ECLI:NL:RBNHO:2020:4206

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
20 mei 2020
Publicatiedatum
8 juni 2020
Zaaknummer
7076340 \ CV EXPL 18-5892
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Compensatie voor annulering van vlucht door luchtvaartmaatschappij en de redelijke maatregelen die getroffen moeten worden

In deze zaak heeft Airhelp Limited, een rechtspersoon naar het recht van Hong Kong, een vordering ingesteld tegen Easyjet Airline Company Limited, naar aanleiding van de annulering van een vlucht op 19 februari 2017 van Manchester naar Amsterdam. Airhelp vordert compensatie op basis van de Verordening (EG) nr. 261/2004, die gemeenschappelijke regels vaststelt voor compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij annuleringen. Easyjet heeft de annulering van de vlucht betwist en aangevoerd dat deze het gevolg was van buitengewone omstandigheden, namelijk slechte weersomstandigheden en problemen met de bemanning. De kantonrechter heeft echter geoordeeld dat Easyjet niet voldoende heeft aangetoond dat alle redelijke maatregelen zijn getroffen om de annulering te voorkomen. De rechter heeft vastgesteld dat de vlucht daadwerkelijk is geannuleerd en dat Easyjet in beginsel gehouden is tot compensatie, tenzij zij kan bewijzen dat de annulering het gevolg was van buitengewone omstandigheden. De kantonrechter heeft geconcludeerd dat Easyjet niet heeft aangetoond dat de weersomstandigheden zodanig waren dat de annulering gerechtvaardigd was. De vordering van Airhelp tot betaling van € 250,- is toegewezen, evenals de wettelijke rente over dit bedrag. De vordering tot vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten is afgewezen, omdat Airhelp niet voldoende heeft aangetoond dat deze kosten zijn gemaakt. De proceskosten zijn voor rekening van Easyjet, omdat zij ongelijk heeft gekregen.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 7076340 \ CV EXPL 18-5892
Uitspraakdatum: 20 mei 2020
Vonnis in de zaak van:
De rechtspersoon naar het recht van Hong Kong
Airhelp Limited
gevestigd te Hong Kong
eiser
hierna te noemen Airhelp
gemachtigde mr. H. Yildiz
tegen
De buitenlandse rechtspersoon
Easyjet Airline Company Limited
gevestigd te Luton (Verenigd Koninkrijk) en mede gevestigd te Schiphol
gedaagde
hierna te noemen Easyjet
gemachtigde mr. J.W.A. Lameijer

1.Het procesverloop

1.1.
Airhelp heeft bij dagvaarding van 5 juli 2018 een vordering tegen Easyjet ingesteld. Easyjet heeft een incidentele conclusie strekkende tot zekerheidsstelling voor proceskosten ex artikel 224 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) genomen. Airhelp heeft hierop schriftelijk gereageerd. De kantonrechter heeft bij vonnis in het incident van 3 juli 2019 de incidentele vordering van Easyjet toegewezen en Airhelp bevolen om zekerheid te stellen.
1.2.
Bij brief van 26 juli 2019 heeft Easyjet de kantonrechter geïnformeerd dat Airhelp zekerheid heeft gesteld voor de proceskosten. Easyjet heeft vervolgens schriftelijk geantwoord in de hoofdzaak. Airhelp heeft hierop schriftelijk gereageerd, waarna Easyjet een schriftelijke reactie heeft gegeven.

2.De feiten

2.1.
[De passagier] , hierna: de passagier, heeft met Easyjet een vervoersovereenkomst gesloten op grond waarvan Easyjet de passagier diende te vervoeren op 19 februari 2017 van Manchester naar Amsterdam, hierna: de vlucht.
2.2.
De vlucht is geannuleerd. De passagier is vervolgens omgeboekt naar een vlucht die is uitgevoerd op 20 februari 2017, de passagier is op die datum om 7.32 UTC geland op Schiphol.
2.3.
Airhelp heeft compensatie van Easyjet gevorderd in verband met voornoemde annulering.
2.4.
Easyjet heeft geweigerd tot betaling over te gaan.

