ECLI:NL:RBNHO:2020:3526
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Kennelijk niet-ontvankelijk beroep wegens verzuimen in de procedure
Op 15 mei 2020 heeft de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in de zaak van eiser [X] te [Z]. Eiser heeft op 6 januari 2020 beroep ingesteld, maar heeft niet voldaan aan de vereisten zoals gesteld in de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54 Awb zonder zitting uitspraak gedaan. Eiser heeft geen kopie van het bestreden besluit bijgevoegd en het beroepschrift was niet ondertekend en niet in de Nederlandse taal ingediend. De rechtbank heeft eiser op 26 februari 2020 verzocht om deze verzuimen binnen vier weken te herstellen, maar deze brief is onbestelbaar geretourneerd. Eiser heeft op 6 april 2020 stukken ingediend, maar dit was na de gestelde termijn en zonder verzoek om uitstel of verontschuldiging voor de verzuimen. De rechtbank heeft daarom het beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. M.C. van As, rechter, in aanwezigheid van M. van der Elst, griffier. Vanwege de coronamaatregelen is de uitspraak niet op een openbare zitting gedaan, maar zal alsnog openbaar worden uitgesproken zodra dat weer mogelijk is.