In deze zaak heeft Airhelp Limited, een rechtspersoon naar het recht van Hong Kong, een vordering ingesteld tegen Easyjet Airline Company Limited, naar aanleiding van de annulering van een vlucht op 19 februari 2017 van Manchester naar Amsterdam. Airhelp vordert compensatie op basis van de Verordening (EG) nr. 261/2004, die gemeenschappelijke regels vaststelt voor compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij annuleringen. Easyjet heeft de annulering van de vlucht betwist en aangevoerd dat deze het gevolg was van buitengewone omstandigheden, namelijk slechte weersomstandigheden en problemen met de bemanning. De kantonrechter heeft echter geoordeeld dat Easyjet niet voldoende heeft aangetoond dat alle redelijke maatregelen zijn getroffen om de annulering te voorkomen. De rechter heeft vastgesteld dat de vlucht daadwerkelijk is geannuleerd en dat Easyjet in beginsel gehouden is tot compensatie, tenzij zij kan bewijzen dat de annulering het gevolg was van buitengewone omstandigheden. De kantonrechter heeft geconcludeerd dat Easyjet niet heeft aangetoond dat de weersomstandigheden zodanig waren dat de annulering gerechtvaardigd was. De vordering van Airhelp tot betaling van € 250,- is toegewezen, evenals de wettelijke rente over dit bedrag. De vordering tot vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten is afgewezen, omdat Airhelp niet voldoende heeft aangetoond dat deze kosten zijn gemaakt. De proceskosten zijn voor rekening van Easyjet, omdat zij ongelijk heeft gekregen.