3.De vordering

3.1.
Airhelp vordert dat Easyjet bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis veroordeeld zal worden tot betaling van:
- € 250,- vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 19 februari 2017 tot aan de dag der algehele voldoening;
- € 40,- aan buitengerechtelijke incassokosten;
- de proceskosten.
3.2.
Airhelp heeft aan de vordering ten grondslag gelegd de Verordening (EG) nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en tot intrekking van de verordening (EEG) nr. 295/91 (hierna: de Verordening) en de daarop betrekking hebbende rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: het Hof). Airhelp stelt dat Easyjet vanwege de annulering van de vlucht gehouden is te compenseren conform artikel 7 van de Verordening tot een bedrag van € 250,-. Volgens Airhelp heeft Easyjet geen overtuigend bewijs geleverd van de gestelde buitengewone omstandigheden en niet aangetoond dat de annulering voorkomen had kunnen worden door aangepaste maatregelen.

4.Het verweer

4.1.
Easyjet betwist de vordering. Zij voert aan dat de vlucht van de passagier is geannuleerd vanwege een omleiding van een eerdere vlucht vanwege slecht zicht. De vluchten voorafgaand aan de vlucht van de passagier op 19 februari 2017 zijn achtereenvolgens vertraagd vanwege restricties van het luchtverkeersbeheer en doorwerking van die vertraging. De vlucht direct voorafgaand aan de vlucht van de passagier, afkomstig van Genève, is omgeleid naar Liverpool, omdat de weersomstandigheden het landen op Manchester onmogelijk maakten. Door deze vertraging en omleiding liep de bemanning die de vlucht van de passagier moest uitvoeren uit het toegestane maximum van de te werken uren, waardoor het onmogelijk werd om de vlucht van de passagier nog uit te voeren op 19 februari 2017. Ook waren er problemen met de de-icing.
4.2.
Voorgaande levert buitengewone omstandigheden op, op grond waarvan Easyjet niet gehouden is compensatie te betalen. De weersomstandigheden die tot omleiding nopen en restricties van het luchtverkeersbeheer liggen niet binnen de invloedssfeer van Easyjet en zijn niet inherent aan de normale uitoefening van de activiteit.
4.3.
Easyjet heeft alle redelijke maatregelen getroffen die van haar konden worden gevergd. Easyjet is ingespeeld op situaties zoals de onderhavige, doordat zij reservecrews en vliegtuigen standby heeft staan op meerdere plekken in Europa. Die toestellen zouden echter met dezelfde weersomstandigheden zijn geconfronteerd, zodat ook die toestellen vertraging hadden opgelopen. Voor zover van Easyjet nog andere maatregelen konden worden verwacht, is in het geheel niet zeker dat dergelijke maatregelen de annulering van de vlucht van de passagier zouden hebben voorkomen.

