ECLI:NL:RBNHO:2020:3787

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
20 mei 2020
Publicatiedatum
20 mei 2020
Zaaknummer
8364879
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verstrekking van afschrift van rapport klachtencommissie in kort geding

In deze zaak heeft eiseres, een zweminstructeur in dienst bij Alkmaar Sport N.V., een kort geding aangespannen tegen haar werkgever. Eiseres vorderde dat Alkmaar Sport haar een afschrift zou verstrekken van het rapport van de klachtencommissie, waarin haar klachten over ongewenste omgangsvormen op het werk zijn behandeld. Eiseres had eerder klachten ingediend over intimidatie en pesten door leidinggevenden en had inzage gehad in het rapport, maar geen kopie ontvangen. Alkmaar Sport weigerde de kopie te verstrekken, onder andere met het argument dat dit in strijd was met de privacy van andere medewerkers en dat eiseres geen spoedeisend belang had bij de vordering. De kantonrechter oordeelde echter dat eiseres een rechtmatig belang had bij het verkrijgen van het rapport, omdat zij dit nodig had voor een procedure tot ontbinding van haar arbeidsovereenkomst. De rechter oordeelde dat het belang van eiseres om haar rechtspositie te bepalen zwaarder woog dan de privacybelangen van de betrokken medewerkers. De vordering van eiseres werd toegewezen, en Alkmaar Sport werd veroordeeld om binnen twee werkdagen een afschrift van het rapport met bijlagen te verstrekken, op straffe van een dwangsom. Tevens werd Alkmaar Sport veroordeeld in de proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknr./rolnr.: 8364879 \ KG EXPL 20-28 IL
Uitspraakdatum: 20 mei 2020
Vonnis van de kantonrechter in kort geding in de zaak van:
[eiseres]
wonende te [woonplaats]
eiseres
verder te noemen: [eiseres]
gemachtigden: mr. F. Havers
tegen
de naamloze vennootschap
Alkmaar Sport N.V.
gevestigd te Alkmaar
gedaagde
verder te noemen: Alkmaar Sport
gemachtigde: mr. I.C. Holtkamp (Holtkamp Juridisch Adviesbureau)

1.Het procesverloop

1.1.
[eiseres] heeft Alkmaar Sport op 17 maart 2020 gedagvaard.
1.2.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 6 mei 2020. Deze zitting vond in verband met de maatregelen vanwege het coronavirus plaats via het programma Skype voor bedrijven. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen ter toelichting van hun standpunten, mede aan de hand van pleitaantekeningen, naar voren hebben gebracht. Voorafgaand aan de zitting heeft [eiseres] bij brieven van 4 mei 2020 nog stukken toegezonden.

2.De feiten

2.1.
[eiseres] , geboren [geboortedag] 1986, is vanaf 6 oktober 2006 in dienst bij (de rechtsvoorganger van) Alkmaar Sport. De functie van [eiseres] is zweminstructeur met een salaris van nu € 1.639,48 bruto per maand exclusief vakantietoeslag.
2.2.
[eiseres] is sinds 2 oktober 2018 arbeidsongeschikt.
2.3.
Naar aanleiding van klachten van [eiseres] wegens ongewenste omgangsvormen op het werk (intimidatie en pesten) tegen twee leidinggevenden, heeft Alkmaar Sport op 25 oktober 2019 een Procedure voor onderzoek naar klachten over ongewenste omgangsvormen vastgesteld en een (ad-hoc) klachtencommissie ingesteld.
2.4.
Op 28 oktober 2019 heeft [eiseres] haar klachten ingediend bij de klachtencommissie.
2.5.
De klachtencommissie heeft op 3 februari 2020 haar rapport met bevindingen, conclusies, advies en aanbevelingen naar Alkmaar Sport gestuurd. Het rapport bestaat uit 27 pagina’s (inclusief een bijlagenoverzicht) en heeft 12 bijlagen.
2.6.
De klachtencommissie heeft een aantal bijlagen naar [eiseres] gestuurd.
2.7.
Bij brief van 18 februari 2020 heeft Alkmaar Sport onder meer aan [eiseres] bericht dat het rapport van de klachtencommissie bij Alkmaar Sport ter inzage ligt, dat het uitdrukkelijk niet de bedoeling is dat er een fotokopie of opname gemaakt wordt, dat bij inzage van het rapport haar mobiele telefoon / andere dragers van geluid / foto-opname zal worden ingenomen, dat er geen kopie voor haar gereed ligt en dat ze natuurlijk haar advocaat kan meenemen, voor wie dezelfde voorwaarden / beperkingen gelden. Indien ze kan instemmen met deze voorwaarden, wordt [eiseres] uitgenodigd het rapport te lezen op 26 februari 2020. [eiseres] heeft de brief voor akkoord getekend.
2.8.
Op 20 februari 2020 heeft (de gemachtigde van) [eiseres] Alkmaar Sport om een kopie van het rapport verzocht. Op 24 februari 2020 heeft de gemachtigde van Alkmaar Sport geantwoord dat er geen kopie aan [eiseres] wordt verstrekt, omdat de procedure voor het onderzoek naar klachten over ongewenste omgangsvormen daar geen aanleiding toe geeft, net als bijvoorbeeld de klachtenprocedure uit de Algemene wet bestuursrecht.
2.9.
Op 26 februari 2020 heeft [eiseres] een rapport, dat niet is ondertekend door de voorzitter van de klachtencommissie en niet is voorzien van de 12 bijlagen, ingezien. Bij de inzage bleek dat de bijlagen 11 en 12 niet naar [eiseres] zijn gestuurd. Alkmaar Sport heeft deze bijlagen op 4 maart 2020 naar [eiseres] gezonden.
2.10.
Bij brief van 21 april 2020 heeft Alkmaar Sport op basis van het rapport van de klachtencommissie een standpunt ingenomen ten aanzien van de klachten van [eiseres] . In de brief is onder meer weergegeven welke klachten de klachtencommissie heeft onderkend (punt 17 en 20), wat de klachtencommissie daarover heeft opgemerkt (punt 18 en 20) en wat de conclusie van de klachtencommissie met betrekking tot de klachten is (punt 19 en 21-22). Kort gezegd wordt geconcludeerd dat de eerste klacht ongegrond is en de tweede klacht deels ongegrond, deels gegrond. In de brief is ook weergegeven wat het advies van klachtencommissie aan Alkmaar Sport is (punt 24-25) en welke drie aanbevelingen zij heeft gedaan (punt 26). Verder is hoofdstuk IV (conclusie, advies en aanbevelingen) van het rapport van de klachtencommissie bij de brief gevoegd. De directeur van Alkmaar Sport ( [XX] ) heeft, kort gezegd, de conclusies, het advies en de aanbevelingen van de klachtencommissie overgenomen (punt 28 t/m 37). Ten aanzien van de tweede klacht schrijft de directeur onder meer dat de klachtencommissie van oordeel is dat drie klachtonderdelen gegrond moeten worden verklaard, in die zin dat [eiseres] dit gedrag / handelen van de leidinggevende als intimiderend en/of pestgedrag heeft (kunnen) ervaren, terwijl er bij de leidinggevende geen sprake was van een intentie om haar te intimideren (punt 35). Over het advies schrijft de directeur onder meer dat de klachtencommissie van oordeel is dat niet altijd de noodzakelijke zorgvuldigheid jegens [eiseres] is betracht, zeker wat betreft het dreigen met een loonstop en het instellen daarvan, dat de opeenvolging van en de houding/bejegening van de bedrijfsarts volgens de klachtencommissie niet hebben bijgedragen aan een veilig klimaat / gevoel bij ziekte en arbeidsongeschiktheid en dat hij het met de klachtencommissie eens is dat het instaan voor een veilig klimaat / gevoel bij ziekte en arbeidsongeschiktheid onder zijn verantwoordelijkheid valt (punt 36).
3.
De vordering
3.1.
[eiseres] vordert dat de kantonrechter bij wijze van voorlopige voorziening Alkmaar Sport veroordeelt tot het verstrekken van een afschrift van de volledige ondertekende rapportage van de klachtencommissie, inclusief de bijlagen, aan [eiseres] binnen 48 uur na betekening van het vonnis, op straffe van een dwangsom van € 1.000,00 per dag en de wettelijke rente daarover vanaf de dag van opeisbaarheid, althans de dagvaarding, en met veroordeling van Alkmaar Sport in de proceskosten waaronder de nakosten.
3.2.
Zij legt aan de vordering ten grondslag – kort weergegeven – dat zij een rechtmatig belang bij ontvangst van een kopie van het rapport van de klachtencommissie heeft, zoals bedoeld in artikel 843a van het Wetboek van burgerlijke rechtsvordering (Rv).

4.Het verweer

4.1.
Alkmaar Sport betwist de vordering. Zij voert aan – samengevat – dat met de inzage van het rapport al is voldaan aan het bepaalde in artikel 843a Rv. Alkmaar Sport betwist verder dat [eiseres] nog een belang bij afschrift van het rapport heeft. Daarnaast moet het rapport onder de directeur van Alkmaar Sport blijven in verband met de bescherming van de privacy van derden. Alkmaar Sport betwist ook dat [eiseres] een spoedeisend belang bij haar vordering heeft.

5.De beoordeling

5.1.
Een vordering tot afschrift van bepaalde bescheiden op grond van artikel 843a Rv is in kort geding slechts toewijsbaar, als de eisende partij daarbij een spoedeisend belang heeft. De kantonrechter acht het spoedeisend belang bij de vordering van [eiseres] voldoende aanwezig. Alkmaar Sport heeft inmiddels, echter pas na ontvangst van de dagvaarding in kort geding, een standpunt ten aanzien van de klachten van [eiseres] ingenomen. Daarbij heeft zij het in het rapport van de klachtencommissie vermelde oordeel, het advies en de aanbevelingen overgenomen. Kort gezegd komt het erop neer dat de klachten van [eiseres] voor het grootste deel ongegrond en voor een beperkt deel gegrond zijn verklaard. [eiseres] stelt dat zij het rapport van de klachtencommissie wil overleggen in de procedure die zij wil aanspannen tegen Alkmaar Sport tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst. Verder wil ze weten waar ze aan toe is, omdat de onzekerheid over de voortgang van haar arbeidsovereenkomst zwaar op haar drukt en dit een belemmering voor haar herstel vormt. Met name dit laatste, het emotionele / gezondheidsaspect, maakt het belang van [eiseres] bij haar vordering spoedeisend.
5.2.
Verder is voor toewijzing van de vordering in dit kort geding vereist dat de aan die vordering ten grondslag gelegde feiten en omstandigheden voldoende aannemelijk zijn en dat het ook in voldoende mate waarschijnlijk is dat die vordering in een nog te voeren gewone procedure (bodemprocedure) zal worden toegewezen. Voor nader onderzoek naar bepaalde feiten en omstandigheden of voor bewijslevering door bijvoorbeeld getuigen is in dit kort geding in beginsel geen plaats. Dat moet gebeuren in een eventuele bodemprocedure. De beoordeling in dit kort geding is dan ook niet meer dan een voorlopig oordeel over het geschil tussen partijen.
5.3.
Om de vordering van [eiseres] op basis van artikel 843a Rv te kunnen toewijzen moet aan drie voorwaarden zijn voldaan: (1) er moet een rechtmatig belang bestaan, en het moet gaan om (2) bepaalde bescheiden (3) aangaande een rechtsbetrekking waarin [eiseres] partij is. Ook als aan deze voorwaarden is voldaan, kan het gevorderde afschrift worden afgewezen wegens gewichtige redenen of omdat redelijkerwijs kan worden aangenomen dat een behoorlijke rechtsbedeling ook zonder verschaffing van de gevraagde gegevens is gewaarborgd.
5.4.
Tussen partijen is niet in geschil dat het rapport van de klachtencommissie met bijlagen als een bepaald bescheid is aan te merken en een rechtsbetrekking waarbij [eiseres] partij is betreft.
Rechtmatig belang
5.5.
[eiseres] stelt onder meer dat zij rechtmatig belang heeft bij het verkrijgen van een afschrift van het ondertekende rapport en de bijbehorende bijlagen, omdat zij van plan is een verzoek tot ontbinding van haar arbeidsovereenkomst met Alkmaar Sport in te dienen wegens ernstig verwijtbaar handelen van Alkmaar Sport en/of een verstoorde arbeidsverhouding. Volgens [eiseres] heeft Alkmaar Sport ernstig verwijtbaar gehandeld dan wel een duurzaam verstoorde arbeidsverhouding veroorzaakt door geen veilige werkomgeving voor haar te creëren en is zij daardoor slachtoffer geworden van langdurig en stelselmatig pesten en intimidatie door twee leidinggevenden. Het rapport van de klachtencommissie dient als bewijs van haar stelling. Ook moet ze met het oog op een zorgvuldige en adequate behandeling van de zaak tijdig over de rapportage kunnen beschikken. [eiseres] stelt verder dat ze belang heeft bij ontvangst van een kopie van het rapport om de gebeurtenissen waarover ze heeft geklaagd een plek te geven en achter zich te laten.
5.6.
Alkmaar Sport betwist dat [eiseres] een rechtmatig belang heeft bij het verkrijgen van een afschrift van het rapport met bijlagen. Zij voert hiertoe aan dat [eiseres] inzage in het rapport heeft gehad en aantekeningen heeft kunnen maken en dat de bijlagen al aan haar zijn verstrekt. Daarnaast heeft Alkmaar Sport bij brief van 21 april 2020 een uitgebreide samenvatting (met citaten uit het rapport) en hoofdstuk IV (conclusie, advies en aanbevelingen) van het rapport aan [eiseres] verstrekt, zodat niet valt in te zien dat [eiseres] nog een belang bij afgifte heeft.
5.7.
De kantonrechter is van oordeel dat [eiseres] een rechtmatig belang bij afgifte van een kopie van het ondertekende rapport met de bijlagen heeft. [eiseres] heeft het integrale rapport nodig om haar standpunt in de door haar te starten procedure tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst te kunnen toelichten en onderbouwen. [eiseres] wil zich in die procedure op het standpunt stellen dat Alkmaar Sport geen veilige werkomgeving voor haar heeft gecreëerd en daardoor ernstig verwijtbaar jegens haar heeft gehandeld dan wel een duurzaam verstoorde arbeidsverhouding heeft veroorzaakt. Omdat zij op dat punt in beginsel de stelplicht, en zo nodig de bewijslast, heeft, heeft [eiseres] belang bij afgifte van een kopie van het rapport. Om te kunnen controleren of dat kopie het juiste en volledige rapport betreft, heeft [eiseres] belang bij ontvangst van een kopie van het door de klachtencommissie ondertekende exemplaar met de in het bijlagenoverzicht genoemde bijlagen. In dit verband weegt mee dat [eiseres] ter zitting (onweersproken) heeft gesteld dat zij thans nog niet beschikt over bijlage 9 en van de in het bijlagenoverzicht genoemde bijlage 11 slechts een e-mail heeft ontvangen. Verder heeft [eiseres] gesteld, en Alkmaar Sport heeft dat ook niet betwist, dat het haar ervaring is dat er binnen Alkmaar Sport verschillende versies van documenten (zoals gespreksverslagen) in omloop zijn. Zij wil dus
- naar het oordeel van de kantonrechter terecht - kunnen controleren of de samenvatting van Alkmaar Sport in de brief van 21 april 2020 klopt en of zij beschikt over alle in het bijlagenoverzicht vermelde bijlagen. Het verweer van Alkmaar Sport wordt op dit onderdeel dus verworpen.
Gewichtige redenen
5.8.
Alkmaar Sport stelt dat het rapport van de klachtencommissie onder de directeur moet blijven in verband met de bescherming van de privacy van derden die - al dan niet met naam - herkenbaar genoemd zijn in het rapport. Het gaat om een andere leidinggevende (de heer [YY] ) en een vrouwelijke collega die [eiseres] heeft opgevangen en tegen wie [eiseres] zou hebben gezegd ‘zeg jij dat ik naar huis moet’. Alkmaar Sport wil de privacy van deze medewerkers beschermen. Ze wil niet dat [eiseres] het rapport inbrengt in de ontbindingsprocedure, waarbij rechtbankverslaggevers aanwezig zijn, en dat het oordeel van de klachtencommissie over die medewerkers vervolgens in het openbaar komt. Volgens Alkmaar Sport wil [eiseres] met het rapport aantonen hoe Alkmaar Sport met haar omgaat, en dan zou de organisatie negatief in het nieuws komen. De kantonrechter is van oordeel dat dit argument geen gewichtige reden is om afgifte van het rapport te weigeren. In dit geval weegt het belang van [eiseres] om haar rechtspositie te kunnen bepalen zwaarder dan de eventuele belangen van de collega’s en mogelijke negatieve publiciteit voor Alkmaar Sport. Daarbij wordt in aanmerking genomen dat Alkmaar Sport in haar brief van 21 april 2020 zelf al het oordeel van de klachtencommissie over de kwestie betreffende de heer [YY] weergeeft en het privacybelang met betrekking tot die medewerker dus niet opgaat. Alkmaar Sport heeft verder niet gesteld of concreet gemaakt waarom de belangen van de twee medewerkers of haar organisatie door openbaarmaking van het rapport van de klachtencommissie zouden worden geschaad.
Tot slot
5.9.
Alkmaar Sport voert nog aan dat de interne klachtenregeling bepaalt dat er alleen een afschrift aan de werkgever wordt verstrekt en [eiseres] met die regeling heeft ingestemd. Dat kan zo zijn, maar dat doet niet af aan het rechtmatig belang van [eiseres] om een kopie van het rapport te ontvangen. Bovendien is dat geen gewichtige reden voor Alkmaar Sport om haar geen kopie te verstrekken.
Conclusie
5.10.
De conclusie is dat de vordering van [eiseres] zal worden toegewezen. Alkmaar Sport moet haar binnen twee werkdagen na betekening van dit vonnis een afschrift van het ondertekende rapport van de klachtencommissie met alle bijlagen verstrekken. Alkmaar Sport kan ervoor kiezen om het rapport en de bijlagen integraal te scannen (in kleur) en digitaal (als één geheel/pakket) aan te leveren.
5.11.
De gevorderde dwangsom is, als niet weersproken, toewijsbaar. Het bedrag zal worden gematigd en gemaximeerd als volgt. De wettelijke rente over de dwangsom is, anders dan gevorderd, pas toewijsbaar vanaf de dag van verzuim.
5.12.
De proceskosten komen voor rekening van Alkmaar Sport, omdat zij ongelijk krijgt. Daarbij wordt Alkmaar Sport ook veroordeeld tot betaling van € 120,00 aan nasalaris, voor zover daadwerkelijk nakosten door [eiseres] worden gemaakt.

6.De beslissing

De kantonrechter:
6.1.
veroordeelt Alkmaar Sport om binnen twee (2) werkdagen na betekening van dit vonnis aan [eiseres] af te geven een afschrift (in kleur) van het ondertekende rapport van de klachtencommissie en de (alle) bijbehorende bijlagen, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 500,00 per dag of gedeelte van een dag dat Alkmaar Sport hiermee in gebreke is, met een maximum van € 25.000,00, te vermeerderen met de wettelijke rente over de verbeurde bedragen vanaf de dag van verzuim tot aan de dag van algehele voldoening;
6.2.
veroordeelt Alkmaar Sport tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van [eiseres] tot en met vandaag vaststelt op:
dagvaarding € 108,59
griffierecht € 83,00
salaris gemachtigde € 480,00 ;
6.3.
veroordeelt Alkmaar Sport tot betaling van € 120,00 aan nasalaris, voor zover daadwerkelijk nakosten door [eiseres] worden gemaakt.
6.4.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
6.5.
wijst de vordering voor het overige af.
Dit vonnis is gewezen door mr. I.H. Lips en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter