ECLI:NL:RBNHO:2020:3533
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Kennelijk niet-ontvankelijk beroep tegen uitspraak op bezwaar in bestuursrechtelijke zaak
Op 15 mei 2020 heeft de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak tussen eiser [X], wonende te [Z], en de heffingsambtenaar van Cocensus. Eiser heeft op 27 november 2019 beroep ingesteld tegen de uitspraak op bezwaar van verweerder van 16 oktober 2019. De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. Eiser heeft in het beroepschrift geen gronden vermeld en het beroepschrift niet ondertekend. De rechtbank heeft eiser op 28 februari 2020 verzocht om deze verzuimen binnen vier weken te herstellen, maar deze brief is onbestelbaar geretourneerd met de mededeling 'niet afgehaald'. De griffier heeft de brief vervolgens per gewone post verzonden, maar eiser heeft niet gereageerd. Aangezien eiser geen reden heeft gegeven voor de verzuimen, heeft de rechtbank geoordeeld dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. M.C. van As, rechter, in aanwezigheid van M. van der Elst, griffier. Vanwege de coronamaatregelen is de uitspraak niet op een openbare zitting gedaan, maar zal deze alsnog openbaar worden uitgesproken zodra dat weer mogelijk is. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken verzet worden gedaan bij de rechtbank.