5.De beoordeling

5.1.
De kantonrechter stelt ambtshalve vast dat de Nederlandse rechter in deze zaak bevoegd is om van de vordering kennis te nemen.
5.2.
Vast staat dat de vlucht van de passagier op 19 februari 2017 is geannuleerd. Hierdoor is Easyjet op grond van de Verordening in beginsel gehouden te compenseren, tenzij Easyjet ingevolge artikel 5, lid 3 van de Verordening kan aantonen dat de annulering het gevolg is geweest van buitengewone omstandigheden en dat de annulering, ondanks het treffen van alle redelijke maatregelen, niet voorkomen had kunnen worden.
5.3.
Ten aanzien van het beroep van Easyjet op de aanwezigheid van buitengewone omstandigheden geldt, in algemene zin, het volgende. In punt 14 en 15 van de Considerans van de Verordening staat dat dergelijke omstandigheden zich kunnen voordoen in geval van weersomstandigheden respectievelijk besluiten van het luchtverkeersbeheer die de uitvoering van de vlucht in kwestie verhinderen.
5.4.
Airhelp betwist dat de voorafgaande vlucht moest uitwijken naar Liverpool vanwege de slechte weersomstandigheden. Airhelp erkent dat uit de door Easyjet overgelegde METAR-data volgt dat vanaf 18.20 uur UTC het zicht afnam, maar betwist dat het zicht te slecht was om op te stijgen of te landen. Airhelp stelt dat onder meer rond de geplande vertrektijd van de vlucht van de passagier wel andere toestellen zijn geland en opgestegen. Voorgaande heeft Easyjet niet gemotiveerd betwist, zodat de kantonrechter uitgaat van de juistheid van deze stelling, aldus heeft Easyjet onvoldoende gemotiveerd waarom de onderhavige vlucht niet op Manchester kon landen. Het beroep van Easyjet op de weersomstandigheden als zijnde buitengewone omstandigheden in de zin van de Considerans van de Verordening slaagt dan ook niet.
5.5.
Airhelp verwijst daarnaast naar het oordeel van de kantonrechter terecht naar het ontbreken van informatie met betrekking tot de vlucht voorafgaand aan de vlucht van de passagier. Niet kan worden vastgesteld wat de geplande aankomsttijd was in Manchester, wat de daadwerkelijke aankomsttijd in Liverpool was en of de reden voor de omleiding van die vlucht daadwerkelijk was gelegen in de weeromstandigheden. De kantonrechter kan dan ook niet vaststellen dat sprake was van een besluit van het luchtverkeersbeheer in de zin van punt 15 van de Considerans van de Verordening. Voor zover hiervan sprake zou zijn, geldt het volgende.
5.6.
Easyjet voert aan dat als gevolg van de eerdere vertraging en omleiding, de bemanning bovendien “uit haar uren” dreigde te lopen. Vanwege de weersomstandigheden kon volgens Easyjet geen andere crew of ander toestel worden ingezet om annulering van de vlucht van de passagier te voorkomen. In navolging van het oordeel van de kantonrechter met betrekking tot het beroep van Easyjet op de weeromstandigheden als zijnde buitengewone omstandigheden, kan het verweer van Easyjet dat zij alle redelijke maatregelen heeft getroffen om annulering te voorkomen eveneens niet slagen. Easyjet stelt dat het inzetten van een ander toestel onderzocht is, maar geen zin had vanwege de weersomstandigheden. Airhelp heeft gemotiveerd betwist dat het zicht te slecht zou zijn om te stijgen of landen, zodat het op de weg van Easyjet had gelegen om nader te motiveren waarom de inzet van een ander vliegtuig en/of een andere crew niet tot voorkoming van de annulering had kunnen leiden. Nu zij dit heeft nagelaten, kan niet worden aangenomen dat Easyjet alle redelijke maatregelen heeft getroffen om annulering te voorkomen.
5.7.
Nu Easyjet voor het overige geen verweer heeft gevoerd, zal de vordering tot betaling van de hoofdsom, gelet op de annulering van de vlucht, worden toegewezen.
5.8.
De gevorderde wettelijke rente over de hoofdsom is als onvoldoende gemotiveerd weersproken toewijsbaar.
5.9.
Airhelp heeft een bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten gevorderd. De vordering heeft geen betrekking op één van de situaties waarin het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten van toepassing is. Daarom zal de kantonrechter de vraag of buitengerechtelijke incassokosten verschuldigd zijn toetsen aan de eisen zoals deze zijn geformuleerd in het rapport Voorwerk II. Easyjet heeft deze vordering gemotiveerd betwist. Airhelp heeft hiertegenover onvoldoende aangetoond en onderbouwd dat de verrichte werkzaamheden meer hebben omvat dan de verzending van een enkele aanmaning, het enkel doen van een schikkingsvoorstel, het inwinnen van eenvoudige inlichtingen of het op gebruikelijke wijze samenstellen van het dossier. De vordering tot vergoeding van buitengerechtelijke kosten moet daarom worden afgewezen.
5.10.
De proceskosten komen voor rekening van Easyjet, omdat deze ongelijk krijgt.

6.De beslissing

De kantonrechter:
6.1.
veroordeelt Easyjet tot betaling aan Airhelp van € 250,00, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 19 februari 2017 tot aan de dag van voldoening van (de deelbetalingen van) dit bedrag;
6.2.
veroordeelt Easyjet tot betaling van de proceskosten die aan de kant van Airhelp tot en met vandaag worden begroot op de bedragen zoals deze hieronder zijn gespecificeerd:
dagvaarding € 103,81
griffierecht € 119,00
salaris gemachtigde € 144,00
6.3.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
6.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. C.E. van Oosten-van Smaalen, kantonrechter en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter