In deze arbeidszaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 28 mei 2020 uitspraak gedaan in de zaak tussen [verzoekster] en Rederij Volendam/Marken Express B.V. (RVM). [verzoekster] was in dienst bij RVM sinds 1 juni 2016 en verzocht om veroordeling tot betaling van een vergoeding wegens onregelmatige opzegging, een transitievergoeding en een billijke vergoeding. De opzegging van de arbeidsovereenkomst door RVM op 22 november 2019 werd door de kantonrechter als ongeldig beoordeeld, omdat er geen toestemming van het UWV was en er geen instemming van [verzoekster] met de opzegging. De kantonrechter oordeelde dat [verzoekster] recht had op de gevraagde vergoedingen, omdat de opzegging in strijd was met de wettelijke regels. De kantonrechter stelde de hoogte van de vergoedingen vast op € 1.110,00 bruto voor de onregelmatige opzegging, de transitievergoeding en de billijke vergoeding. Daarnaast werd RVM veroordeeld tot betaling van de proceskosten, die in totaal op € 716,00 werden vastgesteld. De uitspraak werd gedaan door mr. P.J. Jansen en openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.