ECLI:NL:RBNHO:2020:3549

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
13 mei 2020
Publicatiedatum
13 mei 2020
Zaaknummer
C/15/284528 / HA ZA 19-106
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot ontbinding van koopovereenkomst en terugvordering van aankoopbedrag na aankoop van klassieke auto via openbare veiling

In deze zaak heeft eiser, een particulier, een Volkswagen Type I bus gekocht van de vennootschap Napa Continental via een online veiling. De koop vond plaats op 8 december 2017 voor een bedrag van € 23.200,-. Eiser heeft de bus niet voorafgaand aan de koop bezichtigd en heeft geen gebruik gemaakt van de kijkdagen. Na de aankoop bleek de bus niet te voldoen aan de verwachtingen, wat leidde tot een rapport van een deskundige waarin werd gesteld dat de bus op meerdere punten door de RDW zou worden afgekeurd. Eiser heeft vervolgens geprobeerd de koop te ontbinden op basis van non-conformiteit en dwaling, maar de rechtbank oordeelde dat hij geen herroepingsrecht had omdat de koop via een openbare veiling was gesloten. De rechtbank concludeerde dat eiser niet had aangetoond dat de bus niet voldeed aan de overeenkomst en dat hij zelf verantwoordelijk was voor het niet bezichtigen van de bus. De vorderingen van eiser werden afgewezen en hij werd veroordeeld in de proceskosten van Napa Continental.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
Zittingsplaats Alkmaar
zaaknummer / rolnummer: C/15/284528 / HA ZA 19-106
Vonnis van 13 mei 2020
in de zaak van
[eiser]
wonende te [woonplaats] ,
eiser,
advocaat mr. S.R. van der Boom te Alkmaar,
tegen
vennootschap naar Belgisch recht,
NAPA CONTINENTAL BVBA,mede handelend onder de naam
CLASSIC CARS 121,
gevestigd te Antwerpen,
gedaagde,
advocaat mr. L.S. Aardoom te Amsterdam.
Partijen zullen hierna [eiser] en Napa Continental genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenvonnis van 27 maart 2019, met de daarin genoemde stukken,
  • het proces-verbaal van comparitie van 3 juli 2019, met de daarin genoemde stukken.
1.2.
Partijen hebben tijdens de comparitie afgesproken dat zij een in onderling overleg aan te wijzen deskundige gezamenlijk opdracht zullen geven om de bus te beoordelen en een inschatting te maken van de – ten behoeve van de keuring – noodzakelijke herstelwerkzaamheden en de daaraan verbonden kosten. Naar aanleiding daarvan zullen partijen in overleg treden om te bezien of zij tot een oplossing van hun geschil kunnen komen.
1.3.
Bij berichten van 30 en 31 maart 2020 hebben partijen laten weten dat zij de rechtbank verzoeken vonnis te wijzen.
1.4.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Napa Continental handelt in auto’s. Onder de naam Classic Cars 121 houdt zij zich bezig met de in- en verkoop van klassieke auto’s.
2.2.
Op 8 december 2017 heeft [eiser] een Volkswagen Type I bus, bouwjaar 1969, (hierna: de bus) gekocht van Napa Continental voor een bedrag van € 23.200,- (hierna: de overeenkomst).
2.3.
[eiser] heeft de bus gekocht via de online veilingsite BVA Auctions (hierna: BVA) waarop BVA de bus namens Napa Continental aanbood. [eiser] was met zijn bod van € 23.200,- de hoogste bieder, zodat de kavel aan hem is toegewezen. Voorafgaand aan de veiling waren twee kijkdagen georganiseerd, namelijk op 30 november en 7 december 2017. Van deze kijkdagen heeft [eiser] geen gebruik gemaakt.
2.4.
Op 8 december 2017 heeft [eiser] van BVA een factuur met een bedrag van € 27.972,24 (inclusief € 4.772,24 veilingkosten) ontvangen.
2.5.
[eiser] heeft de bus op 29 december 2017 bij Napa Continental bezichtigd en, na betaling van de factuur, meegenomen naar Nederland.
2.6.
Op 2 januari 2018 heeft Klassiek VW Centrum te Schagerbrug de bus op verzoek van [eiser] nagekeken. Dit ter voorbereiding van de keuring door de RDW ter verkrijging van een Nederlands kenteken. De conclusie van het Klassiek VW Centrum (rapport van 18 januari 2018) was dat de bus op meerdere punten door de RDW zou worden afgekeurd. Volgens het Klassiek VW Centrum is geen sprake van restauratie van de onderzijde van de bus.
2.7.
Naar aanleiding hiervan heeft [eiser] op 2 januari 2018 via e-mail contact opgenomen met BVA en, onder verwijzing naar de conclusie van Klassiek VW Centrum, kenbaar gemaakt dat hij de bus wil retourneren. Namens Napa Continental heeft BVA laten weten daar niet mee in te stemmen.
2.8.
Bij brief van 12 juni 2018 is de koop namens [eiser] ongedaan gemaakt, althans is Napa Continental in gebreke gesteld. Bij brief van 17 juli 2018 heeft [eiser] verzocht gehoor te geven aan de sommaties.
2.9.
Bij brief van 24 september 2018 is de koop namens [eiser] buitengerechtelijk ontbonden en is een schikkingsvoorstel gedaan. Bij brief van 8 oktober 2018 is dit voorstel herhaald.

3.Het geschil

3.1.
[eiser] vordert samengevat -:
primair
te verklaren voor recht dat de tussen partijen gesloten overeenkomst buitengerechtelijk is ontbonden per 2 januari 2018, althans is vernietigd;
subsidiair
de overeenkomst te ontbinden op grond van tekortkoming in de nakoming, althans te vernietigen;
zowel primair als subsidiair:
te verklaren voor recht dat Napa Continental toerekenbaar is tekortgeschoten in de nakoming van haar verplichtingen voortvloeiende uit de overeenkomst;
en Napa Continental te veroordelen om, te vermeerderen met rente, aan [eiser] te voldoen:
- het aankoopbedrag van € 23.200,-;
- de veilingkosten van € 4.772,24;
- de buitengerechtelijke kosten van € 1.054,72.
en Napa Continental te veroordelen:
- om de bus binnen twee weken na de datum van dit vonnis bij [eiser] op te halen, op straffe van een dwangsom;
- in de (na)kosten van de procedure, te vermeerderen met rente.
3.2.
Als grond voor zijn vorderingen voert [eiser] , kort gezegd, aan dat hij een herroepingsrecht heeft, dan wel dat sprake is van non-conformiteit, dan wel van dwaling.
3.3.
Napa Continental voert verweer.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
De Nederlandse rechter heeft rechtsmacht en op de overeenkomst van partijen is Nederlands recht van toepassing.
4.2.
Herroepingsrecht?
4.2.1.
Allereerst dient de vraag te worden beantwoord of [eiser] een herroepingsrecht zoals geregeld in Afdeling 2A, Titel 5, Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek (BW) heeft. Dat wil zeggen dat [eiser] de mogelijkheid heeft om de overeenkomst zonder opgave van redenen te ontbinden. Vast staat dat de onderhavige overeenkomst een consumentenkoop op afstand betreft. Voor dergelijke overeenkomsten bestaat in beginsel een herroepingsrecht. De wet maakt echter een aantal uitzonderingen op dit herroeppingsrecht.
4.2.2.
In artikel 6:230p sub c BW wordt een overeenkomst die is gesloten via een openbare veiling van het herroepingsrecht uitgezonderd. Volgens artikel 6:230g lid 1 sub j BW is een openbare veiling een veiling waarbij de consumenten persoonlijk aanwezig zijn of kunnen zijn. Een veiling die uitsluitend online wordt gehouden, valt dus niet onder die uitzondering. Tussen partijen staat ter discussie of de veiling van BVA waarop [eiser] de bus heeft gekocht, aangemerkt moet worden als een openbare veiling in de zin van voornoemd artikel.
4.2.3.
Naar het oordeel van de rechtbank is dit het geval. De tekst onder het kopje “Toelichting” van het tabblad “Veilinginformatie” (productie 2 bij dagvaarding) op de website met de advertentie is daarvoor redengevend. Daarin staat, voor zover hier van belang:
“Retourneren?
(…)
Naast online bieden is het mogelijk de sluiting van de veiling bij te wonen en ten overstaan van de veilingmeester in de veilingzaal biedingen uit te brengen. De sluiting van de openbare veiling vindt plaats op de Moerbroek 25, 2270 Herenthout. Je kunt je vooraf per e-mail aanmelden (…).”
4.2.4.
Hieruit volgt de mogelijkheid voor [eiser] om persoonlijk aanwezig te zijn op de veiling. Dat hij van deze gelegenheid geen gebruik heeft gemaakt, maakt dit niet anders. Dat [eiser] niet de mogelijkheid had om persoonlijk aanwezig te zijn op de veiling, blijkt niet uit hetgeen hij heeft aangevoerd.
De conclusie is dan ook dat [eiser] geen herroepingsrecht heeft ten aanzien van deze overeenkomst. Ten overvloede merkt de rechtbank nog op dat BVA hiervan ook uitdrukkelijk mededeling heeft gedaan. In de tekst van de hiervoor aangehaalde “Toelichting’ staat namelijk ook:
“Dit betreft een openbare veiling waardoor de kavels in deze veilingnietop basis van het wettelijke herroepingsrecht geretourneerd kunnen worden.”
4.2.5.
Dit leidt ertoe dat [eiser] de overeenkomst niet buitengerechtelijk heeft kunnen ontbinden op 2 januari 2018, zodat zijn primaire vordering om dit voor recht te verklaren, wordt afgewezen.
4.2.6.
Voor wat betreft het beroep van [eiser] op non-conformiteit en dwaling, is het uitgangspunt dat het hier niet gaat om een normaal tweedehands voertuig waarmee de koper aan het verkeer wil gaan deelnemen, maar om een voertuig van meer dan veertig jaar oud (oldtimer), die meestal door liefhebbers wordt aangeschaft. Van kopers van dergelijke objecten mag worden verwacht dat zij zich enigszins oriënteren op bijvoorbeeld internet, en het voertuig (al dan niet in bijzijn van een deskundige) bezichtigen, alvorens tot koop over te gaan.
4.3.
Non-conformiteit?
4.3.1.
De rechtbank dient te beoordelen of [eiser] de overeenkomst buitengerechtelijk heeft ontbonden, dan wel door de rechter dient te worden ontbonden, wegens een tekortkoming in de nakoming.
4.3.2.
Omdat de overeenkomst een consumentenkoop betreft, dient de afgeleverde zaak op grond van artikel 7:17 lid 1 BW te beantwoorden aan de overeenkomst. Volgens lid 2 van dit artikel beantwoordt een zaak niet aan de overeenkomst indien zij, mede gelet op de aard van die zaak en de mededelingen die de verkoper over de zaak heeft gedaan, niet de eigenschappen bezit die de koper op grond van de overeenkomst mocht verwachten. In dat geval is sprake van non-conformiteit en heeft de koper de bevoegdheid om de overeenkomst te ontbinden, tenzij de afwijking van het overeengekomene deze ontbinding met haar gevolgen niet rechtvaardigt (artikel 7:22 sub a BW jo 6:265 BW). De koper mag volgens artikel 7:17 lid 2 laatste volzin wel verwachten dat de zaak de eigenschappen bezit die voor een normaal gebruik daarvan nodig zijn en waarvan hij de aanwezigheid niet behoefde te betwijfelen.
4.3.3.
[eiser] stelt dat hij er op basis van de tekst en de foto’s van de advertentie van uitging dat de bus volledig gerestaureerd was. Dit is hem op de ophaaldag ook medegedeeld, net als dat een technische keuring door de RDW zou slagen. Ter onderbouwing van zijn standpunt, dat sprake is van non-conformiteit, heeft [eiser] het rapport van het Klassiek VW Centrum in het geding gebracht. Daaruit blijkt dat de bus op meerdere punten door de RDW zou worden afgekeurd en dat van een restauratie niet gesproken kan worden. Dit terwijl [eiser] een bus wilde hebben waarmee hij veilig de weg op kan. De slechte staat waarin de onderzijde van de bus verkeerde, verwacht je niet bij een gereviseerd voertuig, aldus [eiser] .
4.3.4.
Napa Continental stelt dat [eiser] de bus pas na het sluiten van de overeenkomst op 29 december 2017 voor het eerst heeft gezien. [eiser] heeft er zelf voor gekozen om niet naar de kijkdagen te komen. Kopers van oldtimers doen dit doorgaans wel en laten zich indien nodig bijstaan door een deskundige. [eiser] had dit ook kunnen (en moeten) doen. Napa Continental betwist dat uit het rapport van het Klassiek VW Centrum volgt dat de bus non-conform is. Zoals vermeld in de advertentietekst, is de bus gereviseerd aangeboden. De revisiewerkzaamheden zijn in Spanje uitgevoerd door een specialist in het restaureren van Volkswagen oldtimers. Dat het niveau van de revisie [eiser] tegenvalt, leidt nog niet tot non-conformiteit, aldus Napa Continental.
4.3.5.
De rechtbank overweegt als volgt. Op grond van de algemene verkoop- en veilingvoorwaarden is de koopovereenkomst gesloten bij het “vallen van de hamer” (de officiële sluiting van de veiling). Dat was op 8 december 2017. Vast staat dat [eiser] de bus daaraan voorafgaand niet heeft bezichtigd. Ter zitting heeft [eiser] immers verklaard dat hij pas na de koop voor het eerst contact had met BVA. [eiser] heeft zich bij de koop dus uitsluitend gebaseerd op de tekst en de foto’s van de advertentie op de website van BVA. De omschrijving in de advertentie luidt als volgt:
Omschrijving
1x Volkswagen T1, B9166554, Afgelezen tellerstand:
35.472km, Datum 1e toelating: 01-01-1969,
Let op! Volledige gereviseerd voertuig, koppelstuk stuurinrichting in bestelling.
Inclusief BTW en invoerrechten dewelke reeds zijn voldaan door de opdrachtgever.”
De vraag is of [eiser] er op basis van de advertentie van uit mocht gaan dat hij een bus kocht waarmee hij in Nederland veilig de weg op kon (met andere woorden: dat de bus de keuring door de RDW zou doorstaan). Naar het oordeel van de rechtbank is dat niet het geval en diende [eiser] daar gelet op de aard van de zaak wel rekening mee te houden. De enkele mededeling in de advertentie, dat het een volledig gereviseerd voertuig betreft, is daarvoor onvoldoende. Volgens het woordenboek (Van Dale) betekent “revisie” “herziening”, en bij machines “het nakijken en zo nodig herstellen”. Volgens de website van Bovag betekent “revisie” dat een auto-onderdeel wordt opgeknapt en zo een tweede leven krijgt. Daarom gaat de rechtbank ervan uit dat “een volledige revisie” niet in alle gevallen hetzelfde inhoudt. Het is een subjectief begrip dat niets zegt over de mate waarin het voertuig voldoet aan de geldende veiligheidsvoorschriften. Op basis van de advertentietekst mocht [eiser] er dus niet zonder meer van uitgaan dat de bus een keuring door de RDW zou doorstaan, te meer niet nu het een uit het buitenland afkomstige bus uit 1969 betreft, die nog geen Nederlands kenteken had. Dat [eiser] zijn verwachting over de veiligheid op andere mededelingen van BVA/Napa Continental – gedaan voorafgaand aan de koop – mocht baseren, is gesteld noch gebleken. Dat de bus er op de foto’s van de advertentie goed uitzag, is evenmin voldoende om de verwachtingen van [eiser] over de technische veiligheid van de bus te rechtvaardigen. Algemeen bekend is immers dat een advertentie is bedoeld om het product aan te prijzen. De rechtbank gaat ten slotte voorbij aan de stelling van [eiser] hij ervan uit mocht gaan dat de bus vrij was van gebreken, omdat de meeste bussen van dit type en bouwjaar voor een bedrag van € 25.000,- worden verkocht, mits goed onderhouden en vrij van gebreken. De bus had in het onderhavige geval geen vraagprijs, maar een veilingprijs van € 13.500,- en een hoogste bod van € 23.200,-, zodat een vergelijking met de reguliere markt niet goed te maken is. Bovendien heeft [eiser] nagelaten deze stelling te onderbouwen. De advertenties die hij als productie 14 in het geding heeft gebracht, betreffen geen vergelijkbare voertuigen. Daarin staat ook niet dat de voertuigen vrij van gebreken zijn.
4.3.6.
Voor zover [eiser] stelt dat sprake is van non-conformiteit, omdat het niveau van de revisie niet overeenkomt met de verwachtingen die hij daar op basis van de advertentie van mocht hebben, volgt de rechtbank hem ook daar niet in. Zoals de rechtbank in het vorenstaande al opmerkte, is revisie een subjectief begrip dat niet aan de hand van concrete maatstaven kan worden ingevuld. Reeds daarom kunnen de constateringen van het Klassiek VW Centrum niet leiden tot de conclusie dat sprake is van non-conformiteit.
4.3.7.
Dit betekent dat de vorderingen van [eiser] die gegrond zijn op non-conformiteit zullen deze worden afgewezen.
4.4.
Dwaling?
4.4.1.
Andrea stelt nog dat hij de bus niet zou hebben gekocht (althans niet onder dezelfde voorwaarden), zonder de mededeling van Napa Continental dat deze volledig is gereviseerd. Er is sprake van dwaling in de zin van artikel 6:228 BW en daarom heeft [eiser] de overeenkomst vernietigd, althans dient deze vernietigd te worden, aldus [eiser] .
4.4.2.
De rechtbank is met Napa Continental van oordeel dat de dwaling (indien daar sprake van zou zijn) voor rekening van [eiser] dient te blijven (6:228 lid 2 BW). Nu het een koop van een bus uit 1969 (oldtimer) betreft, had het op de weg van [eiser] gelegen om deze voor de koop te bezichtigen en zich, zo nodig, bij te laten staan door een deskundige. Het door het Klassiek VW Centrum omschreven gebrek aan de onderzijde van de auto had op die manier relatief eenvoudig door [eiser] ontdekt kunnen worden. Dat [eiser] ervoor heeft gekozen de bus pas te bezichtigen en door een specialist te laten nakijken, nadat het koppelstuk stuurinrichting was aangebracht, komt voor zijn rekening en risico. Hetzelfde geldt voor zijn onjuiste veronderstelling, dat de koop op de dag van het ophalen nog niet gesloten was. Via de website van BVA is [eiser] uitdrukkelijk gewezen op de veilingvoorwaarden en in de kolom rechts van de advertentie onder “Bod plaatsen?” staat - onder meer - vermeld:
“(…) 3. Bezoek de kijkdagen om de kavels te inspecteren. Controleer hier de algehele staat voordat u een bod plaatst. (…)”en
“Een geplaatst bod is niet vrijblijvend. Als de kavel wordt gegund, bent u verplicht dit tegen het door u geboden bedrag af te nemen.”Dat [eiser] hier niet van op de hoogte was acht de rechtbank (nog daargelaten dat dit voor zijn eigen risico komt) ook niet aannemelijk, aangezien hij ter zitting heeft verklaard dat hij al jaren een tevreden gebruiker van BVA is.
4.4.3.
Voor zover de vorderingen op dwaling zijn gegrond, zullen ook deze worden afgewezen.
4.5.
Conclusie en proceskosten
4.5.1.
De conclusie is dat de koopovereenkomst tussen [eiser] en Napa Continental in stad is gebleven, en blijft. De vorderingen worden afgewezen.
4.5.2.
[eiser] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Napa Continental worden begroot op:
- griffierecht € 1.992,00
- salaris advocaat €
1.390,00(2,0 punten × tarief € 695,00)
Totaal € 3.382,00

5.De beslissing

De rechtbank
5.1.
wijst de vorderingen af,
5.2.
veroordeelt [eiser] in de proceskosten, aan de zijde van Napa Continental tot op heden begroot op € 3.382,00,
5.3.
verklaart dit vonnis wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.H. Gisolf en in het openbaar uitgesproken op 13 mei 2020. [1]

Voetnoten

1.type: RvD