ECLI:NL:RBNHO:2020:4106

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
3 juni 2020
Publicatiedatum
4 juni 2020
Zaaknummer
7199613 CV EXPL 18-7877
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Compensatie luchtvaartvertraging afgewezen wegens buitengewone omstandigheden

In deze zaak heeft Airhelp Limited, een rechtspersoon naar het recht van Hong Kong, een vordering ingesteld tegen Easyjet Airline Company Limited, gevestigd in het Verenigd Koninkrijk, wegens compensatie voor een vertraagde vlucht. De vertraging van vlucht EZY3331 van Venetië naar Amsterdam op 7 maart 2017 was drie uur. Airhelp vorderde compensatie op basis van de Verordening (EG) nr. 261/2004, die luchtreizigers beschermt bij vertragingen. Easyjet betwistte de vordering en voerde aan dat de vertraging het gevolg was van buitengewone omstandigheden, namelijk een sluiting van de landingsbaan op Venetië door een ongeval met een ander toestel. De kantonrechter oordeelde dat Easyjet voldoende had aangetoond dat de vertraging was veroorzaakt door deze buitengewone omstandigheden, en dat zij alle redelijke maatregelen had genomen om de vertraging te voorkomen. De vordering van Airhelp werd afgewezen, en de proceskosten werden aan Airhelp opgelegd.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 7199613 \ CV EXPL 18-7877
Uitspraakdatum: 3 juni 2020
Vonnis in de zaak van:
de rechtspersoon naar het recht van Hong Kong
Airhelp Limited
gevestigd te Hong Kong
eiser
hierna te noemen: Airhelp
gemachtigde: mr. H. Yildiz
tegen
de rechtspersoon naar buitenlands recht
Easyjet Airline Company Limited
gevestigd te Luton, Verenigd Koninkrijk, mede kantoorhoudende te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer
gedaagde
hierna te noemen: Easyjet
gemachtigde: mr. J.W.A. Lameijer

1.Het procesverloop

1.1.
Airhelp heeft bij dagvaarding van 27 augustus 2018 een vordering tegen Easyjet ingesteld. Easyjet heeft een incidentele conclusie genomen, strekkende tot zekerheidstelling voor proceskosten op grond van artikel 224 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. Airhelp heeft hierop schriftelijk gereageerd.
1.2.
Bij vonnis in het incident van 26 juni 2019 heeft de kantonrechter Airhelp bevolen zekerheid te stellen ten behoeve van Easyjet. Bij brief van 22 juli 2019 heeft Easyjet medegedeeld dat Airhelp aan dit bevel heeft voldaan.
1.3.
Vervolgens heeft Easyjet schriftelijk geantwoord in de hoofzaak. Airhelp heeft hierop schriftelijk gereageerd, waarna Easyjet een schriftelijke reactie heeft gegeven.

2.De feiten

2.1.
[XX] (hierna: de passagier) heeft met Easyjet een vervoersovereenkomst gesloten op grond waarvan Easyjet de passagier diende te vervoeren van Venetië (VCE) naar Amsterdam (AMS) op 7 maart 2017 met vlucht EZY3331.
2.2.
De geplande vertrektijd van vlucht EZY3331 was 18:10 uur UTC en de geplande aankomsttijd 20:05 uur UTC. De daadwerkelijke aankomsttijd was 23:05 UTC. Vlucht EZY3331 is dus met een vertraging van exact drie uur uitgevoerd.
2.3.
De passagier heeft compensatie van Easyjet gevorderd in verband met voornoemde vertraging. Hij heeft zijn vordering op Easyjet overgedragen aan Airhelp.
2.4.
Easyjet heeft geweigerd tot betaling over te gaan.

3.De vordering

3.1.
Airhelp vordert dat Easyjet bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis veroordeeld zal worden tot betaling van:
- € 250,00, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 7 maart 2017 tot aan de dag der algehele voldoening;
- € 40,00 aan buitengerechtelijke incassokosten;
- de proceskosten.
3.2.
Airhelp heeft aan de vordering ten grondslag gelegd de Verordening (EG) nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en tot intrekking van de verordening (EEG) nr. 295/91 (hierna: de Verordening) en de daarop betrekking hebbende rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: het Hof). Airhelp stelt dat Easyjet vanwege de vertraging van de vlucht gehouden is de passagier te compenseren conform artikel 7 van de Verordening tot een bedrag van € 250,00.

4.Het verweer

4.1.
Easyjet betwist de vordering en doet een beroep op (doorwerking van) buitengewone omstandigheden. Zij voert aan dat de vlucht vertraagd is geraakt als gevolg van een sluiting van de opstijg- en landingsbaan op VCE vanwege een ongeval met een ander toestel. Vlucht EZY3331 werd uitgevoerd door een Airbus A319 met registratiecode G-EZTT (hierna: het toestel). Het toestel zou voorafgaand aan vlucht EZY3331 een vlucht naar VCE uitvoeren, maar vanwege de sluiting als gevolg van het incident op VCE werd de voorafgaande vlucht geconfronteerd met een vertraging. Om 14:34 uur UTC ontving het toestel (samen met toestellen G-EZAT en G-EZDX) een bericht van de luchtverkeersleiding, dat ze voor zover mogelijk aan de grond moesten blijven, omdat niet kon worden bevestigd dat de baan op VCE al kon worden gebruikt. In een daarop volgend bericht werd gemeld dat de baan pas om 17:00 uur UTC weer open zou zijn. Door dit oponthoud arriveerde het toestel met een langdurige vertraging op VCE geland, waardoor vlucht EZY3331 vanuit Venetië met 2 uur en 57 minuten vertraging is vertrokken. Inzet van een ander toestel had geen zin, aangezien ook dat toestel met sluiting van de baan op VCE geconfronteerd zou zijn. Deze sluiting ligt buiten de invloedsfeer van Easyjet. Zij had de vertraging ondanks het treffen van alle redelijke maatregelen niet kunnen voorkomen.
4.2.
Verder betwist Easyjet buitengerechtelijke incassokosten en wettelijke rente verschuldigd te zijn.

5.De beoordeling

5.1.
De kantonrechter stelt ambtshalve vast dat de Nederlandse rechter in deze zaak bevoegd is om van de vordering kennis te nemen.
5.2.
Tussen partijen is niet in geschil dat de passagier met een vertraging van precies drie uur op AMS is gearriveerd, zodat in beginsel een compensatieplicht op Easyjet rust. Dit is anders indien Easyjet kan aantonen dat er sprake was van (doorwerking van) buitengewone omstandigheden die ondanks het treffen van alle redelijke maatregelen niet konden worden voorkomen, zoals bedoeld in artikel 5 lid 3 van de Verordening. Bij de beoordeling hiervan geldt als uitgangspunt dat de Verordening een hoge mate van bescherming van de consument beoogt en restrictief moet worden uitgelegd.
5.3.
In punt 15 van de Considerans van de Verordening staat dat buitengewone omstandigheden zich kunnen voordoen wanneer een besluit van het luchtverkeersbeheer voor een specifiek vliegtuig op een specifieke dag een langdurige vertraging, een vertraging van een nacht of de annulering van één of meer vluchten van dat vliegtuig veroorzaakt, ook al heeft de betrokken luchtvaartmaatschappij alle redelijke inspanningen geleverd om de vertragingen of annuleringen te voorkomen. Buitengewone omstandigheden die zich op een voorgaande vlucht hebben voorgedaan, kunnen in beginsel doorwerken op de vlucht in kwestie.
5.4.
Easyjet heeft in dit verband aangevoerd dat de vertraging van vlucht EZY3331 het gevolg is geweest van restricties die door het luchtverkeersbeheer zijn opgelegd aan het toestel op een voorafgaande vlucht, wegens sluiting van een start- en landingsbaan op VCE. De vraag die voorligt is of Easyjet dit, met de door haar overgelegde producties en haar toelichting daarop, voldoende heeft aangetoond. Naar het oordeel van de kantonrechter is Easyjet hierin geslaagd. Daartoe wordt het volgende overwogen.
5.5.
Uit de door Easyjet overgelegde stukken, zoals de Actual Flight Info van de onderhavige vlucht als ook de Message Summary From ANPOCDS, blijkt voldoende dat op 7 maart 2017 tot 17:00 uur UTC een baan op VCE gesloten is geweest, en dat (onder meer) toestel
G-EZTT daarover om 14:34 uur UTC een bericht van Air Traffic Control (ATC) heeft ontvangen (“Please remain on the ground as VCE still cannot confirm the runway is serviceable” en “They will reopen at 1700z”). Vanaf dat laatste tijdstip, aldus Easyjet, moest het verkeer dat gedurende de sluiting niet kon worden uitgevoerd, ook nog worden uitgevoerd. Airhelp betwist de verhindering en stelt dat er geen enkel bewijs is geleverd.
De kantonrechter is van oordeel dat uit voornoemde stukken voldoende blijkt dat het incident heeft plaatsgevonden en op welk tijdstip Easyjet is geïnformeerd door luchtverkeerbeheer over de sluiting van de baan op VCE en dat verzocht is het toestel op de grond te houden, waarbij tevens is vermeld op welk tijdstip VCE weer open zou gaan (17.00 uur UTC). Vervolgens diende het toestel eerst naar Venetië te vliegen om daarna de onderhavige vlucht uit te voeren. Tegenover deze informatie kan Airhelp zich niet beperken tot een enkele ontkenning dat er geen verhindering was.
5.6.
Naar het oordeel van de kantonrechter is voldoende komen vast te staan dat de vertraging waarmee vlucht EZY3331 op Schiphol is aangekomen het gevolg is geweest van doorwerking van buitengewone omstandigheden, te weten restricties van luchtverkeerbeheer die zijn opgelegd aan het toestel G-EZTT, dat de onderhavige vlucht moest uitvoeren, wegens sluiting van een baan op VCE op de voorafgaande vlucht.
5.7.
Airhelp heeft voorts nog gesteld dat Easyjet niet voldoende maatregelen heeft genomen om de vertraging te voorkomen. Daarbij wijst Airhelp op de mogelijkheid om uit te wijken naar de luchthavens van Milaan of Bologna. Easyjet heeft betwist dat dit in redelijkheid van haar gevraagd kon worden.
De kantonrechter stelt vast dat, anders dan het noemen van alternatieve luchthavens, Airhelp geen enkele toelichting of onderbouwing heeft gegeven aan de hand waarvan kan worden geoordeeld dat dit in de gegeven omstandigheden als een redelijke maatregel heeft te gelden. Zo gaat Airhelp voorbij aan de vraag of Easyjet de voorgaande vlucht kon omleiden binnen redelijke tijd en of zij alle passagiers tijdig van Venetië naar Milaan of Bologna had kunnen vervoeren om vanaf die luchthaven de onderhavige vlucht naar Amsterdam te maken en wel binnen de onderhavige vertragingstijd. Easyjet was geïnformeerd dat VCE om 17.00 uur UTC zou heropenen en heeft daarnaar gehandeld. Naar het oordeel van de kantonrechter heeft Easyjet in dit geval voldoende redelijke maatregelen genomen om vertraging te voorkomen.
5.8.
Het voorgaande betekent dat de vorderingen van Airhelp moeten worden afgewezen.
5.9.
De proceskosten komen voor rekening van Airhelp, omdat zij ongelijk krijgt.

6.De beslissing

De kantonrechter:
6.1.
wijst de vorderingen af;
6.2.
veroordeelt Airhelp tot betaling van de proceskosten die aan de kant van Easyjet tot en met vandaag worden begroot op € 144,00 aan salaris gemachtigde;
6.3.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. L.M. de Vries, kantonrechter en is uitgesproken op de
openbare terechtzitting van bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter