderling vertrouwen en vertrouwen van KCS glijden anders weg. (…) Het spreekt daarbij vanzelf, dat KCS niet de één de hand boven het hoofd kan houden en de ander niet. Iedereen is wat dit betreft gelijk.
(…)
3. Onrechtmatig toe-eigenen van waterflesjes: waarom ook hier ontslag op staande voet mogelijk?
Het is goed mogelijk dat je tijdens het werk behoefte hebt om wat water te drinken. Dat willen we niet tegenhouden en mag je ook in de productieruimte uit een eigen Dopper* drinken (…)
Een ander belangrijk punt is dat het drinken van waterflesjes die niet voor jou zijn bedoeld, bijvoorbeeld flesjes bestemd voor een vlucht of terugkomen van een vlucht, is verboden. KCS merkt dit aan als onrechtmatige toe-eigening, ook al moet het waterflesje van de KLM of een andere airline worden weggegooid.
* om verwarring te voorkomen: geen andere soort flesjes of bidons
(…)’
2.11.
Op 10 oktober 2019 heeft KCS [werknemer] op staande voet ontslagen. Dit ontslag heeft KCS aan [werknemer] bevestigd bij brief van 10 oktober 2019, waarin is vermeld:
‘Hierbij bevestigen wij het gesprek van vandaag, 10 oktober 2019, waarin wij u hebben medegedeeld dat KLM Catering Services Schiphol B.V. uw dienstverband vandaag met onmiddellijke ingang heeft beëindigd. Dit ontslag wegens dringende reden is conform artikel 7:677 en 678 van het Burgerlijk Wetboek en het strenge beleid van KCS genomen en is zojuist meegedeeld in het gesprek tussen u, [operationeel manager] (Operationeel Manager Intercontinental Flow) en [HR-functionaris] (HR Business Partner). Voorafgaand aan het gesprek bent u gewezen op de mogelijkheid om u te laten bijstaan. U heeft geen gebruik gemaakt van deze mogelijkheid.
Aan het ontslag is het volgende voorafgegaan: op 10 oktober 2019 rond 14.30 uur heeft u een waterflesje van het merk Thonon in uw persoonlijke KCS-dopperfles (voorzien van uw naam en personeelsnummer) gegoten en derhalve onrechtmatig toegeëigend. Dit is door een Shiftleader gezien en die heeft u meegenomen naar de Shiftleader van dienst. Het waterflesje is afkomstig van Non-Food KLM Europe/Intercontinental. Dit is bestemd voor de vluchten van KLM en strikt genomen eigendom van KLM.
Vervolgens bent u op non-actief gesteld en heeft er vandaag d.d. 10 oktober 2019 een gesprek plaatsgevonden in het bijzijn van [HR-functionaris] en [operationeel manager] op het kantoor van [HR-functionaris] . Daarin heeft u het volgende aangegeven: U heeft een flesje water gepakt en dat in uw persoonlijke dopperfles gedaan. U vond het erg stom van u zelf. Normaal gesproken haalt u altijd water bij het waterpunt. U gaf aan dat het uw eerste keer was en dat u weet dat het niet mag. Er is u gevraagd naar de reden dat het nu toch deed. Hierop had u niet echt antwoord. U gaf wel aan dat u vandaag een haastige dag had. U moest eerst spullen kopen voor uw kinderen en daarna uw vrouw wegbrengen. U was ook uw KCS-pas vergeten. Er zijn geen andere omstandigheden die een rol hebben gespeeld. Er is u gevraagd hoe laat u bij KCS was. U gaf aan dat u tussen 13.30 en 13.45 uur bij KCS was. Er was derhalve voldoende tijd om uw persoonlijke dopperfles te vullen bij het waterpunt. Dit waterpunt is bovendien nog geen twintig meter bij uw werkplek vandaan.
Dringende reden
Deze onrechtmatige toe-eigening is voor KCS de dringende reden geweest uw dienstverband met onmiddellijke ingang te beëindigen. Dit is voor een bedrijf als KCS onaanvaardbaar en het vertrouwen in verdere voortzetting van uw dienstverband is hierdoor weggevallen. U bent bekend met de strenge regels bij KCS zoals bijvoorbeeld verwoord in onze Gedragscode en recentelijk bij de uitgifte van de persoonlijke Dopper (peildatum 1 september 2019) nog een keer herhaalt en gecommuniceerd (vanaf 22 augustus 2019). De Gedragscode is onderdeel van het arbeidscontract welke u heeft getekend. Hierdoor hebben wij geen ander besluit kunnen nemen.
(…)’
2.12.
Bij brief van zijn gemachtigde van 7 november 2019 heeft [werknemer] KCS verzocht het ontslag in te trekken, zich beschikbaar gesteld zijn werkzaamheden te verrichten en aanspraak gemaakt op loondoorbetaling.
2.13.
KCS heeft het ontslag gehandhaafd.
2.14.
In de (als productie 2 bij het verweerschrift overgelegde) schriftelijke verklaring van 4 december 2019 van de veiligheidsdeskundige van KCS, die getuige is geweest van de door [werknemer] verrichte handeling met het waterflesje, is vermeld:
´Ik liep op 10 oktober jl op de gang vlak bij de ingang van de afdeling nf&b ica. (…) Rond 14.25u liep ik de afdeling nf&b ica op en liep richting het SL kantoor. Een groot gedeelte van de middag ploeg was al aanwezig (liepen de afdeling op of zaten op de band voor het SL kantoor, klaar voor de roll call). Toen ik richting het kantoor liep, liep ik langs de warme band (…). Ik zag meneer(kantonrechter: waarmee bedoeld is [werknemer] )
tussen de werkplek opgooier en opzetter staan met het gezicht naar de wand (waaraan ook het SL kantoor is) bij de vier grijze kratten (…). Daarbij zag ik dat meneer een rare beweging maakte in een grijze krat. Omdat de productie nog niet was begonnen liep ik 2 stappen terug (afstand tussen meneer en mij was 2 meter, meneer stond aan de ene kant van de band (achter de grijze kratten) en ik aan de andere kant. Ik zag toen dat meneer een flesje Thonon water aan het overgieten was in zijn drinkfles (bidon) in deze grijze krat.
Ik keek meneer aan omdat ik zag dat hij een handeling uitvoerde wat niet is toegestaan. Meneer keek mij aan alsof hij zich betrapt voelde en stopte met zijn handeling. (…)’

3.Het verzoek

3.1.
[werknemer] verzoekt de kantonrechter om bij beschikking, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
primair:
I. de opzegging van 10 oktober 2019 te vernietigen ex artikel 7:681 van het Burgerlijk Wetboek (BW);
II. KCS te veroordelen om [werknemer] binnen 48 uur na betekening van de te wijzen beschikking toegang te verlenen, te doen of laten verlenen tot de werkplek en hem in staat te stellen zijn gebruikelijke werkzaamheden te verrichten, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 250,- voor elke dag dat KCS nalatig is aan deze vordering te voldoen:
III. KCS te veroordelen het verschuldigde loon van € 2.523,19 bruto per maand
(naar [werknemer] ter zitting heeft toegelicht: het gemiddelde loon over de laatste drie maanden inclusief onregelmatigheidstoeslag)uit te keren vanaf 10 oktober 2019, te vermeerderen met vakantiegeld en overige emolumenten, te vermeerderen met de wettelijke rente en de wettelijke verhoging van 50%;
IV. KCS te veroordelen in de proceskosten;
subsidiair:
V. [werknemer]
(naar de kantonrechter begrijpt is bedoeld: KCS)te veroordelen tot betaling van de transitievergoeding van € 32.243,- althans een door de kantonrechter te bepalen transitievergoeding;
VI. KCS te veroordelen tot betaling aan [werknemer] van de gefixeerde schadevergoeding van € 12.262,70 ex artikel 7:672 lid 10 BW;
VII. KCS te veroordelen tot betaling van een billijke vergoeding van € 439.036,80 bruto ex artikel 7:681 lid 1 sub a BW;
VIII. KCS te veroordelen in de proceskosten;
IX. KCS te veroordelen tot betaling van de wettelijke rente over de gevorderde bedragen vanaf de dag waarop de arbeidsovereenkomst door KCS is opgezegd tot aan de dag der algehele voldoening.
3.2.
