ECLI:NL:RBNHO:2020:4088

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
29 mei 2020
Publicatiedatum
4 juni 2020
Zaaknummer
AWB - 20 _ 2626
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om voorlopige voorziening niet-ontvankelijk verklaard wegens ontbreken materiele connexiteit

In deze zaak heeft verzoekster op 23 januari 2020 een verzoek ingediend bij het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bergen in het kader van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob). Op 27 maart 2020 heeft verweerder een besluit genomen waarin het verzoek gedeeltelijk is toegewezen. Verzoekster heeft hiertegen bezwaar gemaakt en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft het verzoek beoordeeld en vastgesteld dat het verzoek niet voldoet aan de vereisten van materiële connexiteit. Dit houdt in dat wat verzoekster met haar verzoek wil bereiken geen betrekking heeft op de inhoud van het bestreden besluit. De voorzieningenrechter heeft geconcludeerd dat het verzoek kennelijk niet-ontvankelijk is, en heeft daarom met toepassing van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht buiten zitting uitspraak gedaan. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. W.B. Klaus, voorzieningenrechter, op 29 mei 2020, en is niet in het openbaar uitgesproken vanwege de coronamaatregelen.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Zittingsplaats Haarlem
Bestuursrecht
zaaknummer: HAA 20/2626

uitspraak van de voorzieningenrechter van 29 mei 2020 in de zaak van tussen

[verzoekster] , te [woonplaats] , verzoekster

en

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bergen, verweerder

(gemachtigde: P. Goossens).

Procesverloop

Bij brief van 23 januari 2020 heeft verzoekster bij verweerder een verzoek in het kader van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) ingediend.
Bij besluit van 27 maart 2020 (het bestreden besluit) heeft verweerder het verzoek van verzoekster in het kader van de Wob gedeeltelijk toegewezen.
Verzoekster heeft tegen het bestreden besluit bezwaar gemaakt. Tevens heeft zij de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.

Overwegingen

1. Het oordeel van de voorzieningenrechter heeft een voorlopig karakter en bindt de rechtbank in een (eventueel) bodemgeding niet.
2. Uit artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht vloeit voort dat een verzoek om een voorlopige voorziening moet voldoen aan de vereisten van formele en materiële connexiteit. Niet alleen is voor een ontvankelijk verzoek om een voorlopige voorziening nodig dat tegen een besluit bezwaar is gemaakt bij het bestuursorgaan of beroep is ingesteld bij de bestuursrechter (de formele connexiteit), wat een verzoeker met zijn verzoek wil bereiken moet ook betrekking hebben op de inhoud van dat bestreden besluit (de materiële connexiteit).
3. De voorzieningenrechter stelt vast dat verzoekster in het kader van deze voorlopige voorziening procedure verzoekt om verweerder te verplichten tot:
 het stoppen van overtredingen van de Wet natuurbescherming;
 het volgen van wettelijke procedures met betrekking tot publiceren en inspraak voor vergunningen;
 het respecteren van raadsbesluiten en deze correct toepassen en handhaven;
 het niet ongeoorloofd maken van wijzigingen in de Basisregistratie Adressen en Gebouwen;
 het treffen van migratiemaatregelen voor wettelijk beschermde diersoorten;
 het correct toepassen van de Wet natuurbescherming;
 het openbaar maken van cruciale rapporten om democratische controle uit te oefenen;
 het correct toepassen van het bestemmingsplan, de visie landelijk gebied en de brochure vergunningvrij bouwen van het Ministerie van Binnenlandse Zaken;
 het stoppen van rooien van bomen zonder vergunning;
 het controleren van het bomenrapport op wat er niet in staat, wat is verdwenen, verdwenen nummers en ecologische impact;
 het gebied als geheel te beschouwen bij ecologische rapportage;
 de uitslaande brand op oudejaarsavond te onderzoeken en de bewoners te informeren;
 het correct toepassen van AERIUS calculatie;
 het uitvoeren van een LIDAR onderzoek in de gehele gemeente;
 het in kaart brengen van flora en fauna ten behoeve van correct kunnen toepassen van vergunningaanvragen;
 het duidelijk en op adres publiceren van vergunningaanvragen of bestemmingswijzigingen.
4. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter voldoet het verzoek niet aan het vereiste van materiële connexiteit, omdat wat verzoekster wil bereiken geen betrekking heeft op de inhoud van het bestreden besluit. Verzoekster heeft het verzoek gedaan in het kader van haar bezwaar tegen het bestreden besluit. Het bestreden besluit betreft een beslissing op het door verzoekster ingediende Wob-verzoek. Het bestreden besluit behelst geen beslissing(en) met betrekking tot de hiervoor opgesomde gevraagde voorzieningen. Verzoekster kan daarom met het verzoek om een voorlopige voorziening niet bereiken wat zij wenst.
5. Gelet op het voorgaande is het verzoek kennelijk niet-ontvankelijk, zodat de voorzieningenrechter met toepassing van artikel 8:83, derde lid, van de Awb buiten zitting uitspraak zal doen.
6. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter verklaart het verzoek om voorlopige voorziening niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. W.B. Klaus, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. M. van Excel, griffier.
Deze uitspraak is gedaan op 29 mei 2020. Als gevolg van maatregelen rondom het coronavirus is deze uitspraak niet uitgesproken op een openbare uitsprakenzitting. Zodra het openbaar uitspreken weer mogelijk is, wordt deze uitspraak, voor zover nodig, alsnog in het openbaar uitgesproken.
griffier voorzieningenrechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.