ECLI:NL:RBNHO:2020:3610

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
29 april 2020
Publicatiedatum
14 mei 2020
Zaaknummer
7940576 \ CV FORM 19-10820
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Compensatieverzoek passagier tegen Ryanair wegens vertraging van vlucht en toepasselijkheid van de Verordening (EG) nr. 261/2004

In deze zaak heeft de passagier, die kosteloos is omgeboekt door Ryanair van vlucht FR3006 naar vlucht FR3105, compensatie verzocht wegens vertraging van de vlucht. De passagier had een vervoersovereenkomst met Ryanair voor de vlucht van Amsterdam-Schiphol naar Dublin op 14 augustus 2017. De vlucht FR3105 had meer dan drie uur vertraging, waarna de passagier compensatie van € 250,00 eiste op basis van de Verordening (EG) nr. 261/2004. Ryanair betwistte de verschuldigdheid van deze compensatie, stellende dat de Verordening niet van toepassing was omdat de passagier gratis had gereisd.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de Nederlandse rechter bevoegd is en dat de passagier gratis heeft gereisd, omdat hij zijn paspoort vergeten was en daardoor niet kon inchecken voor de oorspronkelijke vlucht. De rechter oordeelde dat de Verordening niet van toepassing was, aangezien de passagier door eigen toedoen geen gebruik kon maken van zijn vliegticket. De kantonrechter wees het verzoek van de passagier af en veroordeelde hem tot betaling van de proceskosten aan Ryanair.

De beslissing van de kantonrechter is definitief, aangezien tegen deze beschikking geen hoger beroep openstaat. De proceskosten zijn vastgesteld op € 72,00 aan salaris voor de gemachtigde en € 18,00 aan nakosten, voor zover deze daadwerkelijk door Ryanair worden gemaakt.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 7940576 \ CV FORM 19-10820
Uitspraakdatum: 29 april 2020
Beschikking in de zaak van:
[passagier], wonende te [woonplaats] ( [land] )
verzoekende partij
verder te noemen: de passagier
gemachtigde: mr. D.E. Lof
tegen
de rechtspersoon naar het recht van het land van haar vestiging
Ryanair Limited,
gevestigd te Dublin (Ierland)
verwerende partij
verder te noemen: Ryanair
gemachtigde: mr. A.C.J. Houwers

1.Het procesverloop

Dit verloop blijkt uit:
  • het vorderingsformulier (formulier A), ingekomen ter griffie op 29 juli 2019;
  • het antwoordformulier (formulier C), ingekomen ter griffie op 23 augustus 2019;
  • schriftelijke reactie van de passagier, ingekomen ter griffie op 20 november 2019;
  • schriftelijke reactie van Ryanair, ingekomen ter griffie op 18 december 2019.

2.De feiten

2.1.
De passagier heeft met Ryanair een vervoersovereenkomst gesloten op grond waarvan Ryanair de passagier diende te vervoeren van Amsterdam-Schiphol Airport naar Dublin met vluchtnummer FR3006 op 14 augustus 2017.
2.2.
De passagier is kosteloos omgeboekt naar vlucht FR3105.
2.3.
Vlucht FR3105 heeft meer dan drie uur vertraging opgelopen.
2.4.
De passagier heeft compensatie van Ryanair verzocht in verband met voornoemde vertraging.
2.5.
Ryanair heeft geweigerd tot betaling over te gaan.

3.Het verzoek en het verweer

3.1.
De passagier verzoekt Ryanair te veroordelen tot betaling van:
- € 250,00 vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 14 augustus 2017 tot aan de dag der algehele voldoening;
- de proceskosten.
3.2.
De passagier baseert zijn verzoek op de Verordening (EG) nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en tot intrekking van de verordening (EEG) nr. 295/91 (hierna: de Verordening) en de daarop betrekking hebbende rechtspraak van het Europese Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: het Hof).
3.3.
De passagier stelt dat Ryanair vanwege de vertraging van de vlucht gehouden is compensatie te betalen conform artikel 7 van de Verordening tot een bedrag van € 250,00. Daarnaast maakt de passagier aanspraak op betaling door Ryanair van de wettelijke rente.
3.4.
Ryanair betwist de verschuldigdheid en de hoogte van het verzochte. Op het verweer wordt - voor zover relevant - bij de beoordeling van het geschil ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
De kantonrechter stelt ambtshalve vast dat de Nederlandse rechter in deze zaak bevoegd is om van het verzoek kennis te nemen.
4.2.
Niet in geschil is dat de passagier kosteloos is omgeboekt door Ryanair van vlucht FR3006 naar vlucht FR3105, omdat hij zijn paspoort thuis was vergeten en daardoor niet meer kon meevliegen met vlucht FR3006. Ryanair voert aan dat de Verordening niet van toepassing is in het onderhavige geval, omdat de passagier gratis heeft gereisd met vlucht FR3105.
4.3.
Anders dan de passagier is de kantonrechter van oordeel dat de passagier gratis heeft gereisd met vlucht FR3105. Op grond van artikel 3 lid 3 van de Verordening is de Verordening dan ook niet van toepassing. Dat de passagier wel een vliegticket heeft aangeschaft voor vlucht FR3006 maakt dit niet anders aangezien de passagier heeft nagelaten zich tijdig met de juiste documenten voor deze vlucht bij de incheckbalie te melden. De passagier heeft aldus door eigen toedoen geen gebruik kunnen maken van zijn vliegticket voor vlucht FR3006. Dat Ryanair dusdanig coulant is geweest dat zij de passagier kosteloos heeft omgeboekt naar een latere vlucht, die vanwege omstandigheden met vertraging is uitgevoerd, dient naar het oordeel van de kantonrechter dan ook niet voor rekening van Ryanair te komen.
4.4.
Op hetgeen verder nog door partijen is aangevoerd zal de kantonrechter niet ingaan omdat dit niet tot een andere beslissing leidt.
4.5.
De proceskosten komen voor rekening van de passagier omdat deze ongelijk krijgt. Ook de nakosten kunnen worden toegewezen, voor zover deze kosten daadwerkelijk door de Ryanair worden gemaakt.

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
wijst het verzochte af;
5.2.
veroordeelt de passagier tot betaling van de proceskosten die aan de kant van Ryanair tot en met vandaag worden begroot op € 72,00 aan salaris gemachtigde en een bedrag van € 18,00 aan nakosten, voor zover deze kosten daadwerkelijk door de Ryanair worden gemaakt.
Deze beschikking is gewezen door mr. C.E. van Oosten-van Smaalen, kantonrechter, en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze beschikking staat geen hoger beroep open