ECLI:NL:RBNHO:2020:3438

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
8 mei 2020
Publicatiedatum
8 mei 2020
Zaaknummer
HAA 20/497
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet tijdig betalen griffierecht

Op 8 mei 2020 heeft de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in de zaak tussen eiseres en de burgemeester van de gemeente Haarlem. Eiseres had op 22 januari 2020 beroep ingesteld tegen een beslissing op bezwaar van de burgemeester van 12 december 2019. De rechtbank heeft op grond van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. Eiseres was verplicht griffierecht te betalen, maar heeft dit niet tijdig gedaan. De griffier heeft eiseres meerdere keren in de gelegenheid gesteld om het griffierecht te betalen, maar eiseres heeft niet gereageerd op deze verzoeken. De rechtbank heeft vastgesteld dat het griffierecht niet op tijd is betaald en dat er geen verontschuldiging is gegeven voor dit verzuim. Hierdoor heeft de rechtbank het beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door rechter W.B. Klaus in aanwezigheid van griffier M. van der Elst. Vanwege de coronamaatregelen is de uitspraak niet in een openbare zitting gedaan, maar zal deze alsnog openbaar worden uitgesproken zodra dat weer mogelijk is.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Zittingsplaats Haarlem
Bestuursrecht
zaaknummer: HAA 20/497

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 8 mei 2020 in de zaak tussen

[eiseres] , te [woonplaats] , eiseres

gemachtigde: mr. K.C. van Hoogmoed,
en

de burgemeester van de gemeente Haarlem, verweerder.

Procesverloop

Eiseres heeft bij brief van 22 januari 2020 beroep ingesteld tegen de beslissing op bezwaar van verweerder van 12 december 2019.

Overwegingen

1. De rechtbank doet op grond van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak zonder zitting.
2. Iemand die beroep instelt, moet op grond van artikel 8:41, eerste lid, van de Awb griffierecht betalen. In een zaak als deze is het griffierecht op grond van artikel 8:41, tweede lid, van de Awb € 178,-. Op grond van artikel 8:41, vijfde lid, van de Awb moet het griffierecht binnen vier weken na verzending van de mededeling van de griffier dat het verschuldigd is, zijn bijgeschreven op de rekening van de rechtbank of zijn betaald op de griffie van de rechtbank. Als het griffierecht niet of niet tijdig is betaald, is het beroep op grond van artikel 8:41, zesde lid, van de Awb niet-ontvankelijk. Dat is alleen anders als het niet of niet tijdig betalen van het griffierecht verontschuldigbaar is.
3. De griffier heeft bij brief van 30 januari 2020 eiseres in de gelegenheid gesteld het griffierecht te betalen binnen vier weken na dagtekening van die brief. Eiseres heeft niet gereageerd. Vervolgens heeft de griffier bij aangetekend verzonden brief van 28 februari 2020 eiseres nogmaals in de gelegenheid gesteld het griffierecht te betalen binnen vier weken na dagtekening van die brief. Nader door de rechtbank ingesteld onderzoek bij PostNL heeft uitgewezen dat deze brief op 3 maart 2020 is bezorgd en dat voor ontvangst is getekend. Eiseres heeft niet gereageerd.
4. Eiseres heeft het griffierecht niet op tijd betaald. Eiseres heeft geen reden gegeven voor dit verzuim. Er is dus niet gebleken van een verontschuldiging voor dit verzuim.
5. Het beroep is daarom kennelijk niet-ontvankelijk.
6. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. W.B. Klaus, rechter, in aanwezigheid van M. van der Elst, griffier. Deze uitspraak is gedaan op 8 mei 2020. Als gevolg van maatregelen rondom het coronavirus is deze uitspraak niet uitgesproken op een openbare uitsprakenzitting. Zodra het openbaar uitspreken weer mogelijk is, wordt deze uitspraak, voor zover nodig, alsnog in het openbaar uitgesproken.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan verzet worden gedaan bij deze rechtbank. De indiener van het verzetschrift kan daarbij vragen in de gelegenheid te worden gesteld over het verzet te worden gehoord. De werking van deze uitspraak wordt opgeschort totdat de termijn voor het instellen van verzet is verstreken of, indien verzet wordt ingesteld, op dat verzet is beslist.