Tevens verzoekt [werknemer] de kantonrechter om bij wijze van
voorlopige voorzieningvoor de duur van het geding, bij beschikking, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, KCS te veroordelen:
I. tot betaling aan [werknemer] van het salaris van € 2.523,19 bruto per maand, althans een door de kantonrechter in goede justitie te bepalen gemiddeld salaris, te vermeerderen met de vakantietoeslag en overige emolumenten vanaf 10 oktober 2019 tot het moment dat de arbeidsovereenkomst tussen partijen rechtsgeldig is geëindigd, te vermeerderen met de wettelijke verhoging en de wettelijke rente telkens wanneer het loon niet tijdig is voldaan;
II. om [werknemer] binnen 48 uur na betekening van de beslissing toegang te verlenen en hem in staat te stellen zijn werkzaamheden te hervatten, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 250,- voor iedere dag dat KCS nalatig is de vordering na te komen.
3.3.
[werknemer] legt – kort weergegeven – het volgende aan het verzoek ten grondslag.
3.4.
Op 10 oktober 2019 kwam [werknemer] gehaast op zijn werk aan. Hij had geen tijd gehad om wat te drinken. Er stonden van een vlucht retour gekomen flesjes water van het merk Thonon, afkomstig van Non-Food KLM Europe/Intercontinental. Zonder verder na te denken heeft [werknemer] de inhoud van een niet gesealed flesje Thonon overgegooid in zijn dopper om op te drinken. Dat flesje water was bestemd om te worden weggegooid. Toen [werknemer] de dopper eind augustus 2019 van zijn shiftleader ontving tijdens een werkoverleg, is hem nimmer meegedeeld dat er strenge regels voor het gebruik van de dopper gelden en al helemaal niet dat het vullen van de dopper met water anders dan kraanwater tot ontslag op staande voet kan leiden. [werknemer] heeft nooit een protocol ontvangen. Hij weet wel dat er een outlook-app is waarin werknemers protocollen kunnen opzoeken, maar heeft nooit een cursus of uitleg over de app gehad en heeft dus nooit met deze app gewerkt. Gelet op zijn arbeidsverleden en opleidingsniveau kan niet van hem worden verwacht dat hij op internet speurt naar protocollen voor het gebruik van de dopper. Er is geen exemplaar van de Gedragscode aan [werknemer] verstrekt. Een zero tolerance beleid is ook niet in zijn arbeidsovereenkomst geïncorporeerd. [werknemer] was zich van geen kwaad bewust.
3.5.
Ook collega’s van [werknemer] hebben (anoniem) verklaard dat zij niet wisten dat je op staande voet ontslagen kan worden als je een flesje water van KCS overschenkt in je dopper en dat er nooit werd doorverwezen naar een gedragscode (productie 3 bij het verzoekschrift).
3.6.
In de ontslagbrief staat ten onrechte vermeld dat [werknemer] is gewezen op de mogelijkheid zich te laten bijstaan tijdens het gesprek en dat hij op non-actief is gesteld. Er is onvoldoende onderzoek gedaan en er is geen hoor en wederhoor toegepast.
3.7.
Het ontslag op staande voet is ten onrechte gegeven, nu dit niet onverwijld is gegeven en een dringende reden voor opzegging ontbreekt. Het overgieten van water uit het Thonon-flesje in zijn dopper kan niet worden aangemerkt als een onrechtmatig toe-eigenen van een product. Van een uitdrukkelijke instructie en een uniform beleid omtrent het gebruik van de dopper is niet gebleken. Het ontslag op staande voet is disproportioneel. [werknemer] heeft nooit de bedoeling gehad KCS te benadelen. [werknemer] is 25 jaar in dienst, functioneert goed en heeft nimmer iets onoirbaars gedaan. Het ontslag op staande voet heeft ernstige gevolgen voor hem. Zijn kansen op de arbeidsmarkt zijn door zijn eenzijdige werkervaring klein, door zijn ontslag op staande voet komt hij niet in aanmerking voor een vergelijkbare baan op Schiphol en krijgt hij geen WW-uitkering, terwijl hij kostwinner is en een koophuis heeft.
3.8.
Een andere sanctie, zoals een officiële waarschuwing, was op zijn plaats geweest, zoals ook is gebeurd bij een collega die een beker yoghurt van KCS had geconsumeerd.

4.Het verweer

4.1.
KCS verweert zich tegen het verzoek. Daartoe voert zij – samengevat – het volgende aan.
4.2.
Sinds jaar en dag (1996) hanteert KCS een stringent beleid inzake onrechtmatige toeëigening van producten door medewerkers. Daarbij wordt geen onderscheid gemaakt naar de waarde van het product ter voorkoming van een glijdende schaal. De maatregelen bij overtreding van de regels zijn zeer streng, namelijk ontslag op staande voet. Het beleid is neergelegd in de Gedragscode die KCS samen met de ondernemingsraad heeft opgesteld en is geïncorporeerd in de arbeidsovereenkomst. Het beleid wordt regelmatig onder de aandacht van de medewerkers gebracht, bijvoorbeeld in het personeelsblad de ‘Catermail’, op het intranet en tijdens de zogenoemde ‘roll calls’ voorafgaand aan de diensten. Bovendien zijn alle medewerkers op hun huisadres per brief over het beleid geïnformeerd, zo ook [werknemer] bij brief van 17 augustus 2015.
4.3.
Tot 22 augustus 2019 konden medewerkers van KCS waterflesjes nuttigen van een merk dat KCS niet aan haar klanten levert. Dit om verwarring te voorkomen over de vraag voor wie het water is bestemd. Vanaf 22 augustus 2019 heeft KCS in overleg met haar ondernemingsraad een ‘Dopper’ waterfles (hierna te noemen: dopper) gegeven aan de medewerkers. De doppers dienen te worden gevuld bij de watertappunten die op elke afdeling beschikbaar zijn. De dopper is op 28 augustus 2019 door de shiftleader aan [werknemer] uitgereikt, waarbij de shiftleader er (blijkens zijn als productie 9 bij het verweerschrift overgelegde schriftelijke verklaring) op heeft gewezen dat de dopper via het watertappunt moet worden gevuld, dat de eerdere waterflesjes van KCS niet meer worden verstrekt en dat het verboden is andere waterflesjes voor de dopper te gebruiken. Bovendien zijn alle medewerkers bij bericht van 22 augustus 2019 (verspreid via e-mail en intranet) geïnformeerd over de vervanging van de KCS waterflesjes door de dopper en is hierover in deze periode ook middels een uitgedeelde nieuwsbrief gecommuniceerd. KCS betwist dat [werknemer] geen instructie heeft gehad over het gebruik van het e-mailaccount en het intranet.
4.4.
Het ontslag op staande voet is terecht gegeven. [werknemer] heeft zich een flesje water toegeëigend dat niet zijn eigendom was zonder toestemming van KCS. [werknemer] was voor en op 10 oktober 2019 bekend met het verbod op en de gevolgen van onrechtmatige toe-eigening of had dit in ieder geval moeten zijn. De wetenschap van [werknemer] blijkt ook uit zijn omslachtige en bewuste handeling. Bovendien heeft [werknemer] zelf verklaard dat hij iets heeft gedaan wat niet mag. [werknemer] heeft geen omstandigheden aangevoerd die zijn handelswijze rechtvaardigen. Haast is geen excuus. Er was voldoende tijd op een andere manier water te drinken. De persoonlijke omstandigheden van [werknemer] doen aan de geldigheid van het gegeven ontslag niet af.
4.5.
Overigens is [werknemer] (blijkens de als productie 3 bij het verweerschrift overgelegde verklaringen van operationeel manager [operationeel manager] en HR-functionaris [HR-functionaris] ) wel degelijk op non-actief gesteld en is hij ook gewezen op de mogelijkheid zich te laten bijstaan tijdens het gesprek.
4.6.
Het ontslag van de door [werknemer] bedoelde collega die een beker yoghurt had gegeten is niet geëffectueerd omdat KCS in die zaak steken had laten vallen met betrekking tot de onverwijldheid van het ontslag en wedertewerkstelling. Die zaak is dus niet vergelijkbaar met het geval van [werknemer] .

5.De beoordeling

5.1.
De kantonrechter zal in deze beschikking direct een beslissing nemen over het verzoek van [werknemer] in de hoofdzaak, zodat er geen reden meer is om een voorlopige voorziening te treffen.
5.2.
De feitelijke aanleiding voor het door KCS gegeven ontslag op staande voet is geweest dat [werknemer] water uit een flesje van het merk Thonon, afkomstig van Non-Food KLM Europe/Intercontinental en dus niet het eigendom van [werknemer] , heeft overgegoten in zijn dopper. [werknemer] heeft op zichzelf erkend dat hij deze handeling heeft verricht. KCS heeft aan het gegeven ontslag op staande voet ten grondslag gelegd – kort gezegd – dat deze handeling in strijd is met het sinds jaar en dag door KCS gevoerde en bij de medewerkers bekende strenge beleid inzake onrechtmatige toe-eigening en dat het vertrouwen van KCS in [werknemer] hierdoor is weggevallen. In deze zaak dient te worden beoordeeld of het ontslag op staande voet rechtsgeldig is gegeven.
5.3.
In artikel 7:677 lid 1 BW is bepaald, dat ieder der partijen bevoegd is de arbeidsovereenkomst onverwijld op te zeggen om een dringende reden, onder onverwijlde mededeling van die reden aan de wederpartij.
5.4.
De kantonrechter is van oordeel dat aan de in bovengenoemd artikellid vermelde eis van onverwijldheid is voldaan. Immers, de gebeurtenis met het flesje water naar aanleiding waarvan [werknemer] is ontslagen heeft op 10 oktober 2019 rond 14.30 uur plaatsgevonden en het ontslag is diezelfde dag mondeling aan [werknemer] meegedeeld en schriftelijk bevestigd. KCS heeft dus voldoende voortvarend gehandeld.
5.5.
Het standpunt van [werknemer] dat onvoldoende onderzoek is gedaan en geen hoor en wederhoor heeft plaatsgevonden wordt door de kantonrechter niet gevolgd. De feitelijke gedraging die aanleiding is geweest voor het ontslag op staande voet (het overgieten van de inhoud van het Thonon flesje) is immers door [werknemer] niet betwist en blijkens de ontslagbrief is aan [werknemer] gevraagd wat de reden was van zijn gedrag.
5.6.
Voorts merkt de kantonrechter nog op dat niet van belang is of [werknemer] tijdens het gesprek op 10 oktober 2019 al dan niet uitdrukkelijk op non-actief is gesteld, nu niet in geschil is dat [werknemer] sinds hij werd ‘betrapt’ op het overgieten van het water niet meer tewerk is gesteld. Verder ziet de kantonrechter geen aanleiding er aan te twijfelen dat [werknemer] tijdens het ontslaggesprek is gewezen op de mogelijkheid zich te laten bijstaan, nu zowel [operationeel manager] als [HR-functionaris] , die bij dit gesprek aanwezig waren, dit hebben verklaard (zie productie 3 bij het verweerschrift).
5.7.
Volgens artikel 7:678 lid 1 BW worden voor de werkgever als dringende redenen voor een ontslag op staande voet beschouwd zodanige daden, eigenschappen of gedragingen van de werknemer, die ten gevolge hebben dat van de werkgever redelijkerwijze niet kan worden gevergd de arbeidsovereenkomst te laten voortduren. Een dringende reden kan bijvoorbeeld zijn dat een werknemer grovelijk de plichten veronachtzaamt die de arbeidsovereenkomst hem oplegt (artikel 7:678 lid 2, onderdeel k, BW). De kantonrechter moet bij de beoordeling van de dringende reden alle omstandigheden van het geval in aanmerking nemen. Belangrijk zijn de aard en ernst van de dringende reden. Ook kunnen meespelen de duur van de dienstbetrekking, de wijze waarop de werknemer deze heeft vervuld en de persoonlijke omstandigheden van de werknemer, zoals zijn leeftijd en de gevolgen die een ontslag op staande voet voor hem heeft. Maar ook als zo’n ontslag grote gevolgen heeft voor de werknemer, kan dat ontslag toch gerechtvaardigd zijn. Dat kan bijvoorbeeld zo zijn wegens de aard en de ernst van de dringende reden.
5.8.
De kantonrechter is van oordeel dat er in het onderhavige geval sprake is van een dringende reden voor ontslag op staande voet. Daartoe overweegt hij het volgende.
5.9.
KCS heeft middels de door haar overgelegde stukken, zoals aangehaald onder ‘de feiten’ van deze beschikking, voldoende aangetoond dat zij al jarenlang een streng beleid voert dat is neergelegd in de Gedragscode en dat inhoudt dat het zich toe-eigenen van andermans zaken, ook als het zaken van geringe waarde betreft, tot ontslag op staande voet leidt. Dat KCS ook daadwerkelijk uitvoering geeft aan dit beleid wordt ondersteund door de als producties 11 en 12 overgelegde brieven met betrekking tot twee andere werknemers van KCS, die wegens het nuttigen van cola respectievelijk appelsap op staande voet zijn ontslagen. KCS heeft een afdoende verklaring gegeven voor het feit dat de door [werknemer] bedoelde medewerker die een beker yoghurt had gegeten niet is ontslagen.
5.10.
Het beleid van KCS is in de arbeidsovereenkomst geïncorporeerd doordat in artikel 7 van die arbeidsovereenkomst is bepaald dat de werknemer zich dient te houden aan de door zijn meerderen gegeven voorschriften. Bovendien heeft KCS voldoende onderbouwd dat het beleid op verschillende wijzen onder de aandacht van haar personeel is gebracht, onder meer door toezending van een brief aan het huisadres van de medewerkers. Ook de regels inzake het gebruik van de dopper zijn middels het overgelegde bericht van 22 augustus 2019 en in de nieuwsbrief van 30 augustus 2019 aan de medewerkers kenbaar gemaakt. Aan de door [werknemer] als productie 3 bij het verzoekschrift overgelegde verklaringen van collega’s kan onvoldoende waarde worden gehecht, nu dit anonieme verklaringen zijn.
5.11.
Ook [werknemer] moet naar het oordeel van de kantonrechter geacht worden met het bovengenoemde strenge beleid van KCS en de regels omtrent het gebruik van de dopper bekend te zijn geweest. Weliswaar betwist [werknemer] dat hij de (onder 2.6. van deze beschikking genoemde) brief van 17 augustus 2015 heeft ontvangen, maar dit betreft slechts een blote betwisting, terwijl gesteld noch gebleken is dat deze brief niet correct is geadresseerd. Wat betreft het bericht van 22 augustus 2019, waarin de regels omtrent het gebruik van de dopper zijn vermeld, kan [werknemer] zich er niet achter verschuilen dat hij geen kennis heeft genomen van dit bericht doordat hij niet bekend is met e-mail en intranet. Dit zijn immers in de huidige tijd normale communicatiemiddelen. Als het al juist is dat [werknemer] geen uitleg of cursus over het gebruik daarvan heeft gehad (wat door KCS gemotiveerd is betwist) had hij een collega of een leidinggevende om hulp kunnen vragen. Ter zitting heeft [werknemer] zich er nog op beroepen dat zijn taal- en leesniveau slecht is, waardoor hij moeite heeft met het lezen van moeilijke brieven. Ook dit beroep slaagt niet, omdat [werknemer] ook hierbij om hulp had kunnen vragen.
5.12.
[werknemer] heeft met betrekking tot het bericht van 22 augustus 2019 nog aangevoerd dat daaruit blijkt dat het gebruik van flesjes die terugkomen van een vlucht vóór 1 september 2019 wel was toegestaan, nu in dit bericht staat vermeld:
‘Ook flesjes die terugkomen van een vlucht, andere drinkflessen, bidons etc zijn niet meer toegestaan.’Dit standpunt wordt door de kantonrechter niet gevolgd. Hoewel de formulering van het bericht ongelukkig is, is daarmee kennelijk bedoeld tot uitdrukking te brengen dat men na 1 september 2019 alleen nog water afkomstig uit de watertappunten uit de dopper mag drinken. Bovendien heeft de shiftleader van [werknemer] verklaard dat hij [werknemer] heeft verteld dat de dopper via het watertappunt moet worden gevuld, dat de eerdere waterflesjes van KCS niet meer worden verstrekt en dat het verboden is andere waterflesjes voor de dopper te gebruiken (zie productie 9 bij het verweerschrift). De kantonrechter ziet geen aanleiding aan deze verklaring te twijfelen. Overigens betroffen de voor 1 september 2019 gebruikte waterflesjes, naar KCS voldoende heeft toegelicht en ook uit de nieuwsbrief van 30 augustus 2019 en de bovengenoemde verklaring van de shiftleader blijkt, speciale KCS waterflesjes en geen flesjes die terugkwamen van een vlucht.
5.13.
Ook de wijze waarop [werknemer] zich het water uit het Thonon flesje heeft toegeëigend vormt een aanwijzing dat hij van het beleid van KCS op de hoogte was. Blijkens de als productie 2 bij het verweerschrift overgelegde verklaring van de veiligheidsdeskundige heeft deze gezien dat [werknemer] een rare beweging maakte in een grijs krat en dat hij het flesje Thonon water aan het overgieten was in zijn drinkfles in het krat. [werknemer] heeft, desgevraagd door de kantonrechter, niet kunnen verklaren waarom hij het flesje Thonon verholen in het krat in zijn bidon overgoot in plaats van openlijk rechtstreeks uit het flesje Thonon te drinken. Dit maakt temeer aannemelijk dat [werknemer] wist dat het niet was toegestaan zich de inhoud van een flesje Thonon toe te eigenen, nog daargelaten dat het niet anders kan dan dat het [werknemer] zal zijn opgevallen dat sedert eind augustus 2019 door niemand van zijn collegae nog water uit een flesje werd genuttigd.
5.14.
Door aldus in strijd met de bij KCS geldende en hem kenbare regels de inhoud van het flesje Thonon in zijn bidon over te gieten, heeft [werknemer] naar het oordeel van de kantonrechter in ernstige mate de verplichtingen veronachtzaamd die de arbeidsovereenkomst hem oplegt in de zin van artikel 7:678 lid 2, onderdeel k, BW. De omstandigheid dat [werknemer] er niet aan toe is gekomen het overgegoten water daadwerkelijk op te drinken doet daar niet aan af. Evenmin doet daaraan af of het flesje Thonon al dan niet reeds was aangebroken of bestemd was om te worden weggegooid. Van omstandigheden die het gedrag van [werknemer] rechtvaardigen is niet gebleken. Haast of de (pas ter zitting aangevoerde) omstandigheid dat hij kort tevoren met zijn vader in Suriname had gebeld die er slecht aan toe was zijn daartoe onvoldoende.
5.15.
[werknemer] heeft nog naar voren gebracht dat zijn persoonlijke omstandigheden aan het ontslag op staande voet in de weg staan. In dit verband heeft hij gewezen op zijn langdurige dienstverband, zijn goede functioneren en de ernstige gevolgen die het ontslag voor hem heeft. Gelet op het klemmende karakter van het door KCS gevoerde beleid, dat [werknemer] in de lange tijd die hij bij KCS in dienst is geweest niet kan zijn ontgaan, doen de door [werknemer] aangevoerde omstandigheden naar het oordeel van de kantonrechter echter niet af aan de gerechtvaardigdheid van het ontslag op staande voet, hoezeer op zich ook kan worden betreurd dat [werknemer] dit noodlottige moment is overkomen.
5.16.
Nu de kantonrechter van oordeel is dat het ontslag op staande voet rechtsgeldig is gegeven, zal het primaire verzoek van [werknemer] om vernietiging van dat ontslag, wedertewerkstelling en doorbetaling van loon worden afgewezen. Hetzelfde geldt voor het subsidiaire verzoek om toekenning van een billijke vergoeding en een vergoeding wegens onregelmatige opzegging (de ‘gefixeerde schadevergoeding’).
5.17.
Ook het subsidiaire verzoek om KCS te veroordelen tot betaling van een transitievergoeding wordt afgewezen. Hiervoor is geoordeeld dat sprake is van feiten en omstandigheden die een dringende reden opleveren voor ontslag op staande voet. Die feiten en omstandigheden brengen naar het oordeel van de kantonrechter ook mee dat het eindigen van de arbeidsovereenkomst het gevolg is van handelen of nalaten van [werknemer] dat als ernstig verwijtbaar moet worden aangemerkt. Dat betekent dat de transitievergoeding niet verschuldigd is.
5.18.
Nu het verzoek integraal wordt afgewezen, dient [werknemer] in de proceskosten te worden veroordeeld.

6.De beslissing

De kantonrechter:
6.1.
wijst het verzoek af;
6.2.
veroordeelt [werknemer] tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van KCS tot en met vandaag vaststelt op € 720,00 voor salaris gemachtigde;
6.3.
verklaart vorenstaande kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gewezen door mr. D.P. Ruitinga, kantonrechter en op 22 juni 2020 in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter