ECLI:NL:RBNHO:2020:3421

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
6 mei 2020
Publicatiedatum
7 mei 2020
Zaaknummer
7076579 \ CV EXPL 18-5900
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Compensatie voor vertraging van vlucht EZY2160 door Easyjet

In deze zaak heeft Airhelp Limited, een rechtspersoon naar het recht van Hong Kong, een vordering ingesteld tegen Easyjet Airline Company Limited, gevestigd in Luton, Verenigd Koninkrijk, vanwege compensatie voor een vertraagde vlucht. De vordering is ingesteld op 5 juli 2018, waarbij Airhelp stelt dat de passagier op 10 februari 2017 met vlucht EZY2160 van Amsterdam naar Londen meer dan drie uur vertraging heeft opgelopen. Easyjet heeft de vordering betwist en een beroep gedaan op buitengewone omstandigheden die de vertraging zouden rechtvaardigen, maar richtte zich daarbij op een andere vlucht (EZY1835) van Manchester naar Amsterdam op 19 februari 2017, waarvoor geen compensatie was gevorderd.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de Nederlandse rechter bevoegd is en dat de vordering van Airhelp betrekking heeft op de vertraging van vlucht EZY2160. Easyjet heeft geen verweer gevoerd tegen de vertraging van deze vlucht, waardoor het als onweersproken vaststaat dat de passagier met meer dan drie uur vertraging is aangekomen. De kantonrechter oordeelt dat Easyjet gehouden is tot compensatie op basis van de Verordening (EG) nr. 261/2004, en wijst de vordering tot betaling van € 250,00 toe, vermeerderd met wettelijke rente.

Daarnaast heeft Airhelp buitengerechtelijke incassokosten gevorderd, maar de kantonrechter heeft geoordeeld dat deze kosten niet zijn onderbouwd en heeft de vordering tot vergoeding van deze kosten afgewezen. De proceskosten zijn voor rekening van Easyjet, omdat zij ongelijk heeft gekregen. Het vonnis is uitgesproken door kantonrechter L.M. de Vries op 6 mei 2020.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 7076579 \ CV EXPL 18-5900
Uitspraakdatum: 6 mei 2020
Vonnis in de zaak van:
de rechtspersoon naar het recht van Hong Kong
Airhelp Limited
gevestigd te Hong Kong
eiser
hierna te noemen: Airhelp
gemachtigde: mr. H. Yildiz
tegen
de rechtspersoon naar buitenlands recht
Easyjet Airline Company Limited
gevestigd te Luton, Verenigd Koninkrijk, mede kantoorhoudende te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer
gedaagde
hierna te noemen: Easyjet
gemachtigde: mr. J.W.A. Lameijer

1.Het procesverloop

1.1.
Airhelp heeft bij dagvaarding van 5 juli 2018 een vordering tegen Easyjet ingesteld. Easyjet heeft een incidentele conclusie genomen, strekkende tot zekerheidstelling voor proceskosten op grond van artikel 224 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. Airhelp heeft hierop schriftelijk gereageerd.
1.2.
Bij vonnis in het incident van 3 juli 2019 heeft de kantonrechter Airhelp bevolen zekerheid te stellen ten behoeve van Easyjet. Bij brief van 26 juli 2019 heeft Easyjet medegedeeld dat Airhelp aan dit bevel heeft voldaan.
1.3.
Vervolgens heeft Easyjet schriftelijk geantwoord in de hoofzaak. Airhelp heeft hierop schriftelijk gereageerd, waarna Easyjet een schriftelijke reactie heeft gegeven.

2.De feiten

2.1.
[De passagier] (hierna: de passagier) heeft met Easyjet een vervoersovereenkomst gesloten op grond waarvan Easyjet de passagier diende te vervoeren van Amsterdam naar Londen op 10 februari 2017 met vlucht EZY2160, hierna: de vlucht.
2.2.
De passagier heeft compensatie van Easyjet gevorderd in verband met een vertraging van de vlucht van meer dan drie uur. De passagier heeft zijn vordering op Easyjet overgedragen aan Airhelp.
2.3.
Easyjet heeft geweigerd tot betaling over te gaan.

3.De vordering

3.1.
Airhelp vordert dat Easyjet bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis veroordeeld zal worden tot betaling van:
- € 250,00, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 10 februari 2017 tot aan de dag der algehele voldoening;
- € 40,00 aan buitengerechtelijke incassokosten;
- de proceskosten.
3.2.
Airhelp heeft aan de vordering ten grondslag gelegd de Verordening (EG) nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en tot intrekking van de verordening (EEG) nr. 295/91 (hierna: de Verordening) en de daarop betrekking hebbende rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: het Hof). Airhelp stelt dat Easyjet vanwege de vertraging van de vlucht gehouden is de passagier te compenseren conform artikel 7 van de Verordening tot een bedrag van € 250,00.

4.Het verweer

4.1.
Easyjet betwist de vordering en doet een beroep op (doorwerking van) buitengewone omstandigheden. Zij voert daartoe – samengevat – het volgende aan. Vlucht EZY1835, van Manchester naar Amsterdam, kon op 19 februari 2017 onmogelijk uitgevoerd worden, vanwege een omleiding van een eerdere vlucht ten gevolge van zodanig slecht zicht dat landen in Manchester onmogelijk was. Hierdoor liep de bemanning van de nog uit te voeren vlucht EZY1835 uit de uren, en is die vlucht de volgende dag uitgevoerd. Weersomstandigheden die tot omleiding nopen en restricties van het luchtverkeersbeheer liggen buiten de invloedsfeer van Easyjet. Zij had de vertraging ondanks het treffen van alle redelijke maatregelen niet kunnen voorkomen. Inzet van een reservetoestel had geen zin, aangezien ook dat toestel geconfronteerd zou zijn met eerdergenoemde weersomstandigheden in Manchester.
4.2.
Verder betwist Easyjet buitengerechtelijke incassokosten en wettelijke rente verschuldigd te zijn.

5.De beoordeling

5.1.
De kantonrechter stelt ambtshalve vast dat de Nederlandse rechter in deze zaak bevoegd is om van de vordering kennis te nemen.
5.2.
De vordering van Airhelp ziet op compensatie vanwege een langdurige vertraging van vlucht EZY2160 van Amsterdam naar Londen op 10 februari 2017.
Het verweer van Easyjet richt zich echter op een andere vlucht, te weten vlucht EZY1835 van Manchester naar Amsterdam op 19 februari 2017. Ook alle door Easyjet overgelegde stukken zien op laatstgenoemde vlucht vanaf Manchester en de vertraging daarvan; voor deze vlucht vraagt de passagier geen compensatie. Easyjet heeft, ook bij dupliek, geen verweer gevoerd tegen de vertraging van de vlucht waarvoor de onderhavige vordering is ingesteld.
5.3.
Als onweersproken is derhalve komen vast te staan dat de passagier op 10 februari 2017 met meer dan drie uur vertraging is aangekomen op zijn eindbestemming Londen, en is niet gesteld of gebleken dat die vertraging het gevolg is van buitengewone omstandigheden, zodat de gevorderde compensatie moet worden toegewezen. Ook de gevorderde wettelijke rente daarover is als onvoldoende gemotiveerd weersproken toewijsbaar.
5.4.
Airhelp heeft een bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten gevorderd. De vordering heeft geen betrekking op één van de situaties waarin het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten van toepassing is. Daarom zal de kantonrechter de vraag of buitengerechtelijke incassokosten verschuldigd zijn toetsen aan de eisen zoals deze zijn geformuleerd in het rapport Voorwerk II. Airhelp heeft onvoldoende aangetoond en onderbouwd dat de verrichte werkzaamheden meer hebben omvat dan de verzending van een enkele (eventueel herhaalde) aanmaning, het enkel doen van een schikkingsvoorstel, het inwinnen van eenvoudige inlichtingen of het op gebruikelijke wijze samenstellen van het dossier. De vordering tot vergoeding van buitengerechtelijke kosten moet daarom worden afgewezen.
5.5.
De proceskosten komen voor rekening van Easyjet, omdat zij ongelijk krijgt.

6.De beslissing

De kantonrechter:
6.1.
veroordeelt Easyjet tot betaling aan Airhelp van € 250,00, te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf 10 februari 2017 tot aan de dag van de gehele betaling;
6.2.
veroordeelt Easyjet tot betaling van de proceskosten die aan de kant van de passagier tot en met vandaag worden begroot op de bedragen zoals deze hieronder zijn gespecificeerd:
dagvaarding € 103,81
griffierecht € 119,00
salaris gemachtigde € 144,00;
6.3.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
6.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. L.M. de Vries, kantonrechter en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter