In deze zaak heeft de passagier, die kosteloos is omgeboekt door Ryanair van vlucht FR3006 naar vlucht FR3105, compensatie verzocht wegens vertraging van de vlucht. De passagier had een vervoersovereenkomst met Ryanair voor de vlucht van Amsterdam-Schiphol naar Dublin op 14 augustus 2017. De vlucht FR3105 had meer dan drie uur vertraging, waarna de passagier compensatie van € 250,00 eiste op basis van de Verordening (EG) nr. 261/2004. Ryanair betwistte de verschuldigdheid van deze compensatie, stellende dat de Verordening niet van toepassing was omdat de passagier gratis had gereisd.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de Nederlandse rechter bevoegd is en dat de passagier gratis heeft gereisd, omdat hij zijn paspoort vergeten was en daardoor niet kon inchecken voor de oorspronkelijke vlucht. De rechter oordeelde dat de Verordening niet van toepassing was, aangezien de passagier door eigen toedoen geen gebruik kon maken van zijn vliegticket. De kantonrechter wees het verzoek van de passagier af en veroordeelde hem tot betaling van de proceskosten aan Ryanair.
De beslissing van de kantonrechter is definitief, aangezien tegen deze beschikking geen hoger beroep openstaat. De proceskosten zijn vastgesteld op € 72,00 aan salaris voor de gemachtigde en € 18,00 aan nakosten, voor zover deze daadwerkelijk door Ryanair worden gemaakt.