Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Het procesverloop
2.De feiten
€ 641,63 met omschrijving contributie installatiebedrijf 2018.
€ 100,00 in rekening gebracht bij Muijs.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 3 juni 2020 uitspraak gedaan in een verzetprocedure tussen Muijs Installatiewerken Holding B.V. en Techniek Nederland. Techniek Nederland had eerder een vordering ingesteld tegen Muijs, die niet was verschenen, wat leidde tot een verstekvonnis op 20 november 2019. Muijs kwam in verzet tegen dit vonnis, stellende dat zij de openstaande vordering tijdig had betaald, maar een verkeerd betalingskenmerk had vermeld. De kantonrechter oordeelde dat Muijs inderdaad tijdig had betaald, maar dat de betaling door de gerechtsdeurwaarder Flanderijn onterecht was toegerekend aan een ander dossier. Hierdoor was de procedure onterecht voortgezet door Techniek Nederland, wat leidde tot het verstekvonnis. De kantonrechter verklaarde het verzet gegrond, vernietigde het verstekvonnis en wees de oorspronkelijke vordering van Techniek Nederland af. Tevens werd Techniek Nederland veroordeeld tot betaling van de proceskosten en een schadevergoeding aan Muijs voor de onrechtmatige beslaglegging. De kantonrechter oordeelde dat de kosten van de verzetprocedure voor rekening van Techniek Nederland komen, terwijl Muijs zelf de kosten van de verzetdagvaarding moet dragen.