ECLI:NL:RBNHO:2020:3867

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
9 juni 2020
Publicatiedatum
26 mei 2020
Zaaknummer
8330710
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging opzegging arbeidsovereenkomst en toewijzing loonvordering

In deze zaak heeft [verzoeker] een verzoek ingediend om de opzegging van de arbeidsovereenkomst door Arkado B.V. te vernietigen. [verzoeker] was sinds 1 maart 2019 in dienst bij Arkado op basis van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd. De arbeidsovereenkomst werd op 31 december 2019 door Arkado opgezegd, maar [verzoeker] heeft nooit ingestemd met deze opzegging. Arkado is niet verschenen op de zitting en heeft geen verweer gevoerd. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de opzegging niet rechtsgeldig was, omdat Arkado geen toestemming van [verzoeker] had en ook geen ontslagvergunning had aangevraagd bij het UWV. De kantonrechter heeft het verzoek van [verzoeker] tot vernietiging van de opzegging toegewezen en geoordeeld dat de arbeidsovereenkomst onverkort voortduurt. Daarnaast heeft de kantonrechter Arkado veroordeeld tot betaling van achterstallig loon, een transitievergoeding, een aanzegvergoeding en buitengerechtelijke incassokosten. De proceskosten zijn voor rekening van Arkado.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknr./rolnr.: 8330710 \ AO VERZ 20-13 (PA)
Uitspraakdatum: 9 juni 2020
Beschikking in de zaak van:
[verzoeker]
wonende te [woonplaats]
verzoekende partij
verder te noemen: [verzoeker]
gemachtigde: ARAG SE
tegen
de besloten vennootschap
Arkado B.V.,
gevestigd te Heerhugowaard
verwerende partij
verder te noemen: Arkado
niet verschenen

1.Het procesverloop

1.1.
[verzoeker] heeft een verzoek gedaan om de opzegging van de arbeidsovereenkomst door Arkado te vernietigen.
1.2.
De gemachtigde van [verzoeker] heeft een afschrift van de oproepingsbrief van 3 maart 2020 van de rechtbank en een afschrift van het verzoekschrift op 4 mei 2020 per deurwaardersexploot betekend aan Arkado.
1.3.
Bij brief van 7 mei 2020 heeft [verzoeker] het deurwaardersexploot naar de rechtbank gezonden.
1.4.
Op 12 mei 2020 heeft een zitting plaatsgevonden. [verzoeker] is bij haar gemachtigde verschenen door middel van een telefonische verbinding. Arkado is niet verschenen. De gemachtigde van [verzoeker] heeft op de zitting het standpunt toegelicht en vragen beantwoord. De griffier heeft daarvan aantekeningen gemaakt.
1.5.
Bij e-mail van 13 mei 2020 en 18 mei 2020 heeft [verzoeker] nog een aantal stukken naar de rechtbank gezonden.

2.De feiten

2.1.
[verzoeker] , geboren [geboortedag] 1992, is sinds 1 maart 2019 op basis van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd in dienst bij Arkado. De functie van [verzoeker] is financieel administratief medewerkster met een salaris van € 3.702,40 bruto per maand exclusief emolumenten.
2.2.
Bij e-mail van 31 december 2019 heeft Arkado de arbeidsovereenkomst opgezegd. In de e-mail staat het volgende:

Zoals we mondeling hebben besproken willen we bevestigen dat de bedrijf gaat bezuinigen i.v.m. de financiële situatie. Hierdoor moeten we helaas afscheid nemen met je werkzaamheden. We willen je bedanken voor het inzet en motivatie en wensen je veel succes met het vinden van je nieuwe baan.

3.Het verzoek

3.1.
[verzoeker] verzoekt de kantonrechter de opzegging van de arbeidsovereenkomst te vernietigen, met wedertewerkstelling van [verzoeker] , en om Arkado te veroordelen tot betaling van (achterstallig) loon, te vermeerderen met de wettelijke verhoging en wettelijke rente. Daarnaast verzoekt [verzoeker] om betaling van de aanzegvergoeding, betaling van de transitievergoeding, betaling van de buitengerechtelijke incassokosten en overlegging van een schriftelijke netto/bruto specificatie op straffe van een dwangsom van € 100,00 per dag.
3.2.
Aan dit verzoek legt [verzoeker] ten grondslag – kort weergegeven – dat geen sprake is van een rechtsgeldige opzegging. [verzoeker] heeft immers niet ingestemd met een beëindiging dan wel opzegging van haar dienstverband. Arkado heeft ook geen ontslagvergunning aangevraagd bij het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). De arbeidsovereenkomst is een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd die niet tussentijds opzegbaar is. Arkado is daarnaast nalatig geweest, ondanks herhaald verzoek daartoe van [verzoeker] , om het salaris te betalen vanaf 1 september 2019. De arbeidsovereenkomst tussen partijen is aangegaan voor bepaalde tijd en is inmiddels van rechtswege geëindigd op 29 februari 2020. Arkado heeft verzuimd om [verzoeker] uiterlijk een maand daarvoor te informeren over het al dan niet voortzetten van de arbeidsovereenkomst.

4.Het verweer

4.1.
Arkado is niet in rechte verschenen en heeft geen verweer gevoerd.

5.De beoordeling

5.1.
De kantonrechter stelt vast dat [verzoeker] bij deurwaardersexploot van 4 mei 2020 Arkado heeft laten oproepen voor de zitting van 12 mei 2020. Daarbij is ook het verzoekschrift gevoegd en de oproepingsbrief van de rechtbank van 3 maart 2020. Op de zitting van 12 mei 2020 heeft de kantonrechter [verzoeker] gevraagd om een uittreksel uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel over te leggen, om te kunnen beoordelen of de betekening op het juiste adres heeft plaatsgevonden. Bij e-mail van 13 mei 2020 heeft [verzoeker] een uittreksel uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel overgelegd, met daarbij een toelichting van de deurwaarder op de betekening van het exploot. Daarnaast heeft [verzoeker] een bewijs dat het verzoekschrift door [verzoeker] aan Arkado is toegezonden per aangetekende post en in ontvangst is genomen, overgelegd. Desgevraagd heeft [verzoeker] bij e-mail van 18 mei 2020 alsnog de bij het exploot van de deurwaarder behorende en aan Arkado betekende bijlagen overgelegd. De kantonrechter constateert dat Arkado conform het Landelijk procesreglement verzoekschriften rechtbanken, kanton rechtsgeldig is opgeroepen op het thans bekende adres. Desondanks is Arkado, zonder afbericht, niet ter zitting verschenen en heeft zij geen verweer gevoerd. De kantonrechter gaat dan ook over tot een inhoudelijke beoordeling van de zaak.
5.2.
Het gaat in deze zaak om de vraag of sprake is van een rechtsgeldige opzegging van de arbeidsovereenkomst door Arkado. Naar het oordeel van de kantonrechter moet deze vraag ontkennend worden beantwoord. Daarover wordt het volgende overwogen.
5.3.
In de wet, het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW), is geregeld dat de kantonrechter op verzoek van de werknemer de opzegging van de arbeidsovereenkomst door de werkgever kan vernietigen, indien de werkgever heeft opgezegd in strijd met artikel 7:671 BW (artikel 7:681 lid 1, onderdeel a, BW). Lid 1 van artikel 7:671 BW bepaalt dat de werkgever de arbeidsovereenkomst niet rechtsgeldig kan opzeggen zonder schriftelijke toestemming van de werknemer, tenzij sprake is van één van de in dat artikellid onder a. tot en met h. genoemde gronden. Als onweersproken staat vast dat Arkado de arbeidsovereenkomst op 31 december 2019 heeft opgezegd. Tussen partijen is niet in geschil dat er geen sprake is van een ontslag op staande voet situatie en dat de werkgever geen toestemming van het UWV heeft verkregen voor de opzegging, in de zin van artikel 7:671a lid 1 BW. Gesteld noch gebleken is voorts dat zich één van de andere (uitzonderings)gronden uit artikel 7:671 lid 1 BW voordoet. Het voorgaande betekent dat de werkgever de arbeidsovereenkomst niet rechtsgeldig kon opzeggen zonder schriftelijke instemming van [verzoeker] . Nu onweersproken vast staat dat een dergelijke instemming ontbreekt, kan de opzegging reeds hierom geen stand houden.
5.4.
Het voorgaande leidt tot de conclusie dat opzegging van de arbeidsovereenkomst door Arkado niet rechtsgeldig is. Het verzoek van [verzoeker] tot vernietiging van de opzegging zal daarom worden toegewezen. Er is immers sprake van een opzegging in strijd met artikel 7:671 BW, zodat er grond is om toepassing te geven aan artikel 7:681 lid 1 BW.
5.5.
Nu de opzegging wordt vernietigd, is de arbeidsovereenkomst onverkort blijven voortduren. [verzoeker] heeft onbetwist gesteld dat de arbeidsovereenkomst, die voor bepaalde tijd tot en met 29 februari 2020 is aangegaan, per 1 maart 2020 van rechtswege is geëindigd. Arkado is daarom gehouden tot betaling van het overeengekomen loon tot laatstgenoemde datum. Onbetwist staat vast dat Arkado het loon van [verzoeker] vanaf september 2019 onbetaald heeft gelaten, zodat de loonvordering zal worden toegewezen over de periode van september 2019 tot 1 maart 2020.
5.6.
De gevorderde wettelijke verhoging en de wettelijke rente over het loon zullen ook worden toegewezen, omdat Arkado te laat heeft betaald. De wettelijke verhoging zal worden beperkt tot 20 %.
5.7.
Het verzoek om Arkado te veroordelen tot betaling van een transitievergoeding van € 1.332,86 bruto wordt eveneens toegewezen, nu onbetwist vast staat dat de arbeidsovereenkomst na het einde van rechtswege op initiatief van Arkado niet aansluitend is voortgezet. Zij is de transitievergoeding dan ook verschuldigd op grond van artikel 7:673 lid 1, onder a, onderdeel 3 BW.
5.8.
De kantonrechter is verder van oordeel dat Arkado de aanzegverplichting van artikel 7:668 lid 1, onderdeel a, BW niet (tijdig) is nagekomen. Dat betekent dat Arkado zal worden veroordeeld tot betaling van de aanzegvergoeding van € 2.388,65 bruto (artikel 7:668 lid 3 BW).
5.9.
[verzoeker] heeft ter zitting haar verzoek tot wedertewerkstelling ingetrokken, omdat daarbij geen belang meer bestaat, zodat dat deel van het verzoek geen bespreking meer behoeft.
5.10.
De verzochte verstrekking van schriftelijke en deugdelijke netto/bruto specificaties van de aan [verzoeker] te betalen bedragen, zal worden toegewezen, omdat artikel 7:626 BW Arkado daartoe verplicht. De door [verzoeker] gevorderde dwangsom zal worden gemaximeerd als na te melden.
5.11.
Voldoende is gebleken dat buitengerechtelijke werkzaamheden zijn verricht die een afzonderlijke vergoeding rechtvaardigen. De vordering tot vergoeding van de incassokosten zal aan de hand van het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke kosten worden toegewezen tot het gevorderde bedrag van € 923,20.
5.12.
De proceskosten komen voor rekening van Arkado, omdat zij ongelijk krijgt.

6.De beslissing

De kantonrechter:
6.1.
vernietigt de opzegging van de arbeidsovereenkomst;
6.2.
veroordeelt Arkado tot betaling binnen zeven dagen na betekening van deze beschikking aan [verzoeker] van € 14.809,60 bruto aan loon over de maanden september 2019 tot en met december 2019, te vermeerderen met de wettelijke verhoging met een maximum van 20%, en te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf de datum van opeisbaarheid van de afzonderlijke bedragen tot aan de dag van de gehele betaling;
6.3.
veroordeelt Arkado tot betaling aan [verzoeker] van € 3.702,40 bruto per maand, exclusief vakantiegeld en overige emolumenten, vanaf 1 januari 2020 tot 1 maart 2020, te vermeerderen met de wettelijke verhoging met een maximum van 20%, en te vermeerderen met de wettelijke rente over de afzonderlijke loonbedragen, vanaf de datum van opeisbaarheid van de afzonderlijke bedragen tot aan de dag van de gehele betaling;
6.4.
veroordeelt Arkado om aan [verzoeker] een aanzegvergoeding te betalen van € 2.388,65 bruto;
6.5.
veroordeelt Arkado om aan [verzoeker] een transitievergoeding te betalen van € 1.332,86 bruto;
6.6.
veroordeelt Arkado om aan [verzoeker] binnen veertien dagen na betekening van deze beschikking schriftelijke loonspecificaties te verstrekken met betrekking tot de aan [verzoeker] te verrichten (de hiervoor onder 6.2 tot en met 6.5 bedoelde) betalingen, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 100,00 voor iedere dag dat Arkado daarmee in gebreke blijft, tot een maximum van € 5.000,00;
6.7.
veroordeelt Arkado om aan [verzoeker] de buitengerechtelijke incassokosten te betalen van € 923,10;
6.8.
veroordeelt Arkado tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van [verzoeker] tot en met vandaag vaststelt op € 979,00, te weten:
griffierecht € 499,00
salaris gemachtigde € 480,00 ;
6.9.
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gewezen door mr. I.H. Lips, kantonrechter en op 9 juni 2020 in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter