Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De procedure
2.De beoordeling
.Verder heeft de eisende partij gesteld dat de vordering niet gebaseerd is op bepalingen in de algemene voorwaarden.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem, op 13 mei 2020 een verstekvonnis uitgesproken in de zaak tussen de rechtspersoon naar buitenlands recht Zalando Payments GmbH, gevestigd te Berlijn, Duitsland, als eisende partij en een gedaagde partij die niet is verschenen. De eisende partij heeft de gedaagde partij gedagvaard en bij tussenvonnis van 22 januari 2020 is de eisende partij in de gelegenheid gesteld haar vordering nader toe te lichten, hetgeen zij heeft gedaan op 19 februari 2020.
De vordering is gebaseerd op een koopovereenkomst op afstand, waarbij de kantonrechter ambtshalve moet toezien op de naleving van de wettelijke (pre)contractuele informatieverplichtingen zoals vastgelegd in de artikelen 6:230m en 6:230v van het Burgerlijk Wetboek. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de eisende partij niet voldoende heeft aangetoond dat aan de informatieverplichtingen is voldaan, met name omdat er geen concrete bestelbevestiging is overgelegd. Desondanks heeft de kantonrechter geoordeeld dat de vordering niet onrechtmatig of ongegrond is, aangezien de gedaagde partij de gekochte zaak kennelijk zonder commentaar heeft behouden.
De kantonrechter heeft de gevorderde koopsom van € 19,95 toegewezen, evenals de buitengerechtelijke incassokosten en wettelijke rente. De gedaagde partij is veroordeeld in de proceskosten, met uitzondering van de kosten voor de akte die voor rekening van de eisende partij blijven. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en de vordering voor het overige is afgewezen.