ECLI:NL:RBNHO:2020:4164

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
27 mei 2020
Publicatiedatum
5 juni 2020
Zaaknummer
8094047 / CV EXPL 19-15156
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Compensatie luchtvaartpassagier bij vertraging en buitengewone omstandigheden

In deze zaak heeft een passagier een vordering ingesteld tegen Austrian Airlines wegens compensatie voor vertraging van zijn vlucht. De passagier had een vervoersovereenkomst met Austrian Airlines voor een reis van Amsterdam naar Wenen en vervolgens naar Sibiu op 21 mei 2019. Door een vertraging van vlucht OS372 kon de passagier zijn aansluitende vlucht naar Sibiu niet halen, wat resulteerde in een vertraging van meer dan drie uur. De passagier vorderde compensatie van € 400,00 op basis van de Europese Verordening (EG) nr. 261/2004, die compensatie regelt voor luchtreizigers bij annulering of langdurige vertraging van vluchten.

Austrian Airlines betwistte de vordering en voerde aan dat de vertraging het gevolg was van buitengewone omstandigheden, namelijk instructies van de luchtverkeersleiding die de vertrektijden van de vluchten beïnvloedden. De kantonrechter oordeelde dat Austrian Airlines voldoende had aangetoond dat de vertraging van vlucht OS371, die de oorzaak was van de vertraging van vlucht OS372, het gevolg was van een buitengewone omstandigheid. De rechter concludeerde dat de luchtvaartmaatschappij alle redelijke maatregelen had genomen om de vertraging te voorkomen en dat de passagier niet recht had op compensatie.

De vordering van de passagier werd afgewezen, en de passagier werd veroordeeld tot betaling van de proceskosten. Dit vonnis benadrukt de toepassing van de Europese regelgeving inzake luchtreizen en de voorwaarden waaronder luchtvaartmaatschappijen aansprakelijk kunnen worden gesteld voor vertragingen.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 8094047 / CV EXPL 19-15156
Uitspraakdatum: 27 mei 2020
Vonnis in de zaak van:
[passagier]
wonende te [woonplaats]
eiser
hierna te noemen: de passagier
gemachtigde: mr. D.E. Lof
tegen
de rechtspersoon naar buitenlands recht
Austrian Airlines AG
gevestigd te Wenen, Oostenrijk en kantoorhoudende te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer
gedaagde
hierna te noemen: Austrian Airlines
gemachtigde: mr. E.C. Douma

1.Het procesverloop

1.1.
De passagier heeft bij dagvaarding van 15 augustus 2019 een vordering tegen Austrian Airlines ingesteld. Austrian Airlines heeft schriftelijk geantwoord.
1.2.
De passagier heeft hierop schriftelijk gereageerd, waarna Austrian Airlines een schriftelijke reactie heeft gegeven. De passagier heeft vervolgens nog een akte genomen.

2.De feiten

2.1.
De passagier heeft met Austrian Airlines een vervoersovereenkomst gesloten op grond waarvan Austrian Airlines de passagier diende te vervoeren van Amsterdam-Schiphol Airport naar Wenen, Oostenrijk met vlucht OS372 en van Wenen naar Sibiu, Roemenië met vlucht OS785 op 21 mei 2019, hierna: de vlucht.
2.2.
Volgens de overeenkomst zou vlucht OS372 op 21 mei 2019 om 10:00 uur lokale tijd vertrekken vanaf Amsterdam-Schiphol en om 11:55 uur lokale tijd arriveren in Wenen. Vlucht OS785 zou om 12:55 uur lokale tijd vertrekken uit Wenen en 15:20 uur lokale tijd arriveren in Sibiu.
2.3.
Vlucht OS372 is vertraagd uitgevoerd waardoor de passagier de aansluitende vlucht te Wenen niet meer kon halen. De passagier is omgeboekt en met een vertraging van meer dan drie uur te Sibiu gearriveerd.
2.4.
De passagier heeft compensatie van Austrian Airlines gevorderd in verband met voornoemde vertraging.
2.5.
Austrian Airlines heeft geweigerd tot betaling over te gaan.

3.De vordering

3.1.
De passagier vordert dat Austrian Airlines, bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis, veroordeeld zal worden tot betaling van:
- € 400,00 vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 21 mei 2019 tot aan de dag der algehele voldoening;
- de proceskosten, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 14 dagen na betekening van het vonnis.
3.2.
De passagier heeft aan de vordering ten grondslag gelegd de Verordening (EG) nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en tot intrekking van de verordening (EEG) nr. 295/91 (hierna: de Verordening) en de daarop betrekking hebbende rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: het Hof). De passagier stelt dat Austrian Airlines vanwege de vertraging van de vlucht gehouden is de passagier te compenseren conform artikel 7 van de Verordening tot een bedrag van € 400,00.

4.Het verweer

4.1.
Austrian Airlines betwist de vordering. Zij voert, onder meer, het volgende aan. Het eerste deel van de vlucht in kwestie (OS372) maakt deel uit van de rotatievlucht Wenen-Amsterdam-Wenen (OS371/372). De voorafgaande vlucht OS371 zou volgens de oorspronkelijke planning vertrekken vanaf Wenen om 05:15 uur UTC. Vlucht OS371 kreeg van de luchtverkeersleiding te horen dat vertrek niet mogelijk was in verband met beperkingen op de plaats van bestemming (Amsterdam). Austrian Airlines stelt dat het toestel herhaaldelijk een nieuwe slottijd toegewezen heeft gekregen en dat vlucht OS371 uiteindelijk is vertrokken om 07:10 uur UTC. Vlucht OS371 is om 08:53 uur UTC geland te Amsterdam met een vertraging van 1 uur en 43 minuten. Vlucht OS372 (Amsterdam-Wenen) stond gepland om te vertrekken om 08:00 uur UTC maar kon wegens de vertraagde aankomst van de voorgaande vlucht pas om 09:50 uur UTC vertrekken. Vlucht OS372 is uiteindelijk pas om 13:34 uur lokale tijd (11:34 uur UTC) in Wenen aangekomen. De aansluitende vlucht OS785 van Wenen naar Sibiu stond gepland te vertrekken om 12:55 uur lokale tijd. Austrian Airlines voorzag dat de passagier haar aansluitende vlucht zou missen indien zij met OS372 zou zijn vervoerd en heeft haar om die reden omgeboekt naar vervangende door Lufthansa uit te voeren vluchten op 22 mei 2019.
4.2.
Austrian Airlines doet een beroep op buitengewone omstandigheden. Zij stelt dat de bemanning van vlucht OS371 gevolg moest geven aan instructies van de luchtverkeersleiding. Dit is een oncontroleerbare situatie die Austrian Airlines kon voorkomen noch beperken. De vertraagde aankomst van vlucht OS371 werkt automatisch door naar de vertraagde uitvoering van vlucht OS372 en het missen van vlucht OS875. Het was niet mogelijk om de passagier om te boeken naar andere vluchten van Austrian Airlines. Austrian Airlines heeft derhalve alle redelijke maatregelen genomen die van haar gevergd konden worden.

5.De beoordeling

5.1.
De kantonrechter stelt ambtshalve vast dat de Nederlandse rechter in deze zaak bevoegd is om van de vordering kennis te nemen.
5.2.
Vast staat dat de passagier met een vertraging van meer dan drie uur is aangekomen op de eindbestemming Sibiu, zodat Austrian Airlines op grond van de Verordening in beginsel gehouden is de compensatie als bedoeld in de Verordening te voldoen. Dit is anders indien zij kan aantonen dat de vertraging het gevolg is van buitengewone omstandigheden als bedoeld in artikel 5 lid 3 van de Verordening. Gelet op het arrest Wallentin-Hermann (C-549/07) van het Hof van 22 december 2008 dient een luchtvaartmaatschappij in het voorkomende geval aan te tonen dat zij zelfs met de inzet van alle beschikbare materiële en personeelsmiddelen de buitengewone omstandigheden kennelijk niet had kunnen vermijden – behoudens indien zij op het relevante tijdstip onaanvaardbare offers uit het oogpunt van de mogelijkheden van haar onderneming had gebracht – dat de buitengewone omstandigheden waarmee zij werd geconfronteerd tot de langdurige vertraging van de vlucht leidden.
5.3.
Austrian Airlines heeft aangevoerd dat de vertraging van de vlucht is veroorzaakt door restricties van de luchtverkeersleiding ten aanzien van vlucht OS371 van Wenen naar Amsterdam. Ter onderbouwing legt Austrian Airlines onder andere het vluchtrapport over van vlucht OS371. Uit het vluchtrapport volgt dat deze vlucht met een aankomstvertraging van 1 uur en 43 minuten is uitgevoerd. Het vluchtrapport vermeldt Delay Code 83: “ATFM due to RESTRICTION AT DESTINATION AIRPORT”, oftewel beperkingen op de luchthaven van bestemming, in dit geval Amsterdam. Tevens heeft Austrian Airlines de “slot history” van vlucht OS371 overgelegd. Zij heeft toegelicht dat de luchtverkeersleiding om 03:15 uur UTC de “slot” van 05:15 uur UTC introk en verving door een nieuwe Calculated Take Off Time (CTOT) van 05:52 uur UTC. Aan vlucht OS371 zijn vervolgens herhaaldelijk nieuwe CTOT’s opgelegd met als laatste een slottijd van 07:23 uur UTC. Bij deze CTOT’s staat naast vertragingscode 83 ook code 81 en 84 als reden vermeld, die allen instructies van de luchtverkeersleiding betreffen. Austrian Airlines heeft naar het oordeel van de kantonrechter met de door haar overgelegde stukken en haar toelichting daarop voldoende aangetoond dat de luchtverkeersleiding meerdere CTOT’s heeft opgelegd aan het toestel dat vlucht OS371 uitvoerde.
5.4.
Wanneer een vlucht een CTOT opgelegd krijgt heeft deze vlucht niet de mogelijkheid om toch eerder te vertrekken. Een CTOT moet immers altijd worden opgevolgd. Niet is gebleken dat de luchtverkeersleiding de CTOT heeft opgelegd na een verzoek of door toedoen van Austrian Airlines. Naar het oordeel van de kantonrechter is in dit geval de opgelegde CTOT dan ook aan te merken als een buitengewone omstandigheid. Een CTOT is immers niet inherent aan de normale bedrijfsuitoefening en ligt buiten de macht van een luchtvaartmaatschappij.
5.5.
De kantonrechter dient vervolgens te beoordelen of de buitengewone omstandigheid doorwerkt naar de vlucht in kwestie. Austrian Airlines heeft voldoende aangetoond dat de vertraging van vlucht OS371 direct effect heeft gehad op de uitvoering van vlucht OS372. Deze vluchten zijn immers onderdeel van de rotatievlucht Wenen-Amsterdam-Wenen. Voldoende gebleken is dat tussen deze rotatievluchten voldoende reservetijd was ingepland. De buitengewone omstandigheid die zich heeft voorgedaan tijdens de uitvoering van vlucht OS371 werkt naar het oordeel van de kantonrechter door naar de vlucht in kwestie.
5.6.
Voorts is voldoende gebleken dat de uiteindelijke vertraging van de passagier van meer dan drie uur op de eindbestemming het directe gevolg is geweest van de vertraagde uitvoering van vlucht OS372. De vertraging ontstaan als gevolg van buitengewone omstandigheden heeft het immers voor de passagier onmogelijk gemaakt om de aansluitende vlucht OS785 naar Sibiu te halen. Austrian Airlines voorzag dat de passagier haar overstap te Wenen niet meer kon halen en heeft haar daarom omgeboekt naar vervangende vluchten op 22 mei 2019. De vertraging op de eindbestemming van de passagier is dan ook het gevolg van buitengewone omstandigheden.
5.7.
De volgende vraag die dient te worden beantwoord is of Austrian Airlines alle redelijke maatregelen heeft genomen om de vertraging de voorkomen. Austrian Airlines voert aan dat zij de passagier heeft omgeboekt op het eerste alternatief. De passagier betwist dat zij is omgeboekt naar de eerste en snelste verbinding en stelt dat zij ook reeds op 21 mei met vluchten LH2303 en LH1664 via München, Duitsland naar Sibiu had kunnen vliegen. De kantonrechter volgt de passagier hierin niet. Bij dupliek heeft Austrian Airlines de vluchtrapporten van de betreffende vluchten overgelegd waaruit volgt dat op beide vluchten geen plaats meer beschikbaar was. Vlucht LH2303 (Amsterdam – München) heeft 150 beschikbare stoelen in economy class en was met 154 passagiers overboekt. Vlucht LH1664 (München – Sibiu) heeft 84 stoelen in economy class en was met 84 passagiers vol. Austrian Airlines heeft hiermee voldoende aangetoond dat er geen plaats beschikbaar was op eerdere vluchten. Dat er uiteindelijk een aantal passagiers niet is komen opdagen waardoor deze vluchten niet daadwerkelijk vol zaten, doet daar niets aan af. Voorts dient de kantonrechter te beoordelen of Austrian Airlines voldoende reservetijd had ingepland. Tussen de twee aansluitende vluchten OS372 en OS875 was een overstaptijd van 60 minuten gepland. Een dergelijke overstaptijd op de luchthaven van Wenen wordt door de kantonrechter als voldoende gekwalificeerd.
5.8.
Gelet op het voorgaande zal de vordering worden afgewezen. De overige verweren van Austrian Airlines behoeven derhalve geen bespreking meer.
5.9.
De proceskosten komen voor rekening van de passagier, omdat deze ongelijk krijgt.

6.De beslissing

De kantonrechter:
6.1.
wijst de vordering af;
6.2.
veroordeelt de passagier tot betaling van de proceskosten, die tot en met vandaag voor Austrian Airlines worden vastgesteld op een bedrag van € 144,00 aan salaris van de gemachtigde van Austrian Airlines;
6.3.
verklaart dit vonnis, voor wat betreft de proceskostenveroordeling, uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. L.M. de Vries, kantonrechter en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter