Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Het procesverloop
2.De vordering
€ 3.544,48 verschuldigd, terwijl hij slechts een bedrag van € 1.500,00 heeft betaald. Derhalve resteert een bedrag van € 2.044,48. [gedaagde] dient dit bedrag alsnog te voldoen. Vanwege de wanbetaling is [gedaagde] daarnaast gehouden om aan Lecc te vergoeden de buitengerechtelijke kosten van € 217.71 en de wettelijke rente die, berekend tot en met 23 augustus 2019 € 57,74 bedraagt.
3.Het verweer en de tegenvordering
€ 2.839,61 te veel heeft betaald.
Daarbij komt dat Lecc de op haar rustende verplichtingen uit de tussen partijen geldende beheersovereenkomst niet nakomt. Lecc blijft in gebreke met de uitvoering van deugdelijk onderhoud aan de gemeenschappelijke parkvoorzieningen, zoals infrastructuur en verlichting. Daarbij is [gedaagde] met regelmaat belemmerd in de toegang tot zijn percelen. [gedaagde] beschouwt om deze reden de beheersovereenkomst als met terugwerkende kracht ontbonden. Lecc is uit hoofde van deze ontbinding gehouden om de door [gedaagde] voor het parkonderhoud aan Lecc betaalde vergoeding van € 3.245,32 aan [gedaagde] terug te betalen.
4.De beoordeling
5.De beslissing
dagvaarding € 81,83
griffierecht € 486,00
salaris gemachtigde € 360,00